Kok laat koppen rollen in El Al-affaire

Tegen ambtenaren die betrokken zijn geweest bij het in de doofpot stoppen van de geheime geluidsbanden van de El Al-crash in de Bijlmermeer zijn keiharde maatregelen genomen. Het 'in de doofpot stoppen' kwam naar boven tijdens de verhoren van 4 februari 1999.

Een verontruste premier Kok noemde het op verzoek van El Al verzwijgen van de giftige lading van het ramptoestel "ontoelaatbaar". In de ogen van de premier betreft het "onvergeeflijke fouten".

Reden voor Kok en zijn kabinet om op 5 februari 1999 onmiddellijk maatregelen te nemen. Zo is directeur-generaal Telecommunicatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat J.W. Weck, ten tijde van de Bijlmerramp verantwoordelijk voor de Rijksluchtvaartdienst, op non-actief gesteld. Twee nog actieve luchtverkeersleiders en een stafmedewerker van de RLD, die wisten dat het El Al-toestel giftige stoffen en gifgas vervoerde, zijn met onmiddellijke ingang uit hun functie ontheven.

Naar verluidt is ook de positie van ramp-onderzoeker Wolleswinkel, sinds zijn uiterst zwakke optreden bij de enquêtecommissie wankel. De topambtenaar J.W. Weck is na een indringend gesprek met minister Netelenbos (Verkeer) voorlopig niet meer welkom in zijn huidige topfunctie als directeur-generaal Telecommunicatie.

Volgens Kok is door het optreden van de ambtenaren "een van de fundamenten onder de rechtsstaat en het bestuur" weggeslagen. "Burgers moeten hun bestuurders kunnen vertrouwen. Dat kan niet als achter de ruggen van bestuurders informatie niet wordt doorgegeven", aldus Kok.

De vooronderzoeker naar de Bijlmerramp, Henk Wolleswinkel, heeft snoeihard uitgehaald naar premier Kok en de enquêtecommissie met een open brief aan de voorzitter van de commissie Theo Meijer.

Wolleswinkel, die keihard door de commissie werd aangepakt, en zich onder ede weinig meer van zijn vooronderzoek wist te herinneren, meldt in zijn brief woedend te zijn. "De houding van Kok vind ik benedenmaats. Zeker omdat het ambtenaren betreft die de afgelopen jaren continu hun onschuld hebben moeten bewijzen."

"De minister-president vindt het niet nodig zich eerst van de juistheid van de verkregen informatie op de hoogte te stellen, maar begint onmiddellijk uit de heup te schieten en treft een zevental weerloze ambtenaren 'om het vertrouwen in de overheid te herstellen'", fulmineert Wolleswinkel in zijn brief onder het tussenkopje 'De toren en het torentje'.