&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
HÄRJEDALEN
EINDELOOS NATUURGEBIED
Het skigebied van Tännedalen

door HARRY MULLER

FUNÄSDALEN - Zweden is als wintersportland lang niet zo bekend als Oostenrijk, Zwitserland of Spanje. Dat komt wellicht omdat het wat moeilijker bereikbaar is en touroperators dit gebied nog niet massaal in hun kleurige folders hebben opgenomen.

Wij bezochten begin dit jaar de streek Härjedalen, zo'n 600 kilometer ten noordwesten van de Zweedse hoofdstad Stockholm. Een wonderschoon en eindeloos natuurgebied, dat vooral geschikt is voor langlaufers.

Tegenwoordig is dit Zweedse wintersportgebied, gelegen tegen de grens met Noorwegen, gemakkelijk bereikbaar via het Noorse luchthaventje Röros. Het is niet meer dan een landingsbaan, een verkeerstoren en een houten gebouwtje.

Daarin is ook een cafeetje met zelfbediening. Wil je iets warm maken, dan moet je dat maar in de magnetron doen. Het geld mag je in een mandje leggen. De prijslijst ligt ernaast. Je zou er alleen al eens naar toe moeten vliegen om vanuit de lucht die eindeloze vlaktes met bergen, heuvels en enorm veel sneeuw te bekijken. Slechts hier en daar slingert zich een weg door dit ongerepte landschap. Je kunt hier kilometers met de auto rijden zonder iemand tegen te komen. Dat is eigenlijk ook geen wonder, want in Härjedalen heeft iedere inwoner gemiddeld een vierkante kilometer grond tot zijn beschikking.

Bronwater

De eerste toeristen uit het buitenland kwamen hier rond het jaar 1880. Overigens alleen tijdens de zomermaanden om er te vissen en te jagen. Met paard en wagen werden ze toen opgehaald bij het station van Röros en vandaar gingen ze dan naar een hotelletje in Fjellnäs, net over de grens in Zweden. Men deed er twee dagen over om er te komen. Vooral de Engelsen toeristen kon men welkom heten, die naar dit dun bevolkte gebied kwamen om te genieten van de frisse lucht en ook om er veel bronwater te drinken. Luftgäster werden ze wel door de Zweden genoemd.

In het hotel in Fjellnäss kwamen tachtig jaar geleden 's zomers de eerste buitenlandse toeristen. Gastheer Fredrik Öberg heeft nu ook 's winters over belangstelling niet te klagen.

Pas omstreeks het jaar 1920 kwamen de eerste wintersporters. Het houten hotel met de mooie naam Fjellnäs Högfjellspensionat staat er nog steeds. Aan de wand hangen veel bruine foto's van vroeger, zoals van de herbergier Jonas Asland, zijn vrouw Hilda en hun tien kinderen.

De hotelgasten van nu komen vooral om te langlaufen, te wandelen of maken met een sneeuwscooter een flinke tocht over de dicht gevroren meren. Daar zijn vaak ook mannen aan het ijsvissen. Voor wie van rust en ruimte houdt, is dit een ideale streek. Aan het einde van de dag komt men meestal moe in het hotel terug. Om zes uur begint iemand piano te spelen, men drinkt een glaasje warme wijn en na afloop van het diner wordt er nog even gezellig gedanst. Om tien uur 's avonds ligt iedereen in bed. Een bruisend nachtleven zoals in de bekende wintersportplaatsen in Frankrijk, Zwitserland of Oostenrijk kent men hier niet.

Vrijwillig

In de streek Härjedalen zijn 's winters honderden kilometers aan langlaufloipes uitgezet door een verbluffend stuk natuur. Je mag er gratis gebruik van maken, want de eigenaren van de vele vakantiehuisjes betalen een vrijwillige bijdrage voor het onderhoud. De routes zijn prima bewegwijzerd, maar omdat hier nog maar weinig buitenlanders komen, zijn alle teksten in het Zweeds. Dat geldt ook voor de aanwijzingen bij de skiliften of de menukaarten in de restaurants. Dat is soms wel eens lastig, maar gelukkig is er altijd wel iemand in de buurt, die voor een vertaling in het Duits of Engels kan zorgen.

Voor langlaufers is de streek Härjedalen ideaal. De loipen gaan dwars door de ongerepte natuur.

 

Alpineskiën is ook mogelijk. Verdeeld over de streek zijn er verschillende skigebieden, zoals bijvoorbeeld Tänndalen, het dal van de rivier de Tänn. Je moet het niet met de traditionele wintersportoorden vergelijken, want alles is hier even knus. Verdeeld over een afstand van drie kilometer zijn er zeventien liften, er is een skischool en de pistes zijn er niet al te moeilijk. Ideaal voor beginnende skiërs. Het hoogteverschil is maximaal 280 meter en de langste piste is slechts 1200 meter. Veel Zweedse en Noorse families hebben hier een huisje en komen tijdens de vakanties en de weekeinden met het hele gezin skiën. Ze nemen dan meestal brood in plastic bakjes en koffie in thermosflessen mee. Bij de liften zijn verschillende horeca-gelegenheden, maar ook is er een verwarmde ruimte waar eenieder zijn meegebrachte etenswaren kan nuttigen. In het restaurant serveert men een dagmenu (Dagensrätt) voor vijftien gulden.

De eerste skiliften in Tänndalen werden geëxploiteerd door vier boerenfamilies. Pas in 1983 besloten ze tot samenwerking en werden de skigebiedjes van elke boer met elkaar verbonden. Een dagkaart kost iets meer dan 200 Kronen en voor een week skiën betaalt men 800 Kronen. Een Zweedse Kroon is ongeveer een kwartje waard. Voor kinderen tot zeven jaar is een skipas niet nodig. Het winterseizoen is hier lang: van 1 november tot 1 mei. De sneeuw is net als in Amerika erg droog en plakt niet gemakkelijk om er sneeuwballen van te maken. Schaatsen op een van de vele meren is ook mogelijk, maar eigenlijk alleen tot begin december. Daarna ligt er teveel sneeuw op het ijs.

Heerlijk genieten in het zonnetje kan ook.

 

Veel mensen wonen niet in het dal. In Hamrafjället bijvoorbeeld woont maar één gezin, dat bestaat uit een vader, een moeder, een zuster en een hond. De man die bij de lift helpt, woont in een huisje in de bergen. 's Winters kan hij dat alleen maar met zijn sneeuwscooter bereiken. Pas tien jaar geleden werd zijn huis op het elektriciteitsnet aangesloten.

Een aardig skigebied is dat van Ramundberget. Bij de liften is een hotel met 42 kamers, waar 140 mensen in ondergebracht kunnen worden.

Overzichtelijk

Een wat grotere plaats is Funäsdalen met ongeveer 1200 inwoners. Het ligt aan de rand van een groot meer. Behalve de uitgestrekte natuur is ook hier alles overzichtelijk gebleven. Het dorp heeft een kerk, twee hotels, een textielwinkel, een bakkerij, een lunchroom en nog wat huizen. Tussen de middag kun je hier eten voor iets meer dan een tientje. Je krijgt dan een stuk hartige taart, salade, brood en nog iets te drinken. Zweden is niet overal duur...

  • INLICHTINGEN: Zweeds Informatie Centrum, Alphen aan den Rijn, telefoon 0900-2025200. Internet: www.zweden.nl.

Eigen foto's.

Publicatiedatum = 28 oktober 2000

Archief Zweden