&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Flaneren doet men in Savannah
langs de River Street
door Harry Muller
SAVANNAH - Savannah op een mooie zomeravond. Op het marktplein
met gerestaureerde panden die nu dienst doen als bar, restaurant of winkel
luisteren de voorbijgangers naar de muziek van twee jongens met een gitaar.
Ze zingen er ook bij en het klinkt lang niet slecht. Moeders met kinderen
van maar een paar jaar oud maken ondanks het late avonduur een dansje
met hun kroost.
De terrasjes zijn goed bezet en daar genieten velen van een supergrote
biefstuk van de grill met een gepofte aardappel en sla. Zulke lappen vlees
vind je bijna alleen maar in het land van Uncle Sam.
Het lijkt alsof we aan de rand van een dorpspleintje zitten. De koetsier
van een rijtuig laat z'n paarden uit een flinke bak water drinken en twee
jongens met een fietstaxi wachten op nieuwe klanten. Savannah is weliswaar
een grote stad, maar in de praktijk is het leven hier erg gemoedelijk gebleven.
Het is best aardig om langs de oude huizen in het centrum te wandelen.
Wanneer je de moderne auto's uit het straatbeeld zou weg denken, waan je
je in de vorige eeuw, want op veel plaatsen branden 's avonds ook nog de
gaslantaarns. Verschillende huiseigenaren hebben van hun kostelijk bezit
een klein hotel gemaakt, waar je in de meeste gevallen naast het slapen
alleen van een ontbijt gebruik kunt maken. Deze panden hebben mooie namen
als Ballastone Inn, Magnolia Place Inn, Planters Inn of Foley House Inn.
De prijs van een kamer varieert van ongeveer 150 dollars tot soms iets meer
dan het dubbele. Aan de dure kant dus, maar voor die prijs kom je meestal
in een klein paleis terecht.
Bij onze aankomst in Planters Inn staat de thee met allerlei soorten cake
voor ons klaar, maar je mag ook een drankje nemen uit een antieke kast in
een hoek van de hal. Het geeft je een idee dat je eigenlijk bij vrienden
op bezoek bent. Dit beeld wordt helaas wat verstoord, omdat bij de receptie
een flinke computer en een vaas met bloemen op een smalle toonbank is gezet,
waardoor je nog maar nauwelijks de juffrouw daarachter kunt ontdekken.
Erg mooi is 'The Gastonian', waar alle kamers een eigen naam hebben gekregen.
De zitkamer is antiek ingericht met in een kast met glazen ruitjes fraai
zilver. Op een bureau staan lijstjes met foto's van de familie die het hotel
met maar zestien kamers beheert. Die zijn verdeeld over twee panden. De
meeste kamers hebben een bubbelbad of een hemelbed en in de tuin is een
bubbelbad, waar je met meer mensen tegelijk in kunt zitten.
Iedereen in Savannah kent het huis van mevrouw Wilkes, die op de begane
grond aan grote tafels elke dag een ontbijt en een lunch serveert. Haar
gasten zijn vooral toeristen, maar ook verschillende beroemdheden hebben
daar al eens gegeten. Mevrouw Wilkes is al wat op leeftijd, maar wil beslist
niet kwijt hoe oud ze precies is. Zij heeft verschillende kookboeken geschreven
die vlot van de hand gaan en op verzoek zet zij haar handtekening er in.
Twintig gerechten
Een lunch kost maar tien dollars en geen wonder, dat steeds voor de ingang
een rij belangstellenden staat te wachten. Eenmaal binnen kom je met z'n
tienen aan een tafel te zitten, waarop ruim twintig gerechten in schalen
klaar staan. Daarbij zijn salades, bietjes, andijvie, bonen, rijst, aardappelpuree,
tomaten, gekruide worstjes en bijvoorbeeld krokant gebakken stukken kip.
Is er niet voldoende, dan wordt prompt een nieuwe volle schaal op de tafel
gezet.
Bij de lunch zijn de thee met ijsblokjes inbegrepen. Bier wordt niet geserveerd,
want mevrouw heeft geen vergunning om alcoholhoudende dranken te verkopen.
En ook nu weer lijkt het, alsof je in de huiskamer van mevrouw gewoon te
gast bent. Onder de maaltijd praten we aan onze tafel met een paar Amerikanen
die wel eens van ons land gehoord hebben, maar denken dat Amsterdam heel
dicht bij Parijs ligt. Een moeder prijst haar zoontje, omdat hij kans ziet
tijdens de lunch maar liefst drie stukken kip naar binnen te werken.
Amerikanen houden van hun auto's en willen die graag zo dicht mogelijk
bij de plek neerzetten waar ze wonen of werken. Daarom worden in Savannah
jammer genoeg steeds meer parkeergarages gebouwd, vaak naast zo'n ouderwets
herenhuis. Dat voor de bouw van die parkeerdekken nog steeds een vergunning
wordt gegeven, zal altijd wel een raadsel blijven. Bij binnenkomst in mijn
hotelkamer die ook mooi antiek was ingericht, waren 's middags de gordijnen
gesloten. Toen ik die open deed, keek ik helaas tegen de zijkant van een
parkeergarage aan de overkant van de straat.
Flaneren doet men in Savannah langs de River Street, de weg langs de rivier.
Die ligt ten opzichte van de stad wat lager en daarom moet je eerst een
eind naar beneden lopen. In deze straat vind je veel winkeltjes en restaurants,
waar men vooral visgerechten serveert. Bij een ervan staat buiten een bord
dat het etablissement eens werd uitverkoren tot het beste van de stad. Maar
onze gids merkt op dat lang niet iedereen aan die verkiezing heeft deelgenomen.
Aan de River Street is ook een soort snoepfabriekje, waar je eerst kunt
proeven en dan mag kopen. Straatmuzikanten met een orgeltje of een schuiftrombone
proberen een paar centen te verdienen. Sommige zijn wel erg optimistisch
en hebben een grote plastic emmer voor het geld op straat gezet.
Raderboot
De 'Savannah River Queen' is een raderboot, zoals die ook op de Mississippi varen. Men organiseert
tochtjes, waarbij een lunch, diner of een koortje met gospelsongs bij de
prijs is inbegrepen. De normale 'sight-seeing tour' over de rivier zonder
al die extra's valt wat tegen. Het schip vaart langs de haven met veel rokende
schoorstenen, draait dan om en vaart nog even langs de stad. Bovendien stinkt
het water een beetje.
Vanaf de terrassen heb je een fraai uitzicht over de rivier, waar af en
toe een kolossaal schip voorbij vaart. Aan de kant is ook het standbeeld
van 'Het wuivende meisje'. Het is een legende uit de wereld van de zeelieden,
die vertelt dat vuurtorenwachtster Florence Martus afscheid nam van haar
zeegaande minnaar met de belofte dat ze tot zijn terugkeer ieder passerend
schip zou groeten. Veertig jaar lang stond ze tot haar dood te zwaaien.
Overdag met een wit schort en 's nachts met een lantaarn.
Publicatiedatum = 13 juli 1996
|