&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Stockholm, culinaire hoofdstad van 1998door HARRY MULLER STOCKHOLM - Het Zweedse Stockholm met zo'n 1,3 miljoen inwoners mag dit jaar de Culturele Hoofdstad van Europa zijn. Maar liefst 1020 evenementen staan op het programma en er worden 2000 extra concerten georganiseerd. Een van de hoogtepunten zal in juli 'Sail Stockholm' zijn met grote en oude zeilschepen uit heel wat verschillende landen. Water is er in overvloed in deze stad, die op veertien eilanden is gebouwd. Tijdens de winter vriest de haven van Stockholm gedeeltelijk dicht. Wij wandelden door het oude centrum, maar zagen ook een bijzonder museum met veel kunst uit onze Gouden Eeuw, die nagelaten werd door een steenrijke familie. Het mooiste stukje Stockholm vind je achter het paleis van koning Carl Gustaf. Smalle straatjes met hoge huizen uit de 16e en 17e eeuw die wit, geel, roze of rood geschilderd zijn. Veel koopmanshuizen uit de tijd van de Hanze en sommige handelaren uit het Duitse Lübeck lieten zelfs hun huis in Stockholm precies zo na bouwen, misschien om zich in Zweden wat sneller thuis te voelen. In het jaar 1771 kwam zelfs een Duitse kerk gereed, waar ook nu nog regelmatig in die taal gepreekt wordt. Het altaar van de kathedraal van Stockholm werd geschonken door een rijke koopmansvrouw uit Duitsland. De koning gaat met zijn gezin ook naar deze kerk. Zij zitten dan vooraan op een paar eenvoudige stoelen vlakbij een pilaar. Daar staat tijdens de kerkdienst een lijfwacht, die in geval van nood met een druk op een knop de politie kan alarmeren. Nederlanders woonden hier ook eens, want onze gids Kjell (je spreekt z'n naam uit als Shell van de benzine) wijst op een gevelsteen boven de deur van een huis in de Österlanggatan, waar op te lezen staat: 'GAET HET WEL. MEN HEEFT VEEL VRINDEN. KERT HET LÜCK. WIE KAN ZE VINDEN' De winkels in de Gamla Stan zijn meestal erg klein. Er wordt vooral veel antiek en glaswerk verkocht. Dit is de Gamla Stan met een overvloed aan ouderwetse winkeltjes, die soms nog geen twintig vierkante meter groot zijn. Men verkoopt er vaak antiek, maar ook modern glaswerk in alle kleuren van de regenboog. Soms zijn de vormen van de glazen zo wonderlijk, dat je er nauwelijks uit kunt drinken. Ergens anders kun je vers gebrande koffie kopen, maar in dezelfde zaak ook nagemaakte koekblikken uit vroeger tijden, speeldoosjes en houten lepels om honing uit een pot te halen. Talrijk zijn de etablissementen, waar koffie met meestal een flink stuk taart aangeboden wordt. De oudste (Sundbergs Konditori) bestaat al meer dan tweehonderd jaar. Een grote koperen ketel verse koffie staat op een tafel en daar kun je met een kraantje zelf een kopje vol tappen. De prijs is vier gulden, maar voor Nederlanders is het aardig te weten, dat het tweede, derde en zelfs het vierde kopje gratis is. Een van de oudste restaurants in deze wijk is 'Den Gyldene Freden', dat dateert uit het jaar 1722. Elke donderdag eten de leden van de Zweedse Academie voor literatuur die zich met de Nobel-prijs bezig houden, hier erwtensoep en drinken daar een punch bij. Uit eten gaan is hier niet goedkoop, maar als je vraagt naar de regionale gerechten (Husmanskost) als gebakken haringen uit de Oostzee, dan kun je voor een paar tientjes hier al terecht. De jaarlijkse uitreiking van de Nobelprijzen wordt steeds afgesloten met een diner in het stadhuis van Stockholm. Het menu werd op 10 december vorig jaar geserveerd aan precies 1348 gasten en ook de Zweedse koninklijke familie was daar bij. Er werden 325 flessen champagne ontkurkt, 325 flessen rode wijn open getrokken bij het hoofdgerecht, 180 flessen Hongaarse dessertwijn, 1400 flessen mineraalwater en er werd maar liefst 280 liter koffie gedronken. In de raadhuiskelder worden de Nobel-menu's vanaf het jaar 1901 geserveerd. Toen de Nederlandse natuurkundige Simon van der Meer uit Den Haag in 1984 de Nobelprijs kreeg, at hij als voorgerecht gerookte zalm met een mosterdsaus; als hoofdgerecht wilde duif met aardappelpuree en uitjes en als toetje een flink stuk ijs met groene gesponnen suiker. Dat laatste gerecht is een traditie, maar de kleur van het ijs en de suiker zijn elke keer anders. Even uitrusten in de oude binnenstad tussen huizen uit de 16e en 17e eeuw. Tegen het eind van de jaren vijftig werden veel oude huizen in de stad gesloopt om plaats te maken voor brede straten, hoge flatgebouwen en veel winkels. Aanvankelijk vond men zo'n modern stadscentrum best aardig, maar geleidelijk groeide het verzet. Toen in een parkje bij het operagebouw acht iepen en een paviljoentje moesten wijken voor de ingang van een metro-station, was de maat vol. Men kwam massaal in opstand en gelukkig bleven de bomen overeind staan. In het tijdperk 'na de iepen' werd de slopershamer voorgoed opgeborgen. Een rit met de metro in Stockholm is best aardig. Vooral langs de 'Bla Linjen', de blauwe lijn, zijn de ondergrondse stations door kunstenaars prachtig opgesierd. Veel schilderingen op de muren en de plafonds, maar bijvoorbeeld ook een compositie met gebroken Romeinse pilaren, die van beton werden gemaakt. Op straat op reclameborden bij de bushaltes laten hedendaagse kunstenaars hun artistieke prestaties zien. Niet alles is even gemakkelijk te begrijpen, maar toch leuk geprobeerd allemaal. Kunst is er in overvloed in het vroegere huis van Wilhelmina von Hallwyl. Haar vader was rijk geworden door de handel in ijzer en hout. Wilhelmina verzamelde schilderijen, porselein, zilverwerk en nog heel veel meer. Alles werd door haar precies genoteerd in een catalogus. Na haar dood in 1930 kwam het hele bezit in handen van de Zweedse staat, maar bij testament werd bepaald dat er weinig veranderd mocht worden aan het interieur van het kapitale pand. 's Zomers zie je boven Stockholm vaak luchtballonnen. Voor Nederlanders is een bezoek aan het Hallwylska Museet meer dan de moeite waard, omdat er maar liefst 250 werken van Hollandse en Vlaamse schilders uit de zestiende en zeventiende eeuw hangen. Een zeegezicht van Willem van der Velde bijvoorbeeld, schaatsers van Anthonie van Dyck en ook schilderijen van Jan Steen, Frans Hals en Pieter Brueghel. Dit huis kun je eigenlijk geen museum noemen. Soms lijkt het, alsof Wilhelmina elk ogenblik terug kan komen met haar man. Een Daimler Benz van het bouwjaar 1915 staat in de garage. Het biljart kan zo weer gebruikt worden, de tafels zijn gedekt en de bowlingbaan op de hoogste verdieping loopt langs een paar grote Chinese vazen. Zelfs de sigaren van mijnheer zijn bewaard gebleven en als speeltje had de man een eigen wapenkamer. De badkamer is groot en fraai, maar de hoogtezon uit het begin van deze eeuw ziet er erg primitief en gevaarlijk uit. En tussen al die pracht en praal hangt ergens in een hoekje een tekening van een kleindochter.... Heel bekend in Stockholm is het Vasa-museum. De Vasa werd door de Nederlandse scheepsbouwers Henric Hubertsson en Arend de Groot in het begin van de 17e eeuw ontworpen, maar de toenmalige koning bepaalde uiteindelijk de maten. Hij wilde ook twee dekken met kanonnen. Op 10 augustus 1628 werd met veel feestelijk vertoon dit oorlogsschip te water gelaten. Aan boord waren ongeveer 150 mensen. Veel bemanning, maar ook hun vrouwen en kinderen. Ver kwam de Vasa helaas niet. De wind blies in de zeilen, het schip helde een beetje en door de openingen voor de kanonnen stroomde het water naar binnen. Na een reis van ongeveer 1300 meter die zo'n 20 minuten duurde, zonk de Vasa in de haven van Stockholm. Zeker veertig mensen kwamen daarbij om het leven. De Vasa die maar een erg korte reis maakte, is goed bewaard gebleven. In 1956 werd de Vasa ontdekt op de bodem en later naar boven gehaald. Er is nu een speciaal museum rond het schip gebouwd. Het is prachtig geconserveerd en alleen de masten steken boven het dak uit. Jaarlijks komen hier ongeveer 800.000 bezoekers en tot nu toe zijn er al zes miljoen geweest. Heel interessant is een film over de berging van het schip met op verzoek het commentaar bij de film ook in onze taal. Het nieuwe museum Junibacken is naast de Vasa en speciaal bedoeld voor kinderen. Hier zijn de sprookjes van Astrid Lindgren uitgebeeld met ook het verhaal van Pippi Langkous. De kleintjes kunnen spelen in de villa Kakelbont en met een treintje worden ze langs andere sprookjes geleid. Ook hier worden de verhalen in het nederlands verteld en zelfs vliegen we met de treinwagon over een stad. Stockholm is op veertien eilanden gebouwd. Een ervan is Djurgarden, eens het jachtterrein van de koning. Daar is ook de koninklijke dierentuin en een pretpark. Het circusgebouw uit 1860 wordt op het ogenblik gerestaureerd. Daarnaast is het hotel Hasselbacken, dat in 1853 in gebruik werd genomen. Later brandde het af, maar het pand werd gelukkig weer helemaal in de oude stijl opgebouwd. Tijdens de lange zomeravonden kun je met een stoombootje een tocht maken langs de vele eilanden voor de kust. Er wordt dan vis gegeten en men drinkt er een glaasje bier bij. Men danst dan soms op de muziek van een harmonica. Dan is het ineens feest aan boord en merk je, dat Stockholm eigenlijk best een leuke stad is. Varen met een oud stoombootje langs de vele eilanden voor de kust. INLICHTINGEN: Zweeds Bureau voor Toerisme en Verkeer, Burg. Van Karnebeeklaan 6, 2585 BB Den Haag, telefoon 0900-2025200 (normaal tarief). Foto's: VVV Stockholm. Publicatiedatum = 31 januari 1998 |