Verzet tegen varen op rivieren en bezoeken
aan de heilige plaatsen in Suriname
|
BOSNEGERS:
"WIJ MAKEN
HIER DE DIENST UIT"
door Mark Veldkamp
|
DJUMU (SURINAME) - De komst van toeristen naar het wonderschone
binnenland van Suriname zorgt voor steeds grotere onrust onder de oorspronkelijke
bevolking. De Marrons, trotse Bosnegers die rechtstreeks afstammen van
vrijgevochten slaven, verzetten zich meer en meer tegen het varen op 'hun'
rivieren en onaangekondigde bezoeken van heilige plaatsen.
Pokigron
aan het Van Blommesteinmeer is het laatste dorp dat via de weg is te bereiken.
Hier wordt overgestapt in de korjalen. Het is de enige manier om de geïsoleerde
dorpjes te bereiken.
De Nederlandse expeditie die vorige maand in de jungle op zoek was naar
het graf van marine-officier en kaartenmaker Johan Eilerts de Haan die
in 1910 aan de bovenloop van de Gran Rio zijn laatste rustplaats vond
werd na het nemen van de Awarra-dam beboet met 600 dollar.
De
wasplaats bij de stroomversnelling. Na het maken van deze foto ontstond
een enigszins grimmige situatie. Een snelle aftocht voorkwam escalatie
van het conflict.
Granman Songo Aboikonie, de 'koning' van de nederzettingen in het afgelegen
gebied van de Saramakaners, moet van elke expeditie op de hoogte worden
gebracht en persoonlijk toestemming geven. In dit geval was men zonder
zijn medeweten vertrokken voor de tocht over de rivier.
Gidsen
De ondermijning van het gezag van de Granman vindt niet alleen plaats
door toeristen en avonturiers. Ook steeds meer 'moderne' Bosnegers, die
zich als gidsen opwerpen, proberen zich te onttrekken aan tradities en
gebruiken die de komst van het massatoerisme nu nog in de weg staan. De
gids die de Eilerts de Haan-expeditie begeleidde werd prompt bij de Granman
ontboden, nadat de groep de eeuwenoude wasplaats had gebruikt om de boten
over land langs de Awarra-dam te trekken.
De
Gran Rio slingert zich door de wonderschone Surinaamse jungle. Vooral
achter de Sintia-dam is er een rijke flora en fauna.
Datzelfde overkwam een tweede gids een paar dagen later, toen de expeditieleden
samen met een aantal journalisten probeerde de Ananasberg te beklimmen.
Het pad naar de top bleek namelijk over heilige grond te lopen, wat grote
consternatie teweeg bracht bij de dorpsbewoners.
De gids, die wat probeerde bij te verdienen, kreeg het in de kleine gemeenschap
zwaar te verduren. Na een urenlange discussie werd het conflict in der
minne geschikt, maar de gids kreeg de toorn van het halve dorp over zich
heen, waardoor zijn positie binnen de groep bijzonder wankel werd.
Positief
Volledig verstoken van alle infrastructuur, zonder elektriciteit en leidingwater
en kampende met een gebrekkige medische verzorging en hygiëne zouden
inkomsten uit het toerisme een positieve rol op het leven in de nederzettingen
kunnen spelen.
De
expeditie naar het graf van Johan Eilerts de Haan wordt vanaf de oevers
nauwlettend in de gaten gehouden.
De plaatselijke bewoners ageren sterk tegen ongevraagde landingen bij
wasplaatsen om de boten en lading over te zetten. Toestemming van de Granman
is absoluut vereist.
De Bosnegers die al eeuwen volgens de oude tradities leven vinden de
'vooruitgang' door middel van het grote geld echter absoluut geen zegening.
Een tweedeling onder de geïsoleerd levende bevolking van de Surinaamse
jungle lijkt dan ook onafwendbaar...
FOTO'S:
WOUTER N. JANSEN
Publicatiedatum = 1 april 2000
|