&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
SCUOL
Slapen en fonduen in een iglo
Ons nieuwe onderkomen voor de nacht,
een iglo, hoog in de Alpen.

door Henk de Koning

SCUOL - Het idyllische Zwitsers wintersportplaatsje Scuol ligt ingeklemd tussen vermaarde concurrenten als St. Moritz en Davos, zodat het dorp alle zeilen moet bijzetten om ook een graantje mee te pikken van de enorme toeristenstroom die ieder jaar in deze omgeving in het skiseizoen op gang komt.

In dit bikkelharde spel om de deviezen voor Scuol zelfs de voornaamste bron van bestaan heeft het dorp een opmerkelijke nieuwe troef uit de mouw getoverd: hoog in de Alpen overnachten in een echte iglo.

Is dit aangenaam? Nee! Althans voor wie in het klimmen der jaren al een flink eind is gevorderd, want de iglo feitelijk een combinatie van zeven iglo's met elkaar verbonden door een stelsel van smalle, ijzige gangen biedt hoofdzakelijk een avontuurlijke ervaring, maar beslist geen comfort. De diverse compartimenten, opgebouwd uit blokken geperste sneeuw en slechts kruipend toegankelijk via kruipgaten, doen respectievelijk dienst als keuken, slaapkamer, eetkamer en (chemisch) toilet.

Schapenvellen

Jongeren vermaken zich uitstekend met dit spel van bergbeklimmen en primitief overwinteren in diepvries molshopen. Gezamenlijk op de grond op schapenvellen in de eetkamer-iglo bij waxinelicht romantisch kaasfonduen. Vervolgens met de hele groep (om het een beetje warm te krijgen) de slaap-iglo in om volledig gekleed, in speciale thermo-slaapzakken en ook weer op de ongelijke, met schapenvellen bedekte sneeuwvloer de nacht door te brengen. Sommigen snurkend, want wat wil je, je drinkt vooraf toch een beetje antivries. Ouderen denken in die situatie slechts aan één ding: wordt het ooit weer dag...?

De iglo's bevinden zich op 800 meter boven Scuol, maar wereldwijd gezien op 2300 meter boven de zeespiegel. De tocht naar boven te voet over verlaten (gladde) skipistes, maar ook door rulle sneeuw doet Nederlanders, die gewend zijn zich onder de zeespiegel en op het vlakke land voort te bewegen, alras naar een zuurstofapparaat verlangen.

Bij alle sneeuwpret in het kanton Graubünden
is zeker ook aan de kinderen gedacht.

De jeugd deert dit alles niet. Die bevecht zo'n berg met het grootste gemak en beschikt, boven aanbeland, nog over ruimschoots ademreserve om de voortploeterende sukkelaars, nog ver beneden, luidkeels toe te roepen: "Het is hier fantastisch!"

Wie eenmaal de tocht naar het bergplateau waar de iglo's zich bevinden heeft volbracht, krijgt er als beloning een nooit meer te vergeten aanblik van een overweldigende natuurpracht voor terug. We staan op gelijke hoogte met de hoogste besneeuwde toppen van de Alpen, de stilte op deze verheven plek is bijna monumentaal. Wanneer in een majestueuze pracht van paarse en violette kleuren de zon achter de witgemutste bergtoppen is onder gegaan, gooien diep in het dal de dorpjes er nog een schepje bovenop door guirlandes van flonkerende lichtjes te ontsteken met daartussen het verkeer als vuurvliegjes onderweg. Zo'n iglo is dan toch een must!

Snowboarding neemt een grote vlucht.

Zwitsers zijn vriendelijke mensen en je krijgt ze pas echt kwaad wanneer je opmerkt dat hun land, evenals Oostenrijk, de laatste jaren, door met alles steeds duurder te worden, zich behoorlijk uit de toeristenmarkt heeft geprijsd. VVV-directeur Martin Nydegger in Scuol wijst dit 'vooroordeel' echter beslist van de hand, wanneer we in hotel Curuna (propere, doch kleine kamers van circa 4 bij 5 meter, nagenoeg kale wanden en slechts één bureaulampje met een lam kapje) een hapje met hem eten en hij benadrukt dat Zwitserland momenteel zeker niet veel duurder is dan de bekende wintersportlanden elders in Europa en men bovendien voor dat beetje 'duurder' in Zwitserland meer service en kwaliteit ontvangt.

Eén ding staat vast: Scuol, hoe klein en intiem ook (2134 inwoners) heeft haar wintersportgasten veel te bieden. Twee gondelbanen en een stoeltjeslift voeren de wintersporters (skiërs, snowboarders, snowbikers) veilig en snel in het pistegebied van het moderne sneeuwpark Motta Naluns, vanwaar naar alle richtingen elf afdalingen van uiteenlopende klasse gemaakt kunnen worden. De 12 km lange 'Traumpiste', voerend door een natuur van aangrijpende schoonheid, doet zijn naam volop eer aan. De sportbus van Scuol rijdt vrijwel om het kwartier en brengt u gratis van het dorp (met overigens een gezellige winkelstraat) naar het kabelbaanstation en ook weer terug.

Toen de Romeinen als wereldveroveraars de Alpen overtrokken en in Graubünden belandden, drukten ze een zo zware stempel op het gebied dat de Romaanse invloed hier nog altijd in de Rätoromaanse namen van sommige dorpen en de taal der dorpelingen ligt verankerd. De dorpsnaam Scuol bijvoorbeeld stamt af van het Romaanse woord 'Scuola', destijds de eerste Benedictijner school in het gebied. Ook staat het dal van Scuol te boek met zijn Rätoromaanse naam 'Engiadina' (Duitse vertaling Engadin) hetgeen 'tuin aan de rivier de Inn' betekent en wie de roep 'allegra' hoort moet weten dat nog veel inwoners (50.000 op de 7 miljoen Zwitsers) elkaar aldus op z'n Romaans verwelkomen.

Mineraalwater

Via een opening in de harde granietbodem het zogeheten 'Engadiner Fenster' perst zich uit 20 bronnen al eeuwenlang geneeskrachtig, koolzuurhoudend mineraalwater (ook zo bij de dorpspompen te drinken) bij Scuol naar boven. Slechts negen wellen heeft het dorp in gebruik, de overige lozen zo maar wat aan. De uitverkoren bronnen leveren water onder andere aan de baden van wat heet: het 'belevenis- en gezondheidsbad Bogn Engiadina Scuol'. Tevens hieraan verbonden is een Romeins-Iers bad met stoombaden, bubbelbaden, koud- en warmwaterbaden, sauna's, massage en rustruimtes. Daar kom je herboren weer uit.

Het verwarmde buitenbad
van het Romeins-Ierse
bad in Scuol.

De beroemde particuliere Rhätische Bahn van het kanton omvat in totaal 400 km smalspoor en is eind negentiende eeuw ontstaan op initiatief van de Nederlander Willem Jan Holsboer uit Zutphen. Met deze trein, die overigens nog vele varianten kent, maken we een rondrit door de mooiste berggebieden van de streek. Op het traject Bergün-Preda moeten de loc met de knalrode wagons over een afstand van 5 km maar liefst een hoogteverschil van 400 meter overbruggen. Via zes zogeheten 'keertunnels' (kunstmatig aangelegde 'klimlussen') kan de trein het stijgingspercentage van 35 promille probleemloos en zelfs fluitend aan. In Preda weer aan de kaasfondue en vervolgens via een speciale 'piste' terug naar Bergün op een... sleetje. In vliegende vaart, sturend met je voeten, over hobbels en kuilen, 5 km lang, het 400 meter lager gelegen dal in. Je moet dan eigenlijk niet eerst kaasfonduen..

  • Sinds 19 november 1999 is de streek Engadin (vanuit de regio Zürich) twee uur sneller bereikbaar dankzij de ingebruikneming van de ruim 19 km lange Vereina-spoorwegtunnel tussen Klosters en het Unterengadin. Kosten: 565 miljoen Zwitserse franken. Bouwtijd 8 jaar. Op speciale laadrijtuigen kunnen ook auto's door de tunnel worden vervoerd. Terug in Scuol nog even snowbiken hetgeen ons vanwege de moeilijke combinatie van hoge trappers en een speciale remtechniek op enkele buitelingen in de poedersneeuw komt te staan. Nieuwe groepen toeristen zien we de berg op klimmen om in de iglo's te gaan overnachten. Wat we toen dachten heeft hier wel gestaan, maar is door de correctie geschrapt.....
  • Inlichtingen Zwitserland Toerisme: telefoon 020-6209229.

Fotografie: Zwitserland Toerisme/Henk de Koning

Publicatiedatum = 18 november 2000

Archief Zwitserland