&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Gouden stad Praag verloedert

door Nico van der Zwet Slotenmaker

PRAAG - Praag noemt zich de gouden stad, een vergulde kwalificatie die nauwelijks tegenspraak ontmoet. Nergens anders glanzen zoveel torenspitsen en prijken zoveel versierde gevels. Zelfs de Italianen, die bijvoorbeeld met Rome en Florence toch ook wel wat in huis hebben, beginnen in te zien dat ze qua bezienswaardigheden hun evenknie hebben gevonden. Zij vormen in ieder geval een steeds groter contingent van de meer dan 1 miljoen bezoekers die jaarlijks de Tsjechische hoofdstad aandoen.

Die toeristengroei leek onbeperkt door te kunnen gaan. Sinds het wegvallen van het ijzeren gordijn konden de welgestelde westerlingen immers ineens voor een paar centen op de eerste rang plaatsnemen om een van de grootste Europese culturele erfgoederen te aanschouwen? Dat in het Tsjechische oog iedere westerling welgesteld is en daarom dus een beetje loenst, was nauwelijks aan de orde. Er was een bron aangeboord die nooit meer op zou drogen.

Een ritje met een paard en wagen door het centrum is zeker aan te bevelen.

Dat valt tegen. De toeristische autoriteiten zijn nog niet in paniek, maar er worden zorgelijke woorden gesproken. Er zijn de laatste tijd geen records meer gebroken. De groei stagneert niet alleen, er is zelfs sprake van een teruggang. En waar bij de eerste symptomen nog sprake kon zijn van een logisch effect omdat het nieuwtje er een beetje af was, weet nu iedereen in Praag dat er geheel andere oorzaken aan ten grondslag liggen.

De stad verloedert. Waar alle historische bouwwerken door de herwonnen vrijheid en de daaruit voortvloeiende investeringsbereidheid hun oude luister volledig terugkregen, snelden uit het hele land lieden toe die hoe dan ook hun deel opeisten. En dan gaat het bepaald niet alleen om de horecabazen die in de buurt in de grootste trekpleisters hun prijzen tot Scheveningen-strand-niveau verhieven.

Ook de omgeving van de stad is wonderschoon. Veel groen en veel cultuur.

Nee, veeleer betreft het de toenemende criminaliteit, de jeugdbendes en de uiterst bedenkelijke mentaliteit van de taxichauffeurs die nergens voor terug schijnen te deinzen. Ze doen maar wat, rekenen tachtig gulden voor een ritje dat nog geen tientje kost en nemen het recht in eigen hand.

Dat bleef niet lang onbekend natuurlijk. Het leek het bestuur van de stad dan ook een goed idee eens honderd man achter het stuurwiel vandaan te halen om ze een soort examen te laten doen. Van de honderd slaagden er precies negen. Het is uitgebreid op de televisie geweest en de Tsjechen hebben zich thuis voor de beeldbuis kostelijk geamuseerd met de zwakke kunstjes van de zakkenvullers. Die met spandoeken en al ook nog een protestoptocht hielden toen duidelijk werd dat er straks een diploma gehaald moet worden. En dat allemaal onder het motto dat oude rechten niet aangetast mogen worden.

Maar buiten de gebouwen is er in Praag niet zoveel meer bij het oude gebleven. De stad breidt zich uit als een bosbrand en is nu al voorbij de 1,2 miljoen inwoners. Splinternieuwe metrolijnen leiden naar verre buitenwijken, stuk voor stuk bekroond met winkelcentra van een allure die je eigenlijk alleen maar in Amerika vindt. En in de buurt waarvan het goedkoopste nieuwbouwflatje van twee kamertjes ƒ600,- per maand noteert.

Voor onze begrippen niet eens onredelijk, maar voor een werkman in Tsjechië niet zelden meer dan een maandloon. Bewoond worden ze natuurlijk toch. Banken, verzekeringsmaatschappijen en computerfirma's, instellingen die er vroeger niet of nauwelijks waren, hebben veel personeel nodig en dirigeren dat uit de provincie naar de nieuwe rand van de hoofdstad. Het verschil met het platteland wordt met de dag groter. Praag wordt een weelde-eiland waar iedereen wil binnentreden en profiteren. Het doet denken aan een walhalla waarvan de poorten zich langzaam sluiten en waar iedereen nog op het laatste moment naar binnen wil glippen.

In zo'n geval kan niet alles precies geselecteerd worden. Er sluipt van alles tussendoor en dat begint Praag te merken. En de toeristen dus ook. Wij Nederlanders, die overigens even voor de goede orde nauwelijks recht van spreken hebben, laten ons er niet direct door afschrikken. Maar gevoeliger naturen als bijvoorbeeld de Amerikanen, die nu eenmaal sneller in paniek raken, zijn voor eeuwig vertrokken als ze alleen maar een paar ongunstige verhalen horen. En dat is wat er nu gebeurt.

Praag is een zeer gezellige stad met veel terrasjes, alleen soms waanzinnige prijzen voor een drankje.

Touringcarchauffeurs richting Praag geven hun passagiers doorlopend les in hoe narigheid te vermijden en de bekendste oplichterstrucs te doorzien. Kent u deze al: een vriendelijk lachende man komt met een biljet van honderd mark aangewapperd en vraagt u vriendelijk waar hij dit zou kunnen wisselen. Een beetje domme vraag, want je kunt op iedere straathoek en iedere winkel geld wisselen. Je wijst dus beleefdheidshalve maar wat. Vervolgens treden twee types op die een (uiteraard valse) politiepenning laten zien en zeggen dat u tegen de voorschriften in op straat hebt gewisseld. U ontkent en dat willen ze even controleren door in uw portemonnee te kijken. Weg knip, ze hoeven hem niet eens te rollen. Het gemak dient de mens. Officiële wisselkantoren vragen trouwens soms ook 20% provisie. Een soort mildere diefstal.

Erg opletten dus. Want u moet natuurlijk wel blijven gaan. Ik heb het Praagse sprookje inmiddels een keer of vijf meegemaakt en ik geloof niet dat men zo stom zal zijn de kip met de gouden eieren te slachten. Spullen in de hotelsafe laten en met weinig geld op zak rondscharrelen. Want in de zijstraatjes zitten zoals overal in de wereld nog de gewone mensen die u het vel niet over de oren halen. Daarbij kunnen voor een zelfde consumptie in verhouding bijvoorbeeld met het vermaarde Wenceslasplein prijsverschillen van vijf- tot zeshonderd procent optreden. Hier nog geen gulden voor een biertje en daar zes piek.

Praag is een beetje in de war geraakt door alle aandacht en wil de achterstand op het westen in kortere tijd inhalen dan ook maar in de verste verte tot de mogelijkheden behoort. Sommige dingen kunnen niet in een paar jaar. Sommigen dingen kunnen zelfs nooit.

Denk daar maar eens aan als u door uw gids door het zogenoemde Gouden Straatje van de stad wordt geleid. Piepkleine huisjes en winkeltjes met hebbedingetjes en een nep-martelkamer die daar nu eenmaal bij schijnt te horen. De steeg kreeg eeuwen terug zijn naam omdat de mare ging dat alchemisten daar met hun retortjes in door allerlei geheimzinnige dampen mistige vertrekjes doende waren goud te fabriceren. Een hopeloze onderneming uiteraard.

Maar in Praag lijken toch nog steeds mensen te geloven dat het kan.

Publicatiedatum = 27 februari 1999

terug Tsjechie intro