Alentenjo: schatkamer van Portugal

door Louis F. Groen

AMSTERDAM
Vakantie in Portugal betekent voor de meeste toeristen een paar weken strand aan de Algarve - de zuidelijke kust - of meer naar het noorden aan de Costa verde. Toch heeft Portugal veel meer te bieden.

Het land heeft een historie van ver voor Christus toen Carthago al delen van Zuid-Portugal in bezit had. Later kwamen de Romeinen, de Moren en nog later deelden Spanjaarden er de lakens uit.

De streek ter hoogte van Lissabon tussen de rivier de Taag in het noorden, de Algarve in het zuiden en Spanje in het oosten wordt de Alentejo - spreek uit Al-en-thee-show - genoemd en is één van de schatkamers van Portugal.

Het wijdse golvende landschap met min of meer in het centrum de universiteitsstad Évora, is als het ware bezaaid met kastelen, kloosters en burchten. Veel van deze bouwerken hebben natuurlijk de tand des tijds niet doorstaan en verkeren in ernstig vervallen staat of zijn nog slechts ruïnes.

Rustplaatsen

De Portugese overheid heeft echter een flink aantal van deze bouwwerken uit vervlogen tijden steen voor steen weer opgebouwd tot prachtige Pousada's - rustplaatsen - die nu als luxe hotels met hooguit 20 kamers dienst doen. Achterliggende gedachte zal daarbij zijn geweest dat het gebrek aan industrie in de streek op deze wijze met toerisme kan worden gecompenseerd.

Het leukste is om per (huur)auto de Alentejo van Pousada naar Pousada te verkennen. Iedere Pousada is immers anders en men komt iedere keer weer onder de indruk van de schitterende architectuur van zowel de binnen- als buitenkant.

Onderweg komt men door kleine stadjes die vaak één groot museum lijken te zijn met overal sporen uit vroegere tijden. Zo was het heel gebruikelijk dat welgestelden hun huis versierden met bijvoorbeeld een authentieke Romeinse gevel of middeleeuws raamkozijn.

Talrijk zijn ook de op strategische plaatsen gebouwde burchten waarvan je - na met de nodige transpiratie de smalle trappen te hebben beklommen - een kilometers ver uitzicht hebt over het omringende landschap. Men moest immers de vijand tijdig genoeg in de gaten hebben.

Er is zoveel historie dat de Unesco het stadje Évora heeft erkend als werelcultuur erfgoed. Naast de historische Pousada staat hier een fraaie Romeinse tempel. De kathedraal herbergt - een beetje weggestopt- de kapel der beenderen: een ruimte met muren en plafond gemaakt van de schedels en botten van duizenden monnikken.

Ook de inwendige mens komt in de Alentejo niets te kort. Vooral op het gebied van vleesgerechten kent de Portugese keuken een bijna oneindige traditie. Bijzonder zijn vooral de jachtschotels met patrijs en haas. Maar ook vis en dan met name de vissoep met daarin een flink stuk hondshaai is niet te versmaden. In veel gevallen wordt de maaltijd afgesloten met één van de plaatselijke nagerechten die als basis de dikmakers amandelen, suiker en eieren hebben.

Meewerken

Eten wat de pot schaft gaat vooral op in de zogenaamde Rural Farms; boerderijen waar een paar kamers voor gasten zijn ingericht. Men kan een dagje of desnoods een paar dagen 'meewerken' op de boerderij en zo op een aparte manier kennis maken met het land. Van dit soort boerderijen bestaat een keten door het hele land. De kamers zijn meestal ouderwets maar smaakvol ingericht en alles is brandschoon en kraakhelder.

Wat de wijn betreft; bij kenners in de hele wereld staat Portugal bekend om zijn brede keus aan uitstekende wijnen uit de 24 wijnstreken die het land rijk is. In de Alentejo zijn de belangrijkste wijnen afkomstig uit Redondo, Portalegre en Évora: rode wijnen met daarin de warmte van de zon.

Wat prijzen aangaat is een overnachting in een Pousada voor 2 personen inclusief ontbijt - afhankelijk van het seizoen - vanaf ongeveer ƒ140,- mogelijk.

Hoe er te komen? TAP Air Portugal vliegt elke dag naar Lissabon. Daar een auto huren - redelijke prijs - en binnen anderhalf uur ben je in het hart van de Alentejo.

Publicatie datum = 25-05-1996

terug Portugal intro