&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

VARBERG: Dagje slapen bij een veenlijk

door Nico van der Zwet Slotenmaker

VARBERG - Volgens de verhalen moet het een dompige, mistige dag zijn geweest toen turfsteker Albert Johansson in 1936 samen met zijn zoon de oude veengronden betrad om er zijn dagelijks brood te verdienen bij de Bocksten-boerderij, op dertig kilometer van Varberg aan de westkust van het Zweedse Halland. Lang was hij niet aan het werk, want plotseling stuitte hij op een menselijk lichaam met een koperrode haardos. Het lijk was zeer goed geconserveerd en daarom dacht Albert te maken te hebben met recente stoffelijke resten. Een moord? Een verdwijning?

Het kasteel getuigt van een koppige onverzettelijkheid
en staat al eeuwen als een rots in de branding.

Hij haalde er onmiddellijk de politie bij die er aanvankelijk ook geen touw aan kon vastknopen. Niemand was als vermist opgegeven en na enig onderzoek bleek ook in de wijde omgeving geen raadselachtige verdwijning te hebben plaatsgevonden.

Er was al besloten om het lichaam dan maar en voor alle zekerheid in gewijde aarde op het plaatselijke kerkhof ter aarde te bestellen, toen er bij een geleerde in de buurt een lampje ging branden. Een veenlijk van onbekende herkomst, hij wilde wel eens een onderzoekje doen.

Het centrum van het stadje met uiteraard een oude kerk, veel groen, bloemen en bankjes.

Toen bleek al snel dat de 'Bocksten Man', zoals hij al snel werd genoemd, inderdaad in het rapport is voorgekomen dat ongeveer in de eerste helft van de veertiende eeuw geweest moet zijn. Geen wonder overigens dat de turfsteker en een aantal andere autoriteiten zich aanvankelijk vergisten, want ook de kleding van de al zo lang geleden ontslapene was nog in prima staat. Het leek of hij het kostuum pas gisteren had aangetrokken. En wat belangrijker is, het is er nog steeds. En wel in het museum van Varberg dat uiteraard nergens anders ondergebracht kan zijn dan in de vesting die hier al in 1280 verrees en de basis vormde voor het bestaan van het stadje van thans 20.000 inwoners.

Het was graaf Jacob Nielsen die hier aan de bouw liet beginnen en naar verluidt was hij uit Denemarken gevlucht naar aanleiding van een koningsmoord. Of Nielsen die misdaad op zijn geweten had, is overigens uiterst twijfelachtig en de bezoeker van het museum wordt alle mogelijkheid geboden om naar de ware toedracht te gissen. Als eventueel bewijs wordt de pistoolkogel waarmee het misdrijf zou zijn gepleegd aan den volke getoond, maar het maakt het verhaal er niet sterker op. Het is niet erg waarschijnlijk dat men een gevluchte misdadiger het bewijsstuk achterna zou sturen. Ach, wat maakt het eigenlijk uit. Zie het als een relikwie en verzin de geschiedenis er zelf maar bij.

Over de historie van het fort hoeft u wat mij betreft niet veel meer te weten. Alleen dat het zoals zovele vestingen later als gevangenis werd gebruikt en dat de laatste gedetineerde al in 1931 de deur achter zich dichtsloeg. En natuurlijk ook dat het nu een grote toeristische attractie is met de Bocksten Man, althans zijn kledij en geschiedenis, als hoogtepunt.

Maar er is natuurlijk veel meer te zien. Er zijn altijd thematentoonstellingen en bij mijn komst staat ergens in een zijvleugel de fiets centraal. En hoewel de Zweden niet direct bekend staan als fervente peddelaars, blijkt uit de expositie toch dat er hier en daar in het land best eens een pedaal is rond getrapt.

Als je wilt kun je ook een paar dagen blijven logeren. Want het enorme gebouw, dat in de zeventiende eeuw zijn huidige vorm kreeg, was een stad op zich met huisjes voor het personeel, omdat er ook voor soldaten brood gebakken en afgewassen moest worden. En in die optrekjes kun je nu een bedje laten spreiden, zodat je in een waarlijk middeleeuwse omgeving de nacht kunt doorbrengen.

In de vesting worden regelmatig thema-exposities gehouden. Hier een tentoonstelling van glazen objecten.

Als afwisseling zou ik persoonlijk naar het badhuis gaan, dat op het strand is opgericht en net als het kasteel de indruk wekt dat het er al eeuwen staat. Het is geheel in oosterse sfeer en hoewel ik er aanvankelijk vanuit ga dat het er meer voor de show en het plaatje staat, is het op deze zaterdagmorgen een drukte van belang en leer ik dat het vooral de plaatselijke bevolking is die kopje onder gaat. Het water heet uiteraard geneeskrachtig te zijn en vooral reumapatiënten schijnen er baat bij te kunnen hebben. U ziet het, ik hou een paar slagen om de arm, want ik heb op mijn reizen nog weinig van de wonderen zien gebeuren die in de folders als vaststaand worden aangenomen.

Omdat ik dit reclamemateriaal toch altijd inkijk, was ik van tevoren even naar de VVV gelopen, waar men mij echter weinig wijzer wenste te maken. Van de drie dames achter de balie staat er een in een soort korte broek kleur voormalig wit schat ik die mijn wensen minzaam tot zich laat komen en als antwoord een hand uit de zak haalt en mij van een grote stapel het bovenste exemplaar toeschuift dat ik dien op te vangen om hem niet op de grond te laten belanden.

Op mijn vraag of er in het Engels of Duits nog ander materiaal voorradig is dan het werkje dat ook al in mijn hotelkamer lag, antwoordt ze ontkennend. Niet echter nadat ze eerst de vrije hand weer in haar zak heeft gestopt, zodat alles weer lekker warm bij elkaar zit. Boos word ik nauwelijks meer bij zo'n botte behandeling, al begrijp ik nooit dat de ambtelijke lichamen of particulieren die het allemaal financieren dit pikken.

In de vesting woonde vroeger ook veel gewonde handwerkslieden en in hun behuizingen kan de toerist nu een bedje huren.

Maar goed, in de vesting wordt later alles goedgemaakt. Hier is alles drietalig en krijg je in de gewenste taal nog eens een extra handleiding mee, zoals het hoort.

In de vesting woonden vroeger ook veel gewone handwerklieden. In hun behuizingen kan de toerist nu een bedje huren.

Maar misschien was de juffrouw in het VVV-kantoor wel verbolgen omdat het geen strandweer was. Varberg heeft dan wel zijn machtige kasteel, het is toch vooral en in de eerste plaats een stek voor zwem- en zonliefhebbers. Er zijn prachtige stranden, talloze campings en duizenden zomerhuisjes in de buurt. Vis-, fiets- en wandelmogelijkheden zijn er volop en omdat hier heel veel families komen, is er voor de jeugd ook voldoende geregeld. Daar ligt het niet aan.

Het ligt aan de zon die het volledig af laat weten als ik dit keer per trein van Malmö omhoog trek. Mogelijkheden voor alle soorten van vakantieplezier, maar geen koperen ploert die haar kleur van de Bocksten Man ook maar enigermate kan benaderen.

Want als de wolken al vroeg in de middag boven de bomen gaan hangen om zich er tenslotte tussen te gaan vestigen, dan zingen de bossen niet meer.

En zeker niet eeuwig.

(eigen foto's)

Publicatiedatum = 2 september 2000