Met deze houten fietsen werd van
de berg af gegleden.
In Europa kwamen de eerste wintertoeristen ruim
een eeuw geleden naar plaatsen als St. Moritz en Davos in Zwitserland.
Het waren Engelsen die meestal zelf allerlei spelletjes bedachten om
zich in de sneeuw te vermaken. Van echte wintersport was toen nog geen
sprake. Pas veel later bond men de lange latten onder om zich van een
helling naar beneden te laten glijden.
Wie de komende winter
naar de sneeuw trekt, vindt in alle wintersportlanden wel kleine musea
die iets uit de beginperiode van de wintervakanties bewaard hebben.
Speciale kleding had men toen nog niet. Oude vergeelde foto's laten
bijvoorbeeld deftig geklede vakantiegangers op een sleetje zien. In alle
wintersportlanden heeft men wat bewaard uit de beginperiode.
Zo'n anderhalve eeuw geleden
kwamen de vakantiegangers alleen maar tijdens de zomermaanden naar
Zwitserland om daar in de bergen te wandelen en zo te genieten van het
landschap. In de wintermaanden gingen de hotels op slot en pas als alle
sneeuw gesmolten was, deed men de deuren weer open.
Het was
Johannes Badrutt uit St. Moritz, die omstreeks 1860 aan zijn Engelse
gasten vroeg om ook eens 's winters naar zijn hotel Kulm te komen. Zo
konden ze het vaak miezerige weer thuis ontvluchten en in plaats
daarvan genieten van veel sneeuw en ook veel zon. Aan die allereerste
wintervakanties wilde Johannes helemaal niets verdienen. Het verblijf
in zijn hotel en alle maaltijden en drankjes waren gratis. Het was een
aantrekkelijk aanbod, maar toch kwamen er een winter later maar vier
gasten uit Londen naar St. Moritz.
Enthousiast
Zij
waren razend enthousiast over hun winterverblijf en vertelden na afloop
aan een ieder over hun belevenissen in de sneeuw. Het was een goede zet
van de hotelier geweest, want in de winter van 1864-1865 kwamen er meer
dan twintig vakantiegangers naar zijn hotel. Die moesten natuurlijk wel
betalen.
Dit was het simpele begin van Zwitserland als
wintersportland. Toen er geleidelijk aan steeds meer mensen van een
wintervakantie wilden genieten, raakten ook in andere plaatsen als
Davos de hotels vol. Omdat er aanvankelijk nog niet geskied werd, moest
men wat anders verzinnen om de hotelgasten overdag bezig te houden. Op
een affiche uit het jaar 1904 van St. Moritz zijn de banen getekend,
waar men met sleetjes naar beneden ging en de eerste ijsbanen waren er
toen ook al.
De sneeuw- en ijsspelletjes waren razend populair,
vooral ook omdat man en vrouw steeds samen allerlei opdrachten moesten
uitvoeren. Heel belangrijk was, dat er veel gelachen werd. Vaak haalde
men na veel vallen en opstaan pas de eindstreep. De heren waren altijd
keurig gekleed in een knickerbocker, overhemd met das en een hoed of
een pet op het hoofd. Omdat de vrouwen meestal lange rokken droegen en
zich daarom niet zo gemakkelijk over de sneeuw en het ijs konden
voortbewegen, kregen zij meestal een eenvoudige rol tijdens zo'n spel
toebedeeld. Het verschil met de meestal wat schamel geklede boeren uit
het dorp was groot. Die mochten tijdens de ijsspelletjes allerlei
karweitjes opknappen als bijvoorbeeld het vegen van de ijsbaan.
Fiets
Heel veel plezier had men met een soort houten fiets,
die voorzien was van een stuur en een aantal glijplankjes. Je kon er
gemakkelijk op zitten en zo met een flinke vaart naar het dal glijden.
Meestal werd men met een auto wat hoger op de berg gebracht.
De
meeste spelen werden op de ijsbaan georganiseerd. IJsroeien was erg
vermakelijk, omdat een man en een vrouw op een sleetje met een stok als
roeispaan moesten proberen vooruit te komen. Bij dit onderdeel hield
men wel eens een wedstrijdje en de winnaars werden dan 's avonds
tijdens het diner in de bloemetjes gezet.
Bij een ander spel
moest een man op schaatsen een vrouw, liggend op een sleetje,
voortduwen en bij sportieve vrouwen werd er ook wel eens gewisseld. Dan
mocht de man lekker languit op zijn buik liggen. Gelachen werd er
vooral bij het eierblazen, waarbij een man en een vrouw liggend op het
ijs een uitgeblazen ei over het ijs moesten blazen. Vrouwen werden ook
wel aan een touw over het ijs voort getrokken door een man, die aan
zijn ene voet een ski en aan de andere een schaats had.
Spelletjes
Historicus dr. Lutz Eichenberger vertelt ons in
het sportmuseum in Bazel: "Op cultureel gebied was er tijdens de
wintermaanden niets te doen. De gezelschapsspelletjes waren er alleen
maar om de tijd door te komen. De vakantiegasten moesten vermaakt
worden en eigenlijk was niets te dol. Er was zelfs een voorloper van
het curling-spel, waarbij men zware stenen of kegels over het ijs liet
glijden."
Bij
het eierblazen moest men languit op het ijs liggen.
Al in het midden van de vorige eeuw gebruikte men in
ski's om zich voort te bewegen over een dikke laag sneeuw. Het duurde
tot aan de eeuwwisseling voor men erachter kwam, dat je met de lange
latten ook uitstekend van een berg kon glijden. Dat kunstje werd in het
jaar 1902 voor het eerst in Zwitserland gedemonstreerd door enkele
studenten uit Noorwegen. Zij leerden, hoe je bijvoorbeeld een bocht kon
maken en men remde door op een lange skistok te gaan zitten. Ook het
springen met ski's werd geleerd.
Skiën was toen nog een
vermoeiende bezigheid. Je moest eerst een eind de berg op lopen en
eenmaal boven was je al aardig moe. Daarom maakte men meestal maar
één afdaling op een dag. Later werden auto's en bussen
ingezet om de wintersporters naar boven te brengen. Aan lange touwen
werden ze omhoog getrokken. Pas in 1934 werd de eerste skilift geopend
in Davos. De eerste skiclub werd in 1892 opgericht in Glarus. Daar
werden een jaar later ook de eerste ski's van Zwitsers fabrikaat
gemaakt door Melchior Jakober. Hij kopieerde het materiaal uit
Noorwegen.
Modellen
In het sportmuseum van Bazel met
kleine historische collecties van heel veel sporten is ook een afdeling
wintersport ingericht. Je kunt er allerlei oude modellen ski's zien,
maar ook een laag sleetje waarmee men jaren geleden over de sneeuw
gleed. Een bobslee die in 1912 gemaakt werd, ziet er nog mooi uit.
Meestal had men vroeger een gemengd team in zo'n slee, bestaande uit
twee vrouwen en drie mannen. De eerste internationale
schaatswedstrijden werden in 1894 in Davos gehouden.
In het
museum is ook een oude schaats uit Holland te zien. Die is over enkele
maanden precies een eeuw oud.
INLICHTINGEN: Zwitserland
Toerisme, Postbus 75387, 1070 AJ Amsterdam, tel. 020- 6222033.
(Foto's: Zwitserland Toerisme)
Publicatiedatum = 6 november 1999