De
half miljoen inwoners van Malaga (ze worden Malaguenos genoemd) in
zuidelijk Spanje snappen niet dat Hollandse vakantiegangers meestal
direct na aankomst op het vliegveld hun prachtstad letterlijk links
laten liggen om meteen bij de Parador te gaan golfen of om op het
strand te gaan zitten in badplaatsen als Torremolinos, Fuengirola
of Marbella. Dat snappen ze nietKomt doordat het bij hen in Andalusië
altijd mooi weer is. In mooi Malaga schijnt het hele jaar door de
zon. |
Inwoners
van de stad zijn echte levensgenieters
Malaga niet links laten liggen!!
|
door JOS VAN NOORD
MALAGA - Meer dan 300 dagen per jaar bepaalt de zon het leven in Malaga,
hoofdstad van wat natuurlijk niet voor niets de Costa del Sol heet. Voor
Spanjolen is dat doodgewoon. Zó gewoon dat ze zich nooit realiseren
dat het bij ons doorgaans baggerweer is. Dat wij dus hunkeren naar hun
zonnetje. Dat wij aan hun zonnekust dus liefst meteen buiten gaan zitten,
buiten eten, buiten wandelen, fietsen of golfen. Heerlijk buiten in de
zon, onder een strakblauwe hemel!
De vesting op de berg Gibralfaro, het Castillo, biedt een magnifiek uitzicht
over Malaga, z'n haven en baai. Het fort (tegenwoordig brengt stadsbus
35 je naar boven) werd in de eerste helft van de 14de eeuw gebouwd door
de Arabieren.
Dat mag dan zo zijn, maar onze eeuwenoude stad heeft zoveel prachtige
kerken en musea, zoveel schoonheid, gezelligheid en cultuur, zo roepen
de Malagenos ons toe. "Laten de Nederlanders daar nu ook eens van genieten",
adviseert Eladio Ferres Romero van het toeristenbureau van Malaga, als
hij ons bij de arm neemt langs de bezienswaardigheden van het oude Malaga,
ooit de tweede stad van Spanje. Malaga heeft inderdaad veel moois, leuks
en lekkers te bieden.
Restauratie
Het
lijkt wel of heel de hoofdstad van de Costa del Sol is of wordt gerenoveerd,
veel historische gebouwen, kastelen en burchten staan in de steigers of
hebben die zojuist van zich afgeworpen. Het is in het oude stadshart van
Malaga een gehamer en getimmer van belang, de gemeente en de provinciale
overheid pompen veel geld in restauratie, maar ook Brussel heeft flink
in de bus geblazen. "De euro doet wonderen!" roepen ze hier.
Malaga, nog steeds een van de belangrijkste Spaanse havens aan de Middellandse
Zee, werd gesticht door de Feniciërs, was daarna een Carthaagse vesting,
vervolgens een Romeinse kolonie, later een nederzetting van de Visigoten
en daarna een Arabische stad, tót de christelijke Spaanse koning
de Moren verdreef. In de stad is van deze lange geschiedenis nog heel
veel terug te vinden.
Maar
wat hier vooral opvalt is dat de Malaguenos zo lekker in hun vel zitten,
zo gemakkelijk léven in hun museumstad. In het historische centrum
perst het verkeer zich door de nauwe straatjes, maar het heeft allemaal
niet die haastige nervositeit van bijvoorbeeld Barcelona. Geen files,
geen chaos. Veel eeuwenoude gebouwen worden tot op de huidige dag gewoon
gebruikt, als expositieruimte, als restaurant of als woning. Dat heeft
ook z'n nadelen, want de eigenaren van kapitale historische koopmanshuizen
met huurders die gemiddeld 3000 peseta's in de maand betalen en die niet
willen verhuizen, zijn nauwelijks tot ingrijpende herstelwerkzaamheden
te bewegen. Maar oud Malaga lééft, in elk geval. Een levende
museumstad.
Elke monumentale kerk is ook gewoon kerk. En als er op een doordeweekse
dag een wielerronde is, dan sluit de politie het hele centrum rustig een
paar uur af voor alle verkeer. Dan leggen de Malaguenos het werk neer
en gaan ze allemaal even kijken. Malaga heeft iets gemoedelijks, niet
de hectiek van andere Spaanse steden.
Het oude neo-klassieke stadhuis in Spaanse renaissancestijl, rijk aan
marmeren trappen, beschilderingen, lichtkoepels en gebrandschilderde ramen,
is nog steeds de gemeentesecretarie van burgemeester mevrouw Celia Villalobos
Talero. Het bisschoppelijk paleis is nog steeds het Palacio Episcopal
waar de paters en zusters wonen, al worden er in enkele hoofdvertrekken
nu ook tentoonstellingen gehouden van moderne kunst.
Tuin
Elke
zaterdag is het 'Verdial' op de Paseo del Parque: een fiesta van dans,
muziek en zang op z'n Malagees en ouder dan de flamenco.
In de Jardine de Pedro-Luiz Alonso hebben ze, in 1945 al, wandelpaden
gemaakt door oude grafstenen tot een soort grof grind te vermalen. Hier
en daar zijn nog stukken graftekst leesbaar in deze, in Arabische stijl
aangelegde prachttuin vol sinaasappelbomen. Die bomen vol oranje vruchten
zie je op veel plaatsen in de stad, ze zijn niet weg te denken uit groen
Malaga, dat vijf botanische tuinen telt.
De Moorse vesting Alcazaba ligt aan de oostelijke kant van de muur, die
de stad omringt. Het fort uit de elfde eeuw was deels gebouwd op de ruïne
van een oud Romeins theater. Ooit had deze burcht meer dan honderd hoofdtorens
en nog wat kleinere 'torres'.
Wie onder de Christusboog door wandelt, staat ineens in een schitterende
tuin vol paarse en gele bougainville en geurige jasmijn. De bouwers van
het fort gebruikten loodzware pilaren, oude boogstukken en andere brokken
uitgehouwen steen uit de Romeinse tijd en ook resten van sarcofagen. Die
vind je overal terug in dit prachtig gerestaureerde complex met veel binnenplaatsen,
voedselsilo's en fonteinen, ooit de residentie van de Arabische heersers
in Malaga.
Malaga
heeft veel. En nog veel meer. Toen ik hier jaren geleden logeerde in hotel
Malaga Palacio kon ik uit mijn kamer op het dak kijken van de kathedraal,
die hier 'La Manquita' wordt genoemd, de manke of eenarmige, omdat er
van de geplande twee torens maar één (92 meter hoog) is
afgebouwd. Ook het oude Andalusische hotel Malaga Palacio met z'n mooie
dakterras, fantastische ligging en wat slofferige service blijkt inmiddels
volledig in oude glorie hersteld.
De bouw van de kathedraal van Malaga duurde meer dan 250 jaar, van 1528
tot 1783. Begonnen werd in de gotische stijl, in die tijd werd er in de
haven extra belasting geheven om de bouw van de kathedraal te financieren.
Later werd overgeschakeld op de renaissancestijl.
Wandelpark
Op de Paseo del Parque, zeg maar de Ramblas van Malaga, wordt druk geflaneerd.
Het smalle wandelpark langs een Avenida telt meer dan 300 tropische en
subtropische planten en bomen. Met z'n openluchttheater en z'n vele romantische
zitjes, werd de Paseo gesticht ter gelegenheid van de 500ste herdenking
van de ontdekking van Amerika en het is nu, zo midden in de stad en met
zicht op de haven, de leukste en drukste wandelpromenade van Malaga.
Op
de Paseo del Parque flaneren de Malaguenos. In de tuinen langs deze wandelboulevard
staan meer dan 300 verschillende tropische planten.
Elke zaterdag is het hier 'Verdial', een fiësta van dans, muziek
en zang op z'n Malagees en ouder dan de flamenco. Na afloop zakt men gezamenlijk
af naar de taverna, voor de heerlijke Malagawijn, een wat zoet aperitief,
met de onvermijdelijke schotels vol tappas, hartige hapjes en verse, in
olijfolie gebakken sardientjes. Ik heb, denk ik, nog nooit zoveel ham
en worst bij elkaar gezien als in Malaga, Picasso's paradijselijke geboortestad.
Veel van wat er in Malaga gebeurt, is gebaseerd op traditie, en cultuur.
De stad is door en door katholiek en er zijn regelmatig processies, waarbij
vooral Mariabeelden door de straten worden gevoerd. Het heeft wel wat
weg van het rijke roomse leven in Nederland in de jaren vijftig. Bij het
populaire warenhuis El Corte Inglès is een hele afdeling ingericht
waar tienermeisjes kunnen kiezen uit misschien wel honderd verschillende
jurkjes voor hun eerste heilige communie. Kom daar tegenwoordig bij de
Bijenkorf eens om!
Op straat zie je mooie Andalusische meisjes met donkere ogen en zwart
haar, knoestige knullen met verzorgde stoppelbaardjes. De scooterjeugd
treft elkaar bij het moderne Larios-winkelcentrum. Ze zijn, zo te zien,
gemiddeld nog steeds kleiner dan de Noord-Europeanen. Veel mensen uit
Malaga werken in Marbella of Torremolinos. Maar zij kunnen het zich niet
veroorloven om daar ook te gaan wonen. In tegenstelling tot veel andere
Europese steden, staan er 's ochtends vaak files Malaga úit en's
avonds zijn ze er soms files de stad in.
Veel
wordt in Malaga besproken in de bodega, een knijpje op de hoek of een
taverna, zoals deze traditionele tapperij waar Malagawijn rijpt in eiken
vaten.
In El Palo, een gemoedelijk vissersdorp met karakteristieke huisjes aan
zee ten oosten van Malaga, kun je langs de boulevard behalve wandelen,
basketballen, joggen en fietsen ook rustig en vooral heerlijk eten. Gebakken
pescado, zojuist pal voor de deur opgevist, met verrukkelijke vinos. Gegrilde
garnalen met een glaasje witte Esmeralda van het wijnhuis Torres, om maar
een suggestie te doen. Inktvissalade met knoflook en tomaat. Malaga: de
kunst van lekker leven. Hier smaakt een tomaat tenminste nog naar tomaat.
REISWIJZER:
Transavia vliegt rechtstreeks op Malaga: elke dag vanaf Schiphol
en vijfmaal per week vanaf Rotterdam-Zestienhoven. Iberia vliegt
dagelijks meerdere malen op Malaga, maar steeds met een overstap
in Madrid. Golfclub met hotel: Parador de Malaga Golf.
Inlichtingen:
Spaans verkeersbureau, Den Haag, telefoon 070 - 346 5900.
E-mail: infolahayatourspain.es
|
Publicatiedatum = 8 april 2000
|