|
Er worden 14,5 miljard bankbiljetten gedrukt. Tien miljard daarvan worden in januari 2002 in omloop gebracht. De overige 4,5 miljard worden in reserve gehouden en vormen een buffervoorraad waarmee schommelingen in de vraag naar bankbiljetten kunnen worden opgevangen.
Land |
Aantal
biljetten (x 1.000.000)
|
Duitsland |
4.342 |
Frankrijk |
2.570 |
Italië |
2.380 |
Spanje |
1.924 |
Nederland |
655 |
Griekenland |
581 |
Portugal |
535 |
België |
530 |
Oostenrijk |
520 |
Finland |
219 |
Ierland |
243 |
Luxemburg |
46 |
Biljet |
Aantal
biljetten (x 1.000.000)
|
€ 5 |
2.415 |
€ 10 |
3.013 |
€ 20 |
3.608 |
€ 50 |
3.674 |
€ 100 |
1.246 |
€ 200 |
229 |
€ 500 |
360 |
Niet alle landen produceren evenveel euro's. Duitsland maakt de meeste bankbiljetten aan, Luxemburg het kleinste aantal (zie tabel links).
Ook worden er niet evenveel bankbiljetten van de verschillende coupures gedrukt (zie tabel rechts).
Het drukken van de nieuwe eurobankbiljetten verloopt voorspoedig en zal op tijd zijn afgerond voor de overgang op 1 januari 2002. Iedere nationale centrale bank heeft zelf besloten waar ze haar eerste voorraad eurobankbiljetten laat drukken. Er gelden strikte gemeenschappelijke maatstaven en er worden strenge kwaliteitscontroles toegepast, want het is van het grootste belang dat de bankbiljetten niet van elkaar verschillen.
Waarom is het noodzakelijk om 4,5 miljard eurobankbiljetten in reserve te houden?
Een reservevoorraad is een essentieel onderdeel van een goede voorbereiding. De nationale centrale banken moeten op ieder ogenblik aan de vraag naar bankbiljetten kunnen voldoen. Men houdt nauwlettend in de gaten hoeveel elektronische betalingen er worden verricht en hoeveel kredieten er worden verstrekt, aangezien deze twee gegevens van invloed zijn op de hoeveelheid papiergeld die in omloop is. De vraag naar bankbiljetten wisselt en de nationale centrale banken moeten daar effectief op kunnen reageren.
Land |
Aantal
munten (in miljarden)
|
Duitsland |
17,0 |
Frankrijk |
7,5 |
Italië |
7,2 |
Spanje |
7,1 |
Nederland |
2,8 |
België |
2,0 |
Oostenrijk |
1,5 |
Portugal |
1,3 |
Griekenland |
1,3 |
Finland |
1,1 |
Ierland |
0,9 |
Luxemburg |
0,1 |
Munt |
Aantal
munten (in miljarden)
|
€ 0,01 |
8,4 |
€ 0,02 |
6,8 |
€ 0,05 |
7,3 |
€ 0,10 |
8,1 |
€ 0,20 |
6,2 |
€ 0,50 |
5,5 |
€ 1 |
4,8 |
€ 2 |
2,7 |
Er worden 50 miljard munten geslagen. De productie is in diverse eurolanden in mei 1998 begonnen. Er is veel werk verzet om te garanderen dat automaten in het gehele eurogebied goed met de nieuwe euromunten zullen kunnen werken.
|
|