Verrassende verklaring brandweerbaas over lading El Al-toestel

De Amsterdamse brandweercommandant Hugo Ernst heeft op 12 februari 1999, tot grote verbazing van de parlementaire enquêtecommissie, onder ede verklaard dat hij al op de avond van de Bijlmerramp wist dat de alarmerende melding van El Al over gevaarlijke lading in het vrachtvliegtuig onjuist was.

De commissie werd verrast door de mededeling van Ernst omdat hij deze informatie niet in zijn voorgesprek met de commissie heeft genoemd. Bovendien blijkt Ernst de leden van zijn korps op 5 februari, kort na de onthulling van de verkeersleiders dat zij informatie over de gevaarlijke lading 'onder de pet hadden gehouden', een brief te hebben geschreven waarin hij zegt geschrokken te zijn.

Voor de enquêtecommissie verklaarde de brandweercommandant echter dat hij de commissie in het voorgaande gesprek niet heeft ingelicht, omdat hij direct na de ramp wist dat het 'non-informatie' was. Hij heeft daarom ook de toenmalige hoofdcommissaris Nordholt en burgemeester Van Thijn daar nooit over verteld.

Ook heeft Ernst in zijn voorgesprek gezegd dat hij kort na de ramp wist van het verarmde uranium in het toestel. Onder ede stelde hij, evenals oud-hoofdcommissaris Nordholt, pas een jaar later hiervan te hebben gehoord. Volgens Ernst werd hij in het voorverhoor "op het verkeerde been gezet" door de commissie.