Skitest van de Telegraaf
scheidt het kaf van het koren
door Sieb Oostindië
Ons
ski- en snowboardteam aan het testen op de gletsjer in Hintertux.
HINTERTUX - "Dit is mijn lievelings-baby." Na vijf dagen skitesten
is de nuchtere Sepp Erler meer dan duidelijk en praat hij bijna vertederd
over het materiaal, dat hem het meest aanstaat. De 'staatlich geprüfter'
skileraar uit Hintertux heeft het testteam van De Telegraaf in alle opzichten
bijgestaan op de prachtige gletsjer en zegt dan zonder omwegen dat de
sportcarver Atomic Beta Race 9.20 er bovenuitsteekt. "Een heerlijke ski,
die boven de rest uitsteekt. Het meest verrassend van de afgelopen dagen
vond ik wel, dat er nog zulke grote verschillen zitten tussen alle merken."
Dat is maar goed ook, want daar ging het uiteindelijk ook om in deze
historische skitest. Op initiatief van deze krant leverden de zes best
verkopende merken in Nederland (Atomic, Völkl, Elan, Rossignol, Head
en Salomon) hun topmateriaal in drie categorieën. Via deze voorselectie,
die misschien tien procent van de markt vertegenwoordigt, kan het overgrote
deel van ski-minnend Nederland een perfecte keuze maken voor de aankoop
van nieuwe latten. "Na analyse met de verkoper wat voor type skiër
u bent, zal de keuze van een merk uit de TOP 3 altijd een goede zijn",
verzekert Wim Jacquet jr., een van de testskiërs, die nauw betrokken
was bij de opzet van dit unieke project.
De jonge Eemnesser verkoopt in zijn gelijknamige sportzaak in Amersfoort
alle merken ski's en weet dus wat er voor de consument komt kijken bij
de aanschaf van het materiaal. Ook zijn eindconclusie is duidelijk: "Het
meest opmerkelijk vond ik, dat de uitslagen qua uitblinkers en qua tegenvallers
opvallend unaniem waren. Dat ondanks het gemêleerde gezelschap."
Grote verschillen
De tien man tellende testgroep was opzettelijk zo samengesteld. Want
hele goede skiërs krijgen een slechte lat ook de bocht wel om, maar
het gaat juist ook om de mindere goden die willen weten wat ze het best
onder hun voeten kunnen hebben.
In
actie met de funcarve ski's. Hierbij heb je geen stokken nodig.
Tester Lex Hiemstra uit Heiloo verwoordt dat na afloop fraai: "Vroeger
stapte ik een winkel binnen en koos op het oog een ski die er mooi uitzag
en een goede naam had. Toen ik hieraan begon, dacht ik aan een moeilijk
karwei te beginnen. Omdat ik van mening was dat alle ski's wel ongeveer
gelijk zouden zijn. Ik ben voor Nederlandse begrippen niet meer dan een
redelijk goede skiër. Juist daarom vond ik het zo opvallend, dat
ik er de enorme verschillen tussen de merken onderling er zo gemakkelijk
uit haalde. Daarmee heb ik wel geleerd dat je de aankoop van ski's niet
zomaar kunt stoelen op reputatie. Dit was een zeer leerzame ervaring."
De ski-industrie is door de ontwikkeling van de carve-ski's nog dynamischer
geworden. Het materiaal is veel breder inzetbaar dan vroeger, toen je
heel specifiek en nauwgezet voor één type lat moest kiezen.
Nu dekken de allround- en sportcarvers eigenlijk de markt voor ruim 90%
van de Nederlanders. De eerste lat is inzetbaar van beginners tot gevorderden,
de tweede is meer specifiek geschikt voor de sportieve skiërs tot
experts. Daarom heb je eigenlijk maar twee paar latten nodig. De concurrentie
van de merken is moordend en wereldwijd is bijna elke skifabriek al een
keer over de kop gegaan. Om mee te blijven doen, is excelleren noodzaak
en dat uit zich in het feit, dat het materiaal over de breedte in het
algemeen uitstekend van kwaliteit is. Met daarbij uitschieters naar beneden
en naar boven. De kunst is, om die eruit te pikken.
Uit de test blijkt, dat Atomic het dit jaar uitstekend doet. De Oostenrijkse
skifabriek, die inmiddels is overgenomen door het Finse bedrijf AMER,
scoorde op alle fronten als beste. Een prachtig resultaat voor importeur
Loek Vermeulen: "Als de fabriek goede latten maakt, dan gaat het mij ook
goed. Het wordt wel onderstreept door het feit, dat de fabriek nog maar
12.000 paar latten op voorraad heeft voor de wereldmarkt."
Winnaar
De
Oostenrijkse ski-leraar Sepp Erler was één van de testers.
Dat is bijna niets, want de verkoop over de hele wereld bedroeg vorig
jaar nog 4,3 miljoen paar latten. De ski van wereldster Hermann Maier
werd in onze test in alle drie de categorieën glorieus winnaar. Bij
de allroundcarvers was het unaniem de Beta Carv/x9.18, bij de sportcarvers
de beta race 9.20 en bij de all mountaincarvers oftewel free ride ski's
de beta ride 10.20 titanium die goud pakten. Alles was bijna unaniem,
want test-skiër Hans van der Veldt beoordeelde de Elan PSX T.S.I.
als beste sportcarver, maar de Sloveense importeur had de fout gemaakt
om zijn spullen ongeprepareerd te leveren waardoor diens eindresultaat
uiteindelijk wat negatief beïnvloed werd.
Het testteam van De Telegraaf boog zich als toetje nog over de all mountain-carvers,
omdat dit type ski de laatste tijd aan een opmerkelijke opmars bezig is.
De lat is zoals de naam al zegt overal (off- en on-piste) inzetbaar en
draagt het kenmerk van een iets grotere breedte dan normaal. Dat heeft
als voordeel, dat hij zich in poedersneeuw en bijvoorbeeld papperige najaars-sneeuw
beter gedraagt. Een nadeel is, dat de lat ook beduidend zwaarder is. Daarmee
alleen al onderstrepend, dat ieder individu goed voor zichzelf dient na
te gaan wat zijn specifieke wensen zijn. Zoals dat ook binnen de andere
categorieën geldt ten aanzien van de keuze, want elke ski heeft zo
zijn specifieke karakter. Gelukkig wel.
Snowboarders
Hier
wordt een snowboard onder de loep genomen.
De grenzen vervagen niet alleen in Europa, maar ook in snowboard-land.
Keken freestylers en alpine jongens elkaar vroeger argwanend aan, nu groeien
zij steeds dichter naar elkaar toe. Dat komt vooral door de ontwikkeling
van het materiaal, waarin de eigenschappen van eerstgenoemde 'vijanden'
in elkaar verenigd worden. Wat vooral blijkt bij de freecarve-boards,
waarmee de alpine jongens perfect de bochten kunnen snijden en de freestylers
eigenlijk ook alle capriolen kunnen uithalen die ze vroeger met twee brede
plastic banden om hun voeten tevoorschijn toverden.
Maar eigenlijk geldt dat ook al voor de freeride boards. De Telegraaf
testte twee types, namelijk de freeride- en de freecarve groep. Daarmee
werd het grootste marktsegment onder de loep genomen.
Werden eerst de freeride boards met soft-boots getest, het merendeel
van de testgroep stapte daarna om op hard-boots om de freecarve boards
te onderzoeken. Dat deed veel pijn en kostte heel veel kracht in de mistige,
gure, van ieder zicht ontdane ontdane omstandigheden. De tweede test werd
opnieuw gestart met softboots en toen viel iedereen van zijn oorspronkelijke
geloof.
"Ik verkoop mijn schoenen en alpine-board en koop het nieuwe spul", zei
tester Remco Meijntjes. Ook ondergetekende ondervond het comfort van het
nieuwe materiaal, dat bij de freecarve boards gelijk ook tot hogere waardering
leidde dan tijdens de test met het harde schoenmateriaal.
Het waarom is simpel: De vernieuwde softboots zijn comfortabeler en veel
meer vergevingsgezind ten opzichte van de gemaakte fouten. Zij sturen
weliswaar wat minder direct, maar daar wen je snel aan. Het materiaal
is een stuk lichter en omdat ook de binding bijna niets meer weegt, wegen
de voordelen ruim op tegen de nadelen. De softboots zijn overigens nog
beduidend goedkoper ook.
De materiële ontwikkeling gaat razendsnel. Nitro, Burton en Rossignol
hebben een softboot met instap-systeem ontwikkeld, die niet alleen veel
meer steun geeft dan vroeger maar vooral ook het tijdperk van het ellendige
aan- en uitdoen van de binding tot het verleden rekent.
Een prettige maar heel belangrijke conclusie van dit onderzoek. Een test,
die wat grotere verschillen te zien gaf dan bij de ski's. De grote lijn
gaf hetzelfde resultaat te zien, maar juist de uitzondering bevestigde
de regel. Zo beoordeelden drie testers de Nidecker Megalight 2000 als
de minste freecarver, maar zag tester Marco van den Bergh hem juist als
beste. Hij gaf hoog op van de plank, omdat deze enorme freestyle-eigenschappen
bezit.
De geteste freeride en freecarve boards moesten onder alle piste-omstandigheden
voldoen, omdat juist dat van ze gevraagd wordt. Wat dat betreft zat het
testteam op rozen, want begin oktober gaf de gletsjer alles te zien wat
je in de alpen tegen kunt komen: poedersneeuw, geprepareerde pistes, een
ijzig onderstuk op weg naar het middenstation en daarbij ook mooie steile
en vlakke afdalingen.
Gemak
De freeride boards hebben nog altijd wat meer het karakter van het freestylen,
de freecarve die van de pure alpine-boards. Maar in feite lopen de twee
categorieën langzamerhand in elkaar over. Zo gaf het freeride board
van Nitro, de Naturals met een lengte van 1,64 meter, een enorm gemak
om te berijden te zien, maar was het ongekend om te constateren dat het
tegelijkertijd zulke extreem goede carve-eigenschappen had. Dat had de
Rossignol Slayer 163 ook, maar dit was feitelijk meer een puur alpineboard
dat de importeur had meegestuurd en daarom viel het buiten de top drie
van de freecarvers.
Winnaar bij de freeriders werd het aloude snowboardmerk Burton, dat met
de Super model 163 net aan won van de Nitro Naturals 164 en de Salomon
550 Speed 160. Bij de freecarvers won de Oxygen APX 165 het vrij ruim
van de Salomon 450 Speed 166 en de Burton Fusion, die in de achtervolging
vlak na elkaar eindigden.
Foto's: Glenn Wassenbergh
Publicatiedatum = 4 december 1999
|