Trollhättan
Genieten
van natuurkrachten
door
Nico van der Zwet Slotemaker
TROLLHÄTTAN
- Het vakantieseizoen is een weinig nauwkeurig vastgestelde
periode. Iedereen doet maar wat. De baas van de friettent
op de boulevard vindt de eerste zaterdag van april de
juiste tijd om het vuur onder zijn vet aan te steken,
maar de ijsboer wacht nog even en het museum laaft de
cultuurliefhebbers alleen nog in de weekeinden. Er is
geen vast programma. Ja, in juli en augustus is het
overal bingo natuurlijk.
|
Als
het water door een dam wordt tegengehouden,
krijg je dit te zien.
|
Tenminste,
daar ben ik in Europa altijd maar zonder problemen van
uitgegaan. In het Zweedse Trollhättan word ik echter
pijnlijk op de broosheid van deze stelling betrapt.
Het is een plaats vol water en waterwerken en omdat
het gemak de mens dient, besluit ik tot een rondvaart.
We schrijven 13 augustus en bovendien is het zondag,
zodat het ongetwijfeld zal wemelen van de dagjesmensen
en de stoomboot de drukte niet aankan.
Maar
nee, juist dit zonnige weekeinde heeft de plezierschipper
besloten dat het voor dit jaar genoeg is geweest. "Ja,
het seizoen is over hè", zegt de duur bier verkopende
dienster van de tegenover het opgelegde schip gelegen
horecagelegenheid.
|
De
'Strömkarlen' is een aardige rondvaartboot,
maar de kapitein beschouwt het seizoen al vóór
de helft van augustus als gesloten.
|
Begrijp
me goed, ik zeg dit niet om het beleid van de Zweedse
toeristische organisaties te laken. Ze zullen wel beter
weten dan ik hoe de periode waarin ze de buit moeten
binnenhalen, afgeperkt moet worden, maar ik zit er maar
mee.
En
zelfs dat is niet juist, want in plaats van de bezienswaardigheden
vanuit een comfortable dekstoel waar te nemen, zal ik
de voeten moeten laten spreken. En de folders hebben
me al beloofd dat ik wel een uurtje of drie in touw
zal zijn als ik niets over wil slaan.
Wandeling
Als
je eenmaal hebt besloten tot de wat klimmerige wandeling,
zet je wel door, al was het alleen maar omdat het uitzicht
steeds adembenemender wordt. Water was (en is) waar
het om gaat in de stad aan het Götakanaal, dat
een belangrijk onderdeel uitmaakt van de verbinding
tussen Göteborg en Stockholm. Maar, zoals wij Nederlanders
wel weten, vloeit het niet overal even gelijkmatig en
bij Trollhättan stort het zich ineens 32 meter
naar beneden.
|
Deze
brug over het Götakanaal is onderdeel van
de robuuste waterwerken.
|
Dat
is als kijkspel reuze aardig, natuurlijk. Alleen als
je met een bootje aan komt varen, is het allemaal wat
lastiger. Reeds in de eerste helft van de achttiende
eeuw begon men dan ook met de aanleg van een sluizencomplex.
Dat men de materie nog niet zo goed onder de knie had,
mag blijken uit het feit dat het bijna honderd jaar
duurde voordat het klaar en uiteraard meteen te klein
was, omdat de tijd nu eenmaal niet stil staat en inmiddels
meer en grotere schepen in de vaart waren gekomen. In
1840 werd dan ook een tweede serie sluizen geopend met
precies hetzelfde resultaat: te klein.
Krachtcentrale
Dus
waagde men een derde poging in 1916, die tot nu toe
redelijk standhield, omdat het vaarverkeer wel toeneemt,
maar voornamelijk bestaat uit pleziervaart. Er gaan
nu eenmaal veel makke schapen in een hok, als we de
vier sluizen van Trollhättan tenminste zo mogen
noemen.
|
Af
en toe gaat voor de toeristen deze klep open en
is er weer sprake van een echte waterval.
|
Jaarlijks
passeren bijna 25.000 vaartuigen deze plek en logischerwijs
is er wat toeristisch gebeuren omheen geweven. Er zijn
'in het seizoen' rondleidingen langs de waterwerken,
waaronder de krachtcentrale. Want Trollhättan doet
natuurlijk wel wat met al dat water. Al eeuwen maken
ze er gebruik van en hoewel het met een enkel molentje
begon, werd en wordt de energie nu aangewend bij de
constructie van auto's, treinmateriaal en zelfs vliegtuigen.
Niet dat de industrie de schoepraderen regelrecht in
de waterval heeft opgehangen, zo werkt dat allang niet
meer. Het water wordt ondergronds naar turbines geleid
en dat is weinig spectaculair.
Omdat
het oog ook wat wil, vult men aan de oppervlakte ook
een groot bassin en als het vol genoeg is en er veel
toeristen zijn, wordt de klep opengetrokken en kunnen
de dagjesmensen nog even van het ware geweld genieten.
De VVV, ook die in Göteborg trouwens, kan u vertellen
wanneer dit schouwspel zich voltrekt. Goed informeren,
want ze zijn er mondjesmaat mee.
Rotsig
dal
Ik
tref het uiteraard niet en dat is niet zo erg, want
nu kan ik in een zeer rotsig dal de overblijfselen waarnemen
van vroegere fabriekjes en bedrijfjes die hun handel
door natuurkracht draaiende hielden.
Het pad aan de bovenkant van het dal, dat eigenlijk
meer een weerbarstige kloof is, wordt onderbroken door
een soort bordesjes, waarvan ik de stevigheid van de
leuninkjes niet uitprobeer. Veertig meter onder een
van die platformpjes ligt een door de val gekreukelde
bromfiets. Daar kan je natuurlijk een heel verhaal bij
verzinnen. Liefde in de knop gebroken, wanhoop, zelfmoord,
noem maar op.Het zal wel iemand zijn die op deze wijze
na wat joyriding van een gestolen voertuig af wilde
komen, al moet daar toch enig weerbarstig tilwerk aan
te pas zijn gekomen. Zo laag zijn die hekjes nu ook
weer niet.
|
Het
kabelbaantje maakt maar weinig meters.
|
Naweer
beneden te zijn gekomen steek ik het Götakanaal
over om mijn weg langs het water te vervolgen om ten
slotte op een museum te stuiten waarin techniek de boventoon
voert. Natuurlijk loop ik er binnen, al is mijn kennis
op dit gebied minder dan zeer middelmatig. Zelfs het
plakken van een fietsband is een operatie die ver boven
mijn pet gaat.
Gelukkig
echter zijn de musea met een bepaald thema tegenwoordig
zo verstandig ervan uit te gaan dat je op het alleronderste
plan moet beginnen om wat uit te leggen, zodat ik ook
op deze expositie wat opsteek.
Weer
naar buiten wandelend tref ik zelfs een kabelbaantje,
dat echter te weinig meters maakt om mijn tocht echt
te kunnen verlichten, zodat ik aan de grond blijf. Want
geen dekstoel, dan ook geen kabelbaan. Had ik in Trollhättan
maar in het seizoen moeten komen.
EIGEN
FOTO'S
|