RODE
PLEIN:
een overweldigend sprookje
door
Pieter van der Sloot
MOSKOU
- Vooral de wat oudere Moskou-debutant toont zich vaak
teleurgesteld over de omvang van het Rode Plein, want
de decennia lange Sovjet-propaganda heeft zowel in oost
als west zijn uitwerking niet gemist. Op socialistische
hoogtijdagen moest een bataljon tv-camera's via een
speciale opstelling het schouwspel van voorbijrollende
tanks, kernraketten, marcherende soldaten en ook de
grootte van het plein nóg imponerender maken
dan het al was.
|
Vroeger
was het ten strengste verboden te drinken en te
roken.
Nu kijkt men niet meer zo nauw.
|
Voorbij
zijn deze grootse mei- en novemberparades, waarbij de
communistische elite vanaf Lenins mausoleum, met hoeden
op en in jassen uit het jaar nul, de superspeeltjes
van het Rode Leger feestelijk aan zich voorbij liet
trekken. Voorbij het gewapper van rode vaandels en vlaggen;
voorbij de kreten van: "Ja, ik begroet de wereldrevolutie!"
En: "Moskou steunt de onderdrukte Afrikanen!"
Voorbij
ook de mengeling van bijna religieuze ernst en angst
waarmee veel vroegere Sovjetburgers de kinderhoofdjes
van het Rode Plein betraden. Want het roken van een
sigaret, of het gedachteloos fluiten van een deuntje
kon al snel een half jaar cel opleveren.
|
Bruidje
op het Rode Plein,
waar pas-getrouwden traditiegetrouw een bezoekje
aan brengen.
|
Het
is er eerlijk is eerlijk onder de presidenten Boris
Jeltsin en Vladimir Poetin een stuk relaxter geworden.
Maar een écht gezellige plek is het uit de vijftiende
eeuw daterende 'Krasjnaja Plosjad' nog steeds niet.
De vlakte van 400 bij 150 meter, ingesloten door de
Vasilius-kathedraal, het warenhuis Goem, het Historisch
Museum en de terracotta-kleurige Kremlinmuren, is veeleer
groots te noemen. Overweldigend. 's Nachts, bij volle
maan, is er vrijwel geen sprookjesachtiger aanblik denkbaar
dan die op de kantelen van het Kremlin, waar de robijnrode
sterren op de torens nog steeds concurreren met die
van het universum.
Napoleon
Niet
alleen Stalin genoot hier de vruchten van zijn terreur;
in de eeuwen daarvoor fileerden tsaren als Ivan de Verschrikkelijke
en Peter de Grote op het plein vaak eigenhandig hun
vijanden. Napoleon snoof er schroeilucht op van de stad,
nadat hij die in 1812 in de brand had gestoken. Hier
strompelden de krijgsgevangen genomen Duitse soldaten,
nadat ze de uitputtingsslag tegen Rusland hadden verloren.
En ook Harry Mulisch heeft er rondgelopen, ongetwijfeld
heimelijk mijmerend over zijn onvoltooide manuscript
De ontdekking van Moskou.
"Ik
heb voor deze reis tien jaar gespaard", zegt Ivan Pavlovitsj,
een man met een fietsenrekgebit, terwijl hij verzaligd
tegen de zon inkijkt. De zestigjarige Rus is zojuist
met de trein aangekomen uit de Siberische stad Irkoetsk,
na bijna een week van hobbelen in een ovenhete coupé.
"Ik ben nog steeds communist", bekent hij, een tikje
gevend op een Marxspeldje op zijn voddige jasje. "Twintig
jaar geleden was ik hier voor het laatst. Wat is de
stad veranderd! Het lijkt hier onderhand wel New York!"
Hij
is één van de vele miljoenen Russen die
naar de hoofdstad komen, want dat Rusland Moskou niet
is (en andersom) wil men het liefst met eigen ogen zien.
Ook Oezbeken, Georgiërs, Armenen en andere inwoners
van de voormalige Sovjet-republieken die nu onafhankelijk
zijn geworden, drommen nog dagelijks op het Rode Plein
samen. Velen van hen beschouwen Moskou nog steeds als
hun hoofdstad.
Een
stoet bruiloftsgasten keert luidruchtig terug van het
nabijgelegen Graf van de Onbekende Soldaat, waar ze
bloemen hebben gelegd. Volgens de Russische traditie
moet een nieuw leven beginnen door het verleden te eren
en oorlogsgraven en die van schrijvers en componisten
doen het goed. Ze worden begeleid door een accordeonist
en een man met een trommel. Even later klinkt er in
een zijstraat naast de Goem het geknal van champagneflessen.
Dan begeven de jacquetten zich met hun dames naar Hotel
Rossia, met vijfduizend bedden één van
's werelds grootste hotels waar volgens een chroniqueur
van Gorbatsjovs perestrojkajaren destijds "evenveel
kakkerlakken waren als prostituees".
Een
straathandelaar probeert, ondanks de dertig graden Celsius,
een bontmuts te verkopen aan een Duitser die onverschrokken
afbeent op het borstbeeld van Stalin, wiens lichaam
in de Kremlinmuur is bijgezet. "Het is hier zo weids
en boomloos", zegt een meisje van twintig die bij de
Vasiliuskathedraal met een e-mailvriendje heeft afgesproken.
"Ik kom hier eigenlijk nooit."
Mummie
Het
is waar: op het Rode Plein is men nergens beschut; 's
winters waan je je er tijdens een sneeuwstorm simpelweg
op de steppe. "De stad zou hier een paar mooie terrassen
moeten maken", meent Ivan, een van de beroepsfotografen
voor de tombe van Lenin wiens gebalsemde mummie nog
steeds gratis te bewonderen is. "Ik was vorig jaar op
vakantie in Europa; daar is het op bijna elk plein gewoon
een feest. Maar voor het Kremlin is het plein gewoon
een soort heiligdom."
|
Het
mausoleum van Lenin wordt nu nog slechts bewaakt
door twee agenten. In de Sovjet-tijd was er een
speciaal opgeleid team.
|
Afgelopen
winter was er voor het eerst een kunstijsbaan, er is
een voorzichtig begin gemaakt met openluchtconcerten,
maar het bruisende Moskou begint pas aan de randen van
het Rode Plein, zodra men de replica van Opstandingspoort
(die Stalin in de jaren dertig liet slopen) door is
en een kolkend panorama van verkeer, winkels, bedelaars,
dagjesmensen, sjacheraars en straatmuzikanten zich openbaart.
Er zijn maar weinig wereldsteden waar zoveel nachtclubs,
restaurants en poenige luxe opeengehoopt zijn als in
hartje Moskou, dat rap op weg is zowel de cult- als
cultuurstad te worden van Oost-Europa.
De
bezoeker van de Russisch hoofdstad kan er niet omheen,
maar het Rode Plein is veeleer de aftrap voor de ontdekking
van Moskou dan het einddoel. Dat is een wijsheid die
Harry Mulisch inmiddels met tientallen miljoenen andere
stervelingen deelt.
Foto's:
Oleg Klimov e.a.
|