Twee en halve week met de 'Noorderlicht' in de voetsporen van Willem Barendsz

IJsberen in zicht: "Niet schreeuwen"

door Merel de Deugd

SPITSBERGEN - Aangemoedigd door een prachtige diavoorstelling van SNP-natuurreizen heb ik twee maanden geleden besloten deze reis te maken. De vakantie begint in Longyearbyen, de grootste plaats (1.200 inwoners) op het eiland Spitsbergen en ook de enige plaats waar we nog mensen tegenkomen. Vanaf daar zakken we met de tweemaster 'Noorderlicht' af via de westkust naar Sorkappoya, het zuidelijkste puntje van Spitsbergen. Vervolgens varen we via een stukje oost-Spitsbergen naar de eilanden Edgeoya, Hopen en Bereneiland. We eindigen bij Tromso in Noord-Noorwegen. Dagelijks stappen aan land om wandelingen te maken. Zo ontdekken we de kust van Spitsbergen, die zonder schip onbereikbaar is.

Op 19 juni 1596 ontdekte Willem Barendsz, aan het topje van de aardbol land. Hij noemde dit onherbergzame land Spitsbergen. De spitse bergen aan de noordwestkust brachten hem op die naam. Twee en halve week reisde ik in de voetsporen van Willem Barendsz met het schip 'Noorderlicht' rond Spitsbergen. Het laatste stukje land, voordat de eeuwige ijsvlaktes van de noordpool beginnen. Het land waar de ijsbeer The King of Arctic is.

Genieten

De 'Noorderlicht' is een goed uitgeruste tweemaster waarop we eten en slapen. Als de wind het toelaat gaan de zeilen uit. In deze zeiluren komen we bij van de wandelingen, lezen een boek, helpen met het hijsen van de zeilen of staan uren dik aangekleed aan het dek van de omgeving te genieten. De vijf bemanningsleden doen er alles aan om de passagiers een mooie tijd te bezorgen en dat lukt ze. Uitkijkend op het schip naar de bergen die uit de zee opdoemen en gletsjers die het water weer naar de zee brengen, besef ik, dat hier op het dak van onze aardbol niet de mens bepaalt wat er gebeurt maar de natuur.

Ons schip deed zijn naam bij het binnenvaren van de haven alle eer aan: het Noorderlicht was in al zijn grootheid te bewonderen.

Door het arctische klimaat moet de mens zich hier meer dan elders aanpassen. Asfaltwegen heb je op Spitsbergen bijna niet, de natuur zou de wegen in stukken breken. Vanaf een meter onder de grond begint de permafrost, een eeuwig bevroren laag. De grond boven deze permafrost kan zomers erg nat worden en 's winters weer bevriezen. De oppervlakte zet dan uit en krimpt weer in. Door dit proces komt alles wat de mens in de grond stopt er na een jaar of tien weer uit. Daarom zijn de weinige huizen die je op Spitsbergen ziet op palen gebouwd.

In de zomer is het dag en nacht licht. Mijn eerste nacht op de wateren rond Spitsbergen rol ik uit mijn warme kooi. Met een glas in mijn hand ga ik aan dek op om de zon te zien schijnen. Vogels kraaien om de boot en in de verte achter de zon duikt een walvis even op. Tegen het einde van onze reis gaat de zon voor het eerst na maanden weer onder om na enkele minuten weer op te komen.

Lief

Het duidelijkste voorbeeld van de heersende kracht van de natuur is misschien nog wel de zo lief uitziende ijsbeer. Aangekomen bij Edgeoya, een eiland ten oosten van Spitsbergen, staan we ingepakt met dikke jassen, handschoenen en mutsen klaar om aan land te gaan als plotseling een van de deelnemers roept: "Een ijsbeer!". Iedereen rent naar de reling om het beste plekje te veroveren.

De kans om een ijsbeer tegen te komen is groot.

Onze reisleider, Maarten de Vries roept nog: "Niet schreeuwen, want anders jaag je hem weg," maar dat horen we niet. Iedereen is zo verrukt. Het enige waar we nog oog voor hebben is dit, zich log voortbewegende beest. Door ons enthousiast gegil heeft hij ons gehoord en gaat rechtop staan om ons te ruiken. De schipper probeert het schip heel langzaam dichter bij de beer te brengen, zodat we nog intenser kunnen genieten. Zo moet Willem Barendsz zich ook gevoeld hebben bij het zien van zijn eerste ijsbeer. Tien minuten lang staan we met open mond te kijken. Dan heeft de beer er genoeg van en verdwijnt achter de rotsen.

Zelf aan het roer de schitterende natuur bij Spitsbergen tegemoet.

De sensatie stroomt nog door het bloed wanneer Maarten vertelt dat we nu niet aan land kunnen. De kans dat we de ijsbeer tegenkomen is te groot. "Zolang ik de confrontatie uit de weg kan gaan doe ik dit. Ik dood zo'n dier liever niet. Dit is zijn land. Wij zijn hier te gast", legt Maarten uit. Vol begrip gaan we verder naar de volgende bestemming. Het is niet alleen de ijsbeer die ons fascineert. Walrussen die naast de boot opduiken zijn net zo'n bezienswaardigheid. Deze een beetje onnozel en aandoenlijk ogende dieren komen in groepsverband een luchtje scheppen en blijven uren rond je boot zwemmen.

Botten

Wandelen over duizenden walvis- en walrusbotten plaatst ons bezoek in een historisch kader. Deze botten liggen al honderden jaren op het strand, omdat de kou het verweringsproces tegenhoudt. Het zijn de overblijfselen van de vangsten van de walvisjagers, die na Willem Barendsz hier kwamen om het vet van deze dieren te gebruiken voor de fabricage van zeep. Het voelt alsof je op de killing fields van de walvisvaart loopt. Dit is het resultaat van de woeste jacht van onze voorvaders.

Botten van walvissen liggen soms al eeuwen aan de wal.

Het verhaal wordt nog schrijnender wanneer Maarten vertelt hoe de walrussen aan hun einde kwamen. Als de jagers een groepje walrussen op het land tegen kwamen hakten ze de neus van de kop om de kostbare slagtanden mee naar huis te nemen. De walrussen lieten ze op het land doodbloeden. De ironie wil dat het voedsel van de jagers uit de botten van de walrussen groeit. Door de mineralen die in de botten zitten kan lepelblad er goed gedijen. Lepelblad bevat veel vitamine C en dit was een belangrijke voedingsbron van de jagers.

Walrussen zwemmen vlak langs de boot.

Na een dag zeilen gaan we aan land om een 65 kilometer lange gletsjer te bekijken. Maarten is fysisch-geograaf en kan ons daardoor goed uitleggen wat we zien. Zo vertelt hij dat het ijs met de diepe blauw kleur het oudste is, duizenden jaren oud. Door de druk is in de loop der jaren de lucht uit het ijs geperst en krijgt het ijs de kleur van water. Uren lopen we over het meters dikke ijs. We zien niets anders dan dit bevroren water. Enorme knallen geven aan dat de ijsmassa zich iedere dag meters richting zee verplaatst.

Licht

Onze reis wordt afgesloten met misschien wel het mooiste wonder van de natuur: het Noorderlicht, een zonne-uitbarsting, die alleen is te zien als het donker en helder weer is. Wij zagen dit wonder toen we binnenvoeren in het Noorse Gromso. Hel groene lichtbundels verschijnen in de hemel, die als een gordijn van de ene kant naar de andere kant schieten, uitdoven en op een andere plaats weer te voorschijn komen. Het Noorderlicht als afsluiting van zo'n reis die in het teken staat van de natuur is een kroon op dit avontuur.

Papegaaiduikers rusten uit op een rotsblok.

De reizen naar Spitsbergen met het zeilschip 'Noorderlicht' worden georganiseerd door 'De zeilvaart', Plancius Oceanwide en SNP-natuurreizen.

Plancius Oceanwide, postbus 1014, 4380 KA Vlissingen. Tel: 0118-410410. SNP-reizen, Groesbeekseweg 181 Nijmegen. Tel. 024-3605222. Zeilvaart, Stationsplein 3, 1601 EN Enkhuizen. Tel: 0228-312324.

(eigen foto's)

Publicatiedatum = 10 oktober 1998

terug Noorwegen intro