Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuws

zaterdag 17 maart 2001  

 R E I S W E R E L D 

 

Trollhättan

Genieten van natuurkrachten

door Nico van der Zwet Slotemaker

TROLLHÄTTAN - Het vakantieseizoen is een weinig nauwkeurig vastgestelde periode. Iedereen doet maar wat. De baas van de friettent op de boulevard vindt de eerste zaterdag van april de juiste tijd om het vuur onder zijn vet aan te steken, maar de ijsboer wacht nog even en het museum laaft de cultuurliefhebbers alleen nog in de weekeinden. Er is geen vast programma. Ja, in juli en augustus is het overal bingo natuurlijk.

Als het water door een dam wordt tegengehouden,
krijg je dit te zien.

Tenminste, daar ben ik in Europa altijd maar zonder problemen van uitgegaan. In het Zweedse Trollhättan word ik echter pijnlijk op de broosheid van deze stelling betrapt. Het is een plaats vol water en waterwerken en omdat het gemak de mens dient, besluit ik tot een rondvaart. We schrijven 13 augustus en bovendien is het zondag, zodat het ongetwijfeld zal wemelen van de dagjesmensen en de stoomboot de drukte niet aankan.

Maar nee, juist dit zonnige weekeinde heeft de plezierschipper besloten dat het voor dit jaar genoeg is geweest. "Ja, het seizoen is over hè", zegt de duur bier verkopende dienster van de tegenover het opgelegde schip gelegen horecagelegenheid.

De 'Strömkarlen' is een aardige rondvaartboot, maar de kapitein beschouwt het seizoen al vóór de helft van augustus als gesloten.

Begrijp me goed, ik zeg dit niet om het beleid van de Zweedse toeristische organisaties te laken. Ze zullen wel beter weten dan ik hoe de periode waarin ze de buit moeten binnenhalen, afgeperkt moet worden, maar ik zit er maar mee.

 

En zelfs dat is niet juist, want in plaats van de bezienswaardigheden vanuit een comfortable dekstoel waar te nemen, zal ik de voeten moeten laten spreken. En de folders hebben me al beloofd dat ik wel een uurtje of drie in touw zal zijn als ik niets over wil slaan.

Wandeling

Als je eenmaal hebt besloten tot de wat klimmerige wandeling, zet je wel door, al was het alleen maar omdat het uitzicht steeds adembenemender wordt. Water was (en is) waar het om gaat in de stad aan het Götakanaal, dat een belangrijk onderdeel uitmaakt van de verbinding tussen Göteborg en Stockholm. Maar, zoals wij Nederlanders wel weten, vloeit het niet overal even gelijkmatig en bij Trollhättan stort het zich ineens 32 meter naar beneden.

Deze brug over het Götakanaal is onderdeel van de robuuste waterwerken.

Dat is als kijkspel reuze aardig, natuurlijk. Alleen als je met een bootje aan komt varen, is het allemaal wat lastiger. Reeds in de eerste helft van de achttiende eeuw begon men dan ook met de aanleg van een sluizencomplex. Dat men de materie nog niet zo goed onder de knie had, mag blijken uit het feit dat het bijna honderd jaar duurde voordat het klaar en uiteraard meteen te klein was, omdat de tijd nu eenmaal niet stil staat en inmiddels meer en grotere schepen in de vaart waren gekomen. In 1840 werd dan ook een tweede serie sluizen geopend met precies hetzelfde resultaat: te klein.

Krachtcentrale

Dus waagde men een derde poging in 1916, die tot nu toe redelijk standhield, omdat het vaarverkeer wel toeneemt, maar voornamelijk bestaat uit pleziervaart. Er gaan nu eenmaal veel makke schapen in een hok, als we de vier sluizen van Trollhättan tenminste zo mogen noemen.

Af en toe gaat voor de toeristen deze klep open en
is er weer sprake van een echte waterval.

Jaarlijks passeren bijna 25.000 vaartuigen deze plek en logischerwijs is er wat toeristisch gebeuren omheen geweven. Er zijn 'in het seizoen' rondleidingen langs de waterwerken, waaronder de krachtcentrale. Want Trollhättan doet natuurlijk wel wat met al dat water. Al eeuwen maken ze er gebruik van en hoewel het met een enkel molentje begon, werd en wordt de energie nu aangewend bij de constructie van auto's, treinmateriaal en zelfs vliegtuigen. Niet dat de industrie de schoepraderen regelrecht in de waterval heeft opgehangen, zo werkt dat allang niet meer. Het water wordt ondergronds naar turbines geleid en dat is weinig spectaculair.

Omdat het oog ook wat wil, vult men aan de oppervlakte ook een groot bassin en als het vol genoeg is en er veel toeristen zijn, wordt de klep opengetrokken en kunnen de dagjesmensen nog even van het ware geweld genieten. De VVV, ook die in Göteborg trouwens, kan u vertellen wanneer dit schouwspel zich voltrekt. Goed informeren, want ze zijn er mondjesmaat mee.

Rotsig dal

Ik tref het uiteraard niet en dat is niet zo erg, want nu kan ik in een zeer rotsig dal de overblijfselen waarnemen van vroegere fabriekjes en bedrijfjes die hun handel door natuurkracht draaiende hielden.

Het pad aan de bovenkant van het dal, dat eigenlijk meer een weerbarstige kloof is, wordt onderbroken door een soort bordesjes, waarvan ik de stevigheid van de leuninkjes niet uitprobeer. Veertig meter onder een van die platformpjes ligt een door de val gekreukelde bromfiets. Daar kan je natuurlijk een heel verhaal bij verzinnen. Liefde in de knop gebroken, wanhoop, zelfmoord, noem maar op.Het zal wel iemand zijn die op deze wijze na wat joyriding van een gestolen voertuig af wilde komen, al moet daar toch enig weerbarstig tilwerk aan te pas zijn gekomen. Zo laag zijn die hekjes nu ook weer niet.

Het kabelbaantje maakt maar weinig meters.

Naweer beneden te zijn gekomen steek ik het Götakanaal over om mijn weg langs het water te vervolgen om ten slotte op een museum te stuiten waarin techniek de boventoon voert. Natuurlijk loop ik er binnen, al is mijn kennis op dit gebied minder dan zeer middelmatig. Zelfs het plakken van een fietsband is een operatie die ver boven mijn pet gaat.

Gelukkig echter zijn de musea met een bepaald thema tegenwoordig zo verstandig ervan uit te gaan dat je op het alleronderste plan moet beginnen om wat uit te leggen, zodat ik ook op deze expositie wat opsteek.

Weer naar buiten wandelend tref ik zelfs een kabelbaantje, dat echter te weinig meters maakt om mijn tocht echt te kunnen verlichten, zodat ik aan de grond blijf. Want geen dekstoel, dan ook geen kabelbaan. Had ik in Trollhättan maar in het seizoen moeten komen.

EIGEN FOTO'S

 
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.