&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Stokoude locomotief werkt zich puffend,
sissend en fluitend door de wolken
door Harry Muller
VITZNAU - Reizen als vroeger is weer mogelijk in Zwitserland.
Nadat enkele jaren geleden vijf prachtig gerestaureerde stoomschepen weer
op het Vierwoudstedenmeer in dienst werden genomen, heeft men bij de berg
Rigi in de buurt van Luzern nu een locomotief uit het jaar 1873 ingezet
om de toeristen via de tandradbaan naar boven te brengen.
De Rigi Bahn is 125 jaar oud en ter gelegenheid van dit jubileum werd veel
geld uitgegeven om het locomotiefje weer helemaal op te knappen. Alleen
dit jaar kan men tot eind oktober met dit nostalgische treintje naar de
top van de berg. Daarna mag locomotief nummer 7 weer terug naar het verkeersmuseum
in Luzern om daar heerlijk uit te rusten.
Zo omstreeks het jaar 1850 kwamen de eerste toeristen naar de berg Rigi.
Met zo'n stoomboot als nu ook weer in de vaart is, kwamen ze aan bij het
dorpje Vitznau om te genieten van een paar dagen vakantie te midden van
de bergen.
Veel adellijke lieden uit Engeland, Rusland en Frankrijk waren van de partij,
maar ook schatrijke fabrikanten die hier even kwamen uitrusten. Misschien
was de Rigi toen zo populair, omdat je ook wandelend de top van deze berg,
ruim 1800 meter hoog, kon bereiken. Met touwen klimmen langs steile rotswanden
en zwoegen over gletsjers met sneeuw en ijs was daar niet nodig, want 's
zomers waren daar gewoon de groene alpenweiden met hier en daar een boerderij
en een verdwaald hotelletje.

Het nostalgische treintje weer in oude glorie hersteld.
In die begintijd moest je naar boven lopen over soms wel erg steile wandelpaden.
Voor de afstand van zo'n zeven kilometer naar de top en een hoogteverschil
van 435 meter werd meestal een dag uitgetrokken.
Draagstoelen
Wie niet zo goed ter been was of een slechte conditie had, werd naar boven
gedragen. Afhankelijk van het gewicht van de klant had men draagstoelen
voor twee of vier mannen, die de toerist naar de top van de Rigi brachten.
Ook gebruikte men kleine paarden om de bagage te dragen, want de vrouwen
namen destijds tijdens de vakantie een kolossale hoeveelheid hoeden mee,
die in speciale dozen waren opgeborgen.
Gelukkig werd in 1871 de tandradbaan geopend, waardoor het transport een
stuk gemakkelijker werd. Het was de eerste bergspoorweg in heel Europa.
Voor de aanleg ervan werden 600 mensen ingezet en vaak werd er ook 's nachts
en op zondagen gewerkt. De eerste locomotief werd in een machinefabriek
in Winterthur gebouwd. Het stoomtreintje was zo'n succes, dat uit alle delen
van de wereld de vaak rijke toeristen toe stroomden om het wonder van de
Rigi Bahn met eigen ogen te aanschouwen. De toeloop was zo groot, dat er
spoedig meer locomotieven met wagons moesten komen. Van de eerste serie
bleef locomotief nummer 7 bewaard en kwam tenslotte in het verkeersmuseum
van Luzern terecht.
In het museum keek men wel vreemd op, dat de bazen van de Rigi Bahn ter
gelegenheid van het jubileum deze stokoude locomotief weer in bedrijf wilden
nemen. Vooral de conservator was fel tegen het plan, omdat niet alles aan
de locomotief origineel was. Zo was de staande ketel helemaal leeg van binnen
en die moest natuurlijk vernieuwd worden. Tenslotte werd toch toestemming
gegeven en werd locomotief nummer 7 weer naar de fabriek in Winterthur gebracht,
de plaats waar deze in 1873 fonkelnieuw vandaan was gekomen. Heel wat onderdelen
van de loc moesten veranderd worden om aan de huidige veiligheidseisen te
kunnen voldoen. Ook kwamen er nieuwe assen onder. Tot groot verdriet van
de conservator moest zelfs de ketel een stukje ingekort worden, omdat de
antieke locomotief anders niet onder een viaduct door kon.
Alpenhoornblazers
Met veel feestelijk vertoon en onder begeleiding van blaaskapellen, alpenhoornblazers
en mannen met een harmonica werd eind vorige maand het locomotiefje weer
in gebruik genomen. Het groen geschilderde ding ziet er prachtig uit. Het
bovenstuk is scheef op de assen gezet, want als het treintje schuin omhoog
gaat, moet het water in de ketel overal even hoog blijven staan.
Op de locomotief is de machinist kennelijk de baas, want hij heeft een
mooi bruin pak aan met een wit overhemd en een strikje. De stoker ziet er
in z'n blauwe boezeroen veel minder elegant uit. Voor de conducteurs heeft
men nieuwe uniformen laten maken, maar wel weer precies zo als vroeger.
De salonwagens zijn allemaal van het bouwjaar 1873 en ook die werden keurig
opgeknapt. Er ligt tapijt op de vloer en de banken zijn met roze pluche
bekleed. Bij het uitstappen schuift automatisch nog een extra trapje naar
buiten, waardoor je geen al te grote stappen hoeft te nemen om op het perron
te komen. Naast het controleren van de kaartjes heeft de conducteur ook
als taak om op het balkon van de salonwagen bij de rem te staan. Mocht die
wagen van de locomotief los schieten, dan zet hij de rem in werking en wordt
zo voorkomen dat de passagiers met een razende vaart naar beneden suizen.
De Rigi Bahn heeft ook twee stoomlocomotieven, die iets moderner zijn.
Nummer 16 kwam in het jaar 1923 gereed en nummer 17 een jaar later. Men
verwacht, dat dit jaar extra veel mensen naar de berg Rigi zullen komen
om een rit met de antieke trein uit 1873 mee te maken. Deze wordt ingezet
tussen de stationnetjes Rigi-Staffel en Rigi-Kulm op de top van de berg.
Op zaterdagen rijdt deze locomotief het hele traject, maar er moet wel een
'stoomtoeslag' van bijna honderd gulden betaald worden op het gewone kaartje.
Je krijgt dan een ereplaats op een bankje bij de ketel en als extra service
zijn er dekens om de kleren te beschermen tegen het roet. Voor normale ritten
met de stoomtrein is de toeslag ongeveer 35.
Stoomlocomotieven
Veel liefhebbers van oude stoomlocomotieven waren aanwezig bij de eerste
rit van locomotief nummer 7. Daarbij was ook de Nederlander George Hoekstra,
die al 26 jaar in de Zwitserse hoofdstad Bern woont. Vroeger was hij ingenieur,
maar nu schrijft hij artikelen voor een blad over oude treinen.
"Met vuur en water zette men vroeger iets in beweging. Dat vind ik fascinerend",
zegt hij. "Toen ik vijftig jaar werd, heb ik een stoomtrein gehuurd en heb
een rit met de hele familie gemaakt. De vriendin van mijn zoon had een keurig
wit bloesje aan, maar dat werd helaas helemaal zwart. Na zo'n rit met de
stoomtrein moet je het roet en stukjes steenkoolgruis uit je haren wassen.
Ik vind dat niet erg. Thuis heb ik ook een modelspoorbaan. Dan ben ik de
baas en beslis zelf, wanneer de treinen mogen vertrekken of moeten stoppen."
Een rit met de oude Rigi-trein is een hele belevenis. Omdat de spoorlijn
vrij steil omhoog gaat, lijken voor de passagiers de boerderijen nog schever
op de helling te staan en ook lijkt het alsof de bomen voorover buigen.
Beneden bij het meer rijden we eerst door een loofbos, maar hoe hoger we
komen, des te kleiner worden de bomen en die verdwijnen tenslotte helemaal
om plaats te maken voor de alpenweiden met prachtige bloemen als bijvoorbeeld
de blauwe gentiaan of witte krokussen.
Puffend, sissend en fluitend werkt de oude locomotief zich omhoog en flarden
stoom trekken langs onze salonwagen. Het tempo is niet hoog en daarom kun
je des te meer van het landschap genieten. Vlak bij het hoogste punt van
de Rigi wordt het ineens mistig. We zitten middenin de wolken en van het
beloofde fraaie uitzicht komt niets terecht.
Al twee keer eerder was ik op de Rigi en steeds was daar die mist. Een
hotelier vertelt, dat het 's morgens nog helemaal helder was, maar daar
koop je niets voor. De Rigi schijnt iets tegen mij te hebben.
Bij het vertrek de volgende dag klaart de lucht ineens wat op. Een lint
van met sneeuw bedekte bergen komt te voorschijn, maar daar blijft het bij.
De wolken blijven als een dikke wollen deken over het dal hangen.
INLICHTINGEN: Zwitserland Toerisme, Koningsplein 11, 1017 BB Amsterdam, telefoon 020-6222033.
Publicatiedatum = 22 juni 1996

|