&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
De Kathedraal Depuis is een van de grootste blikvangersdoor Nico van der Zwet Slotenmaker MADRID - De meest nutteloze functionaris in mijn zwervend leven tref ik in het museum aan het Plaza Mayor in Madrid. Hij zit achter een tafeltje bij de ingang met naast zich een stapel kaartjes. Gewillig trek ik dus mijn knip om hem van dienst te zijn, maar hij wil geen geld. Wel krijg ik een kaartje. Er staan slechts twee woorden op: 'Toegang vrij'. Nimmer zag ik bureaucratie beter in beeld gebracht. Maar ja, er is weer iemand aan arbeid geholpen en daar schijnt het tegenwoordig toch allemaal om te gaan. Om het Plaza Mayor op te trekken is ook wel een beetje werk verzet trouwens. Want daar gaat het museum helemaal over. Bouwmeesters zus en bouwstijlen zo. Allemaal in het Spaans helaas, zodat ik me noodgedwongen nogal wat details moet laten ontgaan. De hoofdzaak is echter duidelijk. Dit zou en moest absoluut het mooiste plein van het land worden. De folders zeggen ook dat dat zo is, al heb ik zoals gewoonlijk weer mijn twijfels. Salamanca zou ik zeggen en in wat kleinere steden heb ik ook wel eens door het centrale punt gewandeld zonder dat Madrid mij direct te binnen schoot. Het Plaza Mayor moet het mooiste van het hele land zijn. Bovendien is het niet altijd een voordeel als je als 'grootste', 'bekendste', 'mooiste' en nog wat andere superlatieven gebruikende teksten aan den volke wordt getoond. In de eerste plaats komen er dan vaak te veel mensen op af en daarnaast wil iedereen die eens een feestje wil geven juist op die plek zijn tenten opslaan. Dat is in het museum ook te zien. Foto's en dia's van alle partijen van de laatste eeuw. Van de middeleeuwen gelukkig geen beeldmateriaal. Gelukkig omdat de entourage toen vooral werd gebruikt om wat uit de pas lopende lieden een kopje kleiner te maken en dat gebeurde naar de gewoonte van die tijd op meer dan gruwelijke wijze. De Kathedraal Depuis is een van de grootste blikvangers van de Spaanse hoofdstad. Nu is er ook net weer een evenement achter de rug en geweldige vrachtwagens voeren de decors af. Ze kunnen net door een van de poorten. Filips III staat het allemaal onbewogen aan te zien. Te paard markeert hij het plein. Een man met een verrassend klein en spits toelopend hoofd. Maar misschien had de beeldhouwer zijn dag niet. Het paard stonk vroeger wat uit de mond en toen men daar eens een onderzoekje naar deed bleek zich in zijn buik een vogelkerkhof te bevinden. De gevederde vrienden vlogen door de mond naar binnen, maar konden vervolgens de weg terug niet meer vinden. Waarmee maar weer is aangetoond dat je een gegeven paard beter toch eerst even in de bek kunt kijken. Een bek die trouwens nu is dichtgelast. Veel winkels bevinden zich ondergronds, daarom hier wel erg stil. Onder de galerijen van het plein bevinden zich gelukkig maar weinig souvenirwinkels. Wel zeer in oude stijl gehouden restaurants en oprechte dorsthuizen die je eigenlijk niet voorbij mag lopen. Maar het is pas elf uur in de ochtend en als je dan al toeslaat loopt zo'n dag je snel uit de hand. Daarnaast zijn er van die intieme postzegelwinkeltjes, een prachtige ouderwetse hoeden- en pettenzaak en een onderneming met van die middeleeuwse wapens. Pistolen die nooit zullen afgaan en zwaarden waarmee je niet eens een blikje frisdrank open zou kunnen krijgen. Er ligt echter ook een vervaarlijk legermes in een foedraal met camouflagekleuren. Wie legt zoiets daar nou neer? Dat denk ik als ik de weg insla naar de Puerta del Sol, ook een centraal gelegen plein. Vroeger kon je hier op de rand van de fontein lekker een beetje voor je uit dromen, maar nu zijn er puntige sierhekjes geplaatst waar je wel met je billen vanaf wil blijven. Alleen de duiven kunnen er nog tussendoor dribbelen. Maar die diertjes weten nu eenmaal overal de weg. Op de rand van de fontein aan de Puerta del Sol zijn tegenwoordig hekwerkjes geplaatst. Alleen de duiven kunnen er nog zitten. Madrid is in de zomer een stad van uitbundig buitenleven, maar in het voorjaar kan het nog kil genoeg zijn om je heil binnen te zoeken. Zo maak ik kennis met de heer Esteban Boudet. Ik zou zijn mini-kroegje aan de Hortaleza nummer 10 normaal gesproken voorbij zijn gelopen, maar hij kijkt net uit het raam als ik passeer en wenkt me gulhartig binnen. Het is er klein, zeer klein. Twee stoelen. Een vol biervat doet dienst als tafel. Een leeg vat daarentegen moet je wegkantelen om het toilet te kunnen betreden. Eindeloos winkelen, dat kan uiteraard ook in Madrid. Maar dat is het bijzondere niet. Wel, dat Esteban de gehele dag video's draait van films uit de jaren vijftig en zestig. Zonder geluid, want hij weet wel hoe het afloopt. Op de radio is Elvis favoriet, maar ook Debby Reynolds en dat soort werk. De klok is Elvis en de slingers worden gevormd door de benen van de ster. Er hangt ook een aankondiging van het optreden van de King. Op 21 augustus 1977 in Hartford, Connecticut. Ik vraag uiteraard aan Esteban of hij dat concert persoonlijk heeft bijgewoond. 'Nee", zegt hij, 'dat zou moeilijk gaan. Elvis was toen al drie dagen dood. En dat is juist het bijzondere van het bord.' We hoeven er niet over door te praten, want Esteban wijst op het tv-scherm. 'Opletten, want nu krijgen we die vechtpartij'. En om u niet langer in onzekerheid te laten, Elvis wint. Je kunt stedenreizen natuurlijk ook combineren. In dat geval ligt een reisje naar Barcelona en Madrid voor de hand. Uw verslaggever verbleef drie nachten in beide steden en betaalde voor dit 6-daagse arrangement bij Holland International inclusief vliegen 1685,-. Hotel Oriente in Barcelona scoorde met enige moeite een voldoende. De in de folder beloofde bar was er niet, tenzij men de drie foeilelijke automaten tegenover de lift daarbij op het oog had. Hotel Arosa in Madrid is duidelijk beter en draagt dan ook een ster meer. Het restaurant is aan te bevelen.
Publicatiedatum = 6 juni 1998
|