&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Achterland van Boston is
de bakermat van Amerika

door THEA DETIGER

BOSTON - New Engeland is voor de Amerikanen het meest Europese deel van hun land, het meest culturele en het meest historische. In de haven van Plymouth, een uur ten zuiden van Boston, landden in 1620 de Pilgrim Fathers met hun schip Mayflower om hier de eerste Engelse kolonie te stichten.

De naam New England bestond toen al. Die had ontdekkingsreiziger H. Smith in 1614 gegeven aan dit lieflijke gedeelte van de VS met zijn milde klimaat, zijn glooiende groene heuvels en zijn prachtig verkleurende bomen in de herfst. Eeuwenlang putten kunstenaars hier hun inspiratie uit. De bekendste onder hen van deze eeuw was de naïeve schilderes Grandma Moses. Op haar geheel eigen wijze gaf ze het landleven met op de achtergrond de fraaie houten huizen en boerderijen weer. Een lang vervlogen tijd, dachten we. Maar wie New England nu bezoekt, vindt nog heel veel terug van de goede oude tijd die men hier heeft weten vast te houden.

Schitterende oude hotels, veelal van hout, met alle landelijke knusheid van een eeuw geleden, maar op Amerikaans groot formaat. Goedkoop zijn ze niet die historische Inns. Vroeger moesten ze in de winter dicht, omdat het niet loonde om ze warm te stoken. Zoals de Red Lion Inn in Stockbridge, die wereldberoemd werd door een kerstschilderij van de Amerikaanse 'Anton Pieck': Norman Rockwell.

De Deerfield Inn, in het gelijknamige plaatsje aan de Deerfield River, bevindt zich in goed gezelschap. Rondom staan tal van andere goed bewaard gebleven oude gebouwen. De oude nederzetting van Engelse kolonisten is als een levend openlucht museum. Een aantal van de historische gebouwen zijn interessante musea geworden die vooral veel vertellen over de geschiedenis van de nederzetting. Andere worden bewoond door de 300 permanente inwoners van Deerfield of de 700 studenten die hier op college zitten.

Toen de eerste Engelse handelaren in 1640 in Deerfield kwamen woonden daar de Pocumtuck-indianen. Hun aantal was door ziektes van de Europeanen en door aanvallen van de Mohawk-indianen al behoorlijk geslonken. Tegen de tijd dat de Engelse kolonisten Deerfield in 1669 bereikten, hadden de resterende Pocumtucks het dorp verlaten. Ze vestigden zich echter in gevaarlijk land. Er waren namelijk aan de lopende band aanvallen van de Fransen en de indianen, die een verbond hadden gesloten en uit waren op de uitstekende landbouwgronden rond de nederzetting.

Oude gebouwen in Historic Deerfield, waar de Engelsen zich in 1669 vestigden.

In het Memorial Hall Museum, dat gevestigd is in de eerste Deerfield Academy uit 1798, kunnen we zien hoe de kolonisten keer op keer werden overvallen. De zwaarste aanval was die van 1704 toen 47 inwoners werden gedood en 111 gevangen genomen en meegevoerd naar Canada. Onder hen was dominee John Williams. Hij overleefde de zware tocht door sneeuw en ijs. Een kapot kinderschoentje in het museum laat het leed smartelijk zien.

De indianen hielden van New Engeland. Het feit dat er warme bronnen waren zagen ze als een gunstig voorteken. In de winter trokken ze naar zee langs het Mohawk-pad. Dat werd later een van de eerste panoramische autowegen van Amerika. Men heeft plannen om er ook weer een voetpad te maken. maar dat kan nog even duren. Voor fervente wandelaars is er wel een ander voetpad: het Appalachen Trail. Dit strekt zich uit van Maine tot Georgia 3000 kilometer langs de bergketens van de Appalachen. Voor wandelaars die maar één dagje willen klimmen, zijn er tegenwoordig tochten met lama's. Vooral kinderen schijnen dat erg leuk te vinden.

Overdekte brug in de Berkshires. De paarden zouden minder schichtig zijn als ze het water van de rivier niet kunnen zien.

Van de indianen leerden de kolonisten onder andere om de beroemde Maple Sirop af te tappen van de esdoorn (maple). Ze deden dat door 's nachts als de temperatuur onder 0 was een pijpje in de stam te steken. Als de temperatuur overdag hoger werd, ging het sap lopen. Om de geschiedenis van de indianen en de Mohawk-taal te bewaren werd afgelopen zomer een speciaal museum geopend: het Mashantucket Pequot Museum in Ledyard (vlakbij Hartford). Het museum is gefinancierd met gelden uit het omstreden nabijgelegen casino.

Veel van de nationale tradities in de VS komen uit dit gebied van de eerste kolonisten. Thanksgiving bijvoorbeeld. In 1830 bereidden de boerinnen in New England al kalkoen op de dankdag voor een goede oogst. Kalkoenen werden gefokt om op de markt te verkopen, evenals runderen en varkens. Een ander gebruik dat toonaangevend is voor New England is Halloween.

Persiflage op Bill Clinton en Monica Lewinsky tijdens Halloween in Salem, waar vroeger heksenprocessen plaatsvonden.

Ieder jaar richten alle tv-camera's van nieuwsprogramma's zich op het dorpje Salem even buiten Boston. Daar had in 1692 een gruwelijke heksenjacht plaats. Honderdvijftig mensen werden er van beschuldigd bezeten te zijn door de duivel. De processen duurden 13 maanden en uiteindelijk werden er 19 mensen opgehangen en twee honden, die het 'boze oog' zouden hebben gehad. Op Halloween (31 oktober) vindt hier een massale verkleedpartij plaats. Afgelopen jaar waren onder heksen en boze geesten ook persiflages op Bill Clinton en Monica Lewisky.

Toen er in 1850 een treinverbinding kwam, wilden de rijken uit Boston en New York allemaal wel een buitenhuis hebben in de Berkshires (Massachusetts). Dat heeft de streek heel wat schitterende musea opgeleverd. Het zomerhuis met atelier van Daniel Chester French bijvoorbeeld, die het imposante Lincoln Memorial in Washington beeldhouwde. Het kolossale huis van Edith Wharton, schrijfster van 'The Age of Innocence' is ook te bezoeken.

Het amfibie- vaartuig van Duck-tours in Boston, waarmee je een stadstoer met uitleg krijgt en ook een stukje door de haven vaart.

Er waren ook rijke kunstverzamelaars bij die musea hebben gesticht met een onvoorstelbaar mooie collectie. Een voorbeeld daarvan is het Sterling en Francine Clark Art Institute in Williamstown. Het museum is beroemd om zijn schilderijencollectie (met name de Renoirs), maar bezit ook een indrukwekkende collectie zilver, prenten, porselein en beelden. Een 'must' in Boston is behalve het Museum of Fine Arts het Isabella Stewart Gardner Museum, waarvoor de oorspronkelijke eigenaresse een 15de eeuws Venetiaans paleis liet nabouwen. Hier werden op 18 maart 1990 door twee als politieagenten verklede boeven 13 schilderijen gestolen, waaronder een Rembrandt en een Vermeer. Omdat er testamentair niets mag worden veranderd in het museum zijn de plekken nu leeg.

Voor wie in één oogopslag wil zien hoe de New Englanders in de tweede helft van de 19de eeuw leefden, is het openluchtmuseum Old Sturbridge Village een aanrader. Het heeft iets weg van het Openlucht Museum Arnhem. Alleen kun je hier de overdekte brug zien, een soort doorrij-schuur over een rivier, die nog sporadisch onderweg te vinden is.

Publicatiedatum = 20 februari 1999

terug Verenigde Staten intro