&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Een dierentuin in het hartje
van Manhattan
Van onze correspondent
NEW YORK - Een bezoek aan New York is een opwindende en hectische
belevenis, die de bezoeker van de 14 miljoen inwoners tellende metropool
wel eens even te veel kan worden. Dat geldt overigens niet alleen voor
toeristen, ook de bewoners van de gigantische stad willen de drukte soms
graag ontsnappen. In dat geval is een bezoek aan het 840 hectare grote
Central Park in het hartje van Manhattan de beste remedie.
Het meer dan honderd jaar oude fraaie park ten noorden van 59th Street
heeft een lengte van bijna vier kilometer en is zo groot dat je de nabije
stad eigenlijk helemaal vergeet. Slechts nu en dan klinken vanuit de verte
wat vage geluiden van sirenes van politiewagens of ziekenauto's.
Verder heerst er, althans overdag, een zeer ontspannen sfeer. De New Yorkers
maken intensief gebruik van hun park en overal wordt aan sport gedaan en lekker uitgerust. Bovendien telt Central Park een dierentuin, eetgelegenheden
en worden er regelmatig concerten gegeven. Het park is 's avonds niet veilig,
tenzij men bijvoorbeeld met een grote menigte een muziekuitvoering bezoekt.
Voor de aanleg van het park was het gebied niet meer dan een moeras, waar
de onderwereld regeerde en waar vleesverwerkende fabrieken stonden. Aan
het einde van de 19-eeuw werd dat anders. De moerassen werden drooggelegd
en er werden 100.000 bomen geplant. De aanleg duurde twintig jaar. Om het
park zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor iedereen zorgden de architecten
voor bruggen, fontijnen en zelfs een kasteel. De enige auto's die in Central
Park mogen komen, zijn die van de parkwacht.
Publicatiedatum = 15 juni 1996
|