zaterdag 6 januari 2001

NOORDKAAP:

's Nachts in het zonnetje

door PAOLA VAN DE VELDE

HONNINGVÅG - De drie grote zaklantaarns en het doosje reservebatterijen die we als ervaren kampeerders op onze reis naar het Hoge Noorden hebben meegebracht, hadden we net zo goed thuis kunnen laten. De beroemde 'witte zomernachten' van Scandinavië zijn nog lichter dan verwacht. Het is een vreemde gewaarwording om rond middernacht in het zonnetje te zitten en moeiteloos, zonder hulp van een lamp, de krant te kunnen lezen. Duurde elke dag maar zo heerlijk lang! Maar wat voor de één een zegen is, is voor de ander een vloek. Slapeloosheid en een verstoord bioritme liggen op de loer voor hen die alleen in het pikkedonker de slaap kunnen vatten.

Het klokje in de auto wijst 22.45 uur aan, maar het had net zo goed vier uur 's middags kunnen zijn. Onder een stralende middernachtzon rijden we naar het Noorse eiland Mageroya, waar de ultieme bestemming van onze vakantie ligt: de Noordkaap, het noordelijkste puntje van Europa. Helemaal op waarheid berust dit niet. Elke reisgids zal u vertellen dat de iets westelijker gelegen landtong Knivskjelodden nog net iets noordelijker reikt, maar omdat daar geen wegen naar toe leiden, trekken iedere zomer duizenden toeristen van heinde en verre naar het Noordkaapplateau, dat hemelsbreed op 2340 kilometer afstand van Amsterdam ligt. Met busladingen tegelijk arriveren ze op de 307 meter hoge rotsformatie om de middernachtzon boven de Noordelijke IJszee te zien schijnen. Wie het zich kan veroorloven, bestelt een fles champagne en feestelijke hapjes kaviaar en klinkt in de door honderden kaarsjes verlichtte rotsbar op het behalen van het bijzondere reisdoel.

Sinds twee jaar verbindt een zeven kilometer lange toltunnel het eiland Mageroya met het Noorse vasteland. De lange wachttijden voor de veerpont, die voorheen de toeristen overzette, zijn hierdoor gelukkig verleden tijd. Goedkoop is een rit door de tunnel, die bijna 210 meter onder de zeespiegel ligt, echter niet. Een enkele reis voor een personenauto en twee inzittenden kost 165 NOK, omgerekend zo'n 45 gulden. Ook de toegang tot het Noordkaapplateau, dat alleen in de zomermaanden geopend is, is niet gratis. Voor een entreebewijs, dat 48 uur geldig is, rekenen de zakelijke Noren doodleuk 180 NOK p.p. (circa 48 gulden).

Mist

Voorbij de tunnel wacht ons een eerste teleurstelling. Het ruige landschap, waar geen boom groeit, maar wel honderden rendieren grazen, is plotseling in een dikke deken van mist gehuld. We zien geen hand voor ogen. Behoedzaam rijden we door, hopend dat de grijze sluiers zullen verdwijnen. We hebben echter geen geluk. De mist blijft hangen en kaap noch zon of zee zijn daardoor te zien. We troosten ons met de gedachte dat dit wél de meest noordelijke nevelslierten van Europa zijn, die ons het zicht ontnemen.

Om klokslag middernacht gaat er echter op eens een luid gejoel op in de hal van het Nordkappcenter. Het restaurant, het museum, de kapel en de bioscoop stromen leeg. Iedereen baant zich snel een weg naar buiten om getuige te kunnen zijn van een klein wonder. Heel even weet de zon door de dikke mist heen te breken. Een groep Japanners klapt in de handen van opwinding. Camera's klikken en een Franse rugzaktoerist heft een lied aan. Dít is het moment waarop iedereen heeft gewacht.

De Noordkaap, het noordelijkste puntje van Europa.
FOTO: NORSKE TURIST SERVICE

Juist omdat het klimaat op Mageroya zo grillig is en heldere nachten hier een zeldzaamheid zijn, is het raadzaam om tenminste twee dagen uit te trekken voor een bezoek aan de Noordkaap. Zo heeft u meer kans een glimp op te vangen van de middernachtzon (niet te verwarren met het befaamde noorderlicht dat alleen in winter is te aanschouwen), die hier van 14 mei tot en met 30 juli vierentwintig uur per dag aan de hemel staat.

'Niet de bestemming, maar de reis zelf is het doel'. Deze bekende boeddhistische wijsheid gaat zeker op voor de dagenlang durende tocht naar de Noordkaap. De afstand Oslo-Honningsv°ag is zonder omwegen bijna 2200 kilometer en jakkeren heeft geen zin. Op de Noorse autowegen mag vrijwel nergens harder dan 80 kilometer per uur worden gereden en bovendien is er onderweg van alles te zien en te beleven. Behalve ongelooflijk indrukwekkend natuurschoon zoals de beroemde fjorden en vriendelijke steden zoals Oslo, Bergen, °Alesund, Trondheim en niet te vergeten Tromso, de noorderlijkste universiteitstad ter wereld, heeft Noorwegen nog tal van andere, soms zelfs unieke attracties te bieden.

Zo is het de moeite waard een omweg te maken naar Vester°alen, een eilandengroep ten noorden van de meer bekende Lofoten. Vanuit de hoofdplaats Andenes, in het noorden van de archipel, vertrekken dagelijks verschillende boten voor een heuse 'walvissafari'. Op slechts één uur varen van de kust ligt hier namelijk een continentaal plat, dat tijdens de zomermaanden wordt bevolkt door enorme potvissen.

Het Whalecentre dat deze trips (à 620 NOK p.p.) organiseert garandeert de deelnemers met 95 procent zekerheid dat zij deze grootste tandwalvis, die voornamelijk leeft van reuzeninktvissen, ook daadwerkelijk zullen zien. En wie onverhoopt de gigantische zeezoogdieren niet aantreft, krijgt de volgende dag een gratis herkansing. Warme kleren, zoals een fleece-trui en een waterdicht windjack zijn een vereiste. Zeebenen mooi meegenomen, maar voor wie zijn evenwichtsorgaan niet vertrouwt zijn er pilletjes tegen zeeziekte verkrijgbaar.

Op de dag dat wij aan boord van de 'Reine' stappen, regent het pijpenstelen, maar dat mag de pret niet drukken. Na een diashow en een rondleiding door het Walvis-museum, dat behalve het wetenschappelijk onderzoek dat naar deze dieren wordt verricht, ook de omstreden walvisjacht belicht, zit de stemming er goed in. We willen die reusachtige beesten, waarvan de mannetjes wel 25 meter lang kunnen worden, nu weleens met eigen ogen aanschouwen.

Majestueus

Terwijl een enkeling ondanks alle voorzorgsmaatregelen kotsmisselijk over de reling hangt en dus geen oog heeft voor de koddige papegaaiduikers die voorbij vliegen, laat staan voor de hongerige zeemeeuwen die om de boot cirkelen, wordt na anderhalf uur varen de eerste potvis gespot. In de verte is een zwarte rugvin te zien, waarboven met enige regelmaat een fontein van water verschijnt. De potvis 'ontlucht' zich op die manier een keer of zeven, acht voordat hij zijn karakteristieke vierkante kop iets oplicht, zijn rug kromt en naar de diepte duikt om voedsel te zoeken. Dan komt eindelijk die majestueuze staart te voorschijn, die de kleumende toeristen met hun verkrampte vingers verwoed op de gevoelige plaat trachten vast te leggen.

De omgeving van de Noordkaap: een desolaat landschap,
dat op velen grote aantrekkingskracht uitoefent
.
FOTO: NORSKE TURIST SERVICE

Na vier uur intensief speuren staat de teller op twintig walvissen. Navraag bij de bemanning leert dat het mogelijk om slechts vijf individuele exemplaren ging. Twee ervan zwommen relatief dichtbij de boot. Voorwaar geen slechte score! Boven een dampende kop groentesoep vertelt de kapitein dat de dag ervoor nog een grote groep orka's is gesignaleerd vlak voor de kust bij Andenes. "Zelfs vanaf de camping heeft men ze kunnen zien", beweert hij. Maar hoe wij ook langs de horizon turen, de zwart-witte killerwhales laten zich niet zien. "Jammer", knikt de kapitein. "But you can't have it all."

Wie circa drie weken uittrekt voor een auto- of campertocht naar de Noordkaap heeft voldoende tijd om ook het beroemde Geirangerfjord aan te doen en een uitstap naar de Jostedalsbreen, het grootste gletscherveld van het Europese vasteland, te maken. Verschillende uitlopers van deze ijskap dringen door tot diep in de dalen in de omgeving van Stryn en Loen en zijn daardoor relatief eenvoudig te bereiken.

terug Noorwegen intro