&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> |
Iedereen wil naar de Grossglocknerdoor NICO VAN DER ZWET SLOTENMAKER ZELL AM SEE - In de zomermaanden is het in Zell am See al vroeg dag. De touringcars worden in snel tempo volgeladen, alsof men niets liever wil dan dit toch zo prachtige stadje zo spoedig mogelijk de rug toe te keren. Maar, maakt u zich niet ongerust, in de avonduren komen ze allemaal weer terug. Ze zijn alleen even een kijkje gaan nemen op de Grossglockner, het altijd op de agenda staande uitstapje waarvan Zell am See de ideale uitvalsbasis is. Zell am See ligt op een vooruitspringende landpunt aan het meer. Het ontstaan van het 8500 inwoners tellende stadje in de Oostenrijkse Mitterpinzgau heeft ook alles te maken met die weg over de Alpen die vroeger de Hochtor werd genoemd. Hoewel de doorvoerhandel tussen Italië en Zuid-Duitsland over deze pas eerst in de Middeleeuwen tot grote bloei kwam moet er ook al eerder verkeer mogelijk zijn geweest. Anders zouden de monniken van Salzburg hier in 740 geen klooster hebben gesticht. Want het verhaal dat de kloosterlingen het vooral in de afzondering zochten is slechts zeer ten dele waar. Veeleer waren ze in die dagen ook betrokken bij allerhande soorten handel en nijverheid en stelden ze zich verkeerstechnisch strategisch op. Een fontein in het centrum van Zell Am See Dat de monniken op deze plek geen pioniers waren, kwam in 1952 aan het licht toen bij graaf- werkzaamheden op berghellingen in de omgeving Romeins keukengerei uit de eerste eeuw opdook. Baas Nu zijn de toeristen de baas. In winter en zomer. En het is hard gegaan, heel hard. Dacht men in 1950 met 180.000 overnachtingen per jaar al een heel eind op de goede weg te zijn, nu passeert men gemakkelijk het miljoen. In de geschiedenis van Zell am See die men op het V.V.V.-kantoor niet op de toonbank heeft, maar die men wel voor mij wil kopiëren, wijzen nog meer groeicijfers op een stormachtige ontwikkeling op alle fronten, of het nu scholen of het aantal ziekenhuisbedden betreft. En toch is het op straat nooit zo extreem druk. Naast de tocht naar de Grossglockner zijn er in de omgeving nog veel meer prachtige uitstapjes te maken en in het centrum van Zell is altijd wel een stoel op een terrasje vrij. Blikvanger De Vogtturm uit 1300 is de grootste blikvanger van het stadje. Een historisch centrum voor een deel uiteraard met de forse Vogtturm uit 1300 als de grootste blikvanger. Vroeger werden hier de goederen opgeslagen die de boeren verplicht waren aan de kerkelijke macht af te staan, want wie denkt dat iedereen toen maar wat op zijn eigen houtje mocht aanrommelen heeft de verkeerde geschiedenisboekjes gelezen. De Pfarrkirche St. Hippolyt is de andere kerk in het centrum. Voor liefhebbers van gotische beelden is dit een verplicht nummer en een vijftiende-eeuwse Madonna met kind schijnt het neusje van de zalm te zijn, al zie ik het er natuurlijk weer eens niet van af. Maar, eerlijk is eerlijk, een mooi godshuis is het wel. De Pfarrkirche St. Hippolyt is weer een andere bezienswaardigheid. Naar het meer wandel ik pas als ik het andere achter de rug heb. Plaatsen die aan het water grenzen richten hun toeristische pijlen vroeger vooral op de watersporters. Je kon er zo fijn zeilen en kanoën. Wat later moest iedereen min of meer noodgedwongen in de motorboot en omdat die vanwege het milieu een beetje in de ban is gedaan staat vandaag de helderheid van het water centraal. Het zal u niet verbazen dat Zell am See ook nog kuuroord is alles is tegenwoordig kuuroord en als je zo'n kwalificatie voert kan je uiteraard niet naast een smoezelige plas wonen. In de mij verstrekte gegevens lees ik dat het meer van Zell zo langzamerhand de overtreffende trap van reinheid heeft bereikt. Het vier kilometer lange en gemiddeld 1,3 kilometer brede water moet in vroeger tijden veel groter zijn geweest, al blijven de 174 miljoen kubieke meter water de laatste jaren behoorlijk op peil. Omdat er geen gletsjer in de buurt is en de zon vrij toegang heeft wordt het water al in het voorjaar snel warmer en is 25 graden in de zomer geen uitzondering. En dat is voor een meer op 750 meter boven de zeespiegel heel wat. Zwemmen Als je tijd hebt kun je er helemaal omheen lopen of anders naar de overkant varen waar bijvoorbeeld in Thumersbach goede zwemmogelijkheden zijn. Een feestelijke rondvaart kan ook. Dan vertrek je vlakbij het Grand Hotel, u weet wel, zo'n onderkomen waar de historie aan de ramen kleeft. Ieder zichzelf respecterende toeristenplaats met veel wortels in het verleden heeft een Grand Hotel en dan moet het ook waarlijk groots zijn ook. En er moeten oude en liefst adellijke dames en heren wonen die dagelijks met kleine hondjes twee keer de boulevard op en neer lopen en er niet en nooit over zullen peinzen het echte toeristische vertier op te zoeken.
(Foto links) Je kunt naar de
overkant varen, maar gewoon een tochtje over het meer zonder vast doel
is ook mogelijk. Ze zijn er gelukkig ook bij mijn bezoek en ik hoop ook dat ze nooit zullen uitsterven. Aan het verzoek de vogels niet te voeren omdat zulks vervuild water kan opleveren voldoen, ze zonder morren.
Voer de watervogels nu eens niet. Ik verdenk ze er zelfs van dat ze nog nooit op de Grossglockner zijn geweest. Publicatiedatum = 22 mei 1999 |