NOORWEGEN

Bergen draagt Grieg op handen

door NICO VAN DER ZWET SLOTENMAKER

BERGEN - De laatste keer dat ik de Noorse havenstad Bergen belichtte, zo'n twaalf jaar geleden, ben ik tegenover één persoon in het bijzonder wel heel danig in de fout gegaan. Destijds ben ik in een toeristenbus gestapt onder de belofte dat ik in anderhalf uur geheel Bergen tot in de kleinste finesses zou leren kennen. Dat is in een dergelijke grote stad met onwaarschijnlijk veel bezienswaardigheden op zich al onmogelijk. Erger was echter dat de reisleidster bij iedere dikke boom de loftrompet stak over de beroemdste zoon van de stad, de componist Edvard Grieg.

De haven met vismarkt, waar overigens ook bloemen worden verkocht.

Zonder de capaciteiten van deze vermaarde toondichter ook maar op het geringste punt in twijfel te trekken, ontvlood mij toen de regel dat Bergen toch waarlijk nog wel iets meer is dan Grieg alleen. Dat kwam mij op acht schriftelijke schrobberingen van lezers te staan, een record in mijn onbetekenende loopbaan. En allemaal van pure Grieg-adepten die wel degelijk meenden dat Bergen eerst vele malen Grieg en daarna pas Bergen is of eerst nog mevrouw Grieg, dat weet ik zo precies niet meer.

Daarom dien ik vandaag mijn automatisch naar de haven gerichte voeten vooralsnog aanzienlijk bij te sturen om eerst een bezoekje te brengen aan Troldhaugen, de naam van de heuvel en het huis dat Grieg in 1884 kocht en waar hij 22 jaar woonde. Troldhaugen ligt nog geen tien kilometer buiten het centrum van de stad in het dorpje Hop en het betekent de heuvel van de Trollen, geestverschijningen of heksen waarvan je alles kunt verwachten. Doorgaans weinig goeds trouwens.

Sprookjesfiguren

Het is opvallend dat in Scandinavië oude goden en sprookjesfiguren veel meer deel van het volksleven uitmaken dan bij ons. Zo zwaait ene Thor daar nog regelmatig zijn hamer en hebben andere griezels eveneens vrij spel. Het zal wel komen omdat onze natie vandaag de dag te keurig is afgeperkt en aangeharkt om ver van het normale weg te dromen, terwijl noordelijker de eeuwig zingende bossen en andere onherbergzame oorden de mens op de gedachte zouden kunnen brengen dat zeker niet alles hoeft te zijn wat het lijkt.

Componist zocht het bij de trollen

Grieg zocht het dus bij de trollen, een omgeving waar voor iemand van zijn beroep best een beetje inspiratie te vinden geweest zal zijn. Want als kunstenaars dan geen slechte jeugd hebben gehad, is een mystieke entourage een pre om scheppend bezig te zijn.

Componist Edvard Grieg, de beroemdste zoon van de stad.

 

Grieg had geen slechte jeugd, al was het een huisvriend van zijn ouders, Ole Bull, die zijn talent ontdekte en op wiens advies hij als 15-jarige naar Leipzig trok om leerling te worden van de pianist Wenzel. De jongeman had het daar niet echt naar zijn zin en zo zou het altijd blijven als hij in het buitenland was of zich er enige tijd vestigde. Altijd verlangde hij terug naar zijn geboortestad, een hartenwens die hij met de koop van Troldhaugen bezegelde. Toen al was gebleken dat hij zich steeds meer aangetrokken voelde door de Noorse folkloristische muziek.

'Hij vond zowel zijn kracht als zijn begrenzing in de muzikale vertolking van een romantisch nationalisme' zegt de encyclopedie daarover. De 'Peer Gynt-suites' en de 'Holbergsuite' vormen daaruit de nog steeds veel uitgevoerde hoogtepunten.

Hoe Grieg heeft gewoond en geleefd is in Troldhaugen nog goed te zien. Het gehele Victoriaanse interieur is bewaard gebleven en onderaan de heuvel is het paviljoen waarin de componist veel arbeidde nog in prima staat. In de villa zelf is een concertzaal die in het hoogseizoen altijd in gebruik is. Muziek van Grieg uiteraard en als ik er mijn oor ruim een uur te luisteren heb gelegd, moet ik wel tot de conclusie komen dat ik hem thuis te weinig draai. Dit ter algehele verontschuldiging.

Terug de heuvel af staan twee pubers muziek te maken en zij tonen zich niet ongenegen hun prestaties met klinkende muntjes beloond te zien. Aan de voet van de trollenheuvel ontmoet ik ze eindelijk, de geheimzinnige wezentjes. Een handige, in de huisvlijt druk zijnde particulier heeft ze uit stukken en stronken boom gesneden. Paarse neuzen, bochels, grote hoeden. Leuk hoor, al zouden de creaturen die ze in Oostenrijk bij watervalletjes ten verkoop aanbieden zonder moeite volle neven of nichten kunnen zijn.

Veel houten huizen zijn er na verschillende stadsbranden niet overgebleven in Bergen, maar ze staan er nog wel.

 

 

In Bergen zelf heerst de werkelijkheid. De echte drukte is tegenwoordig echter op zee in de off-shore-activiteiten. Olie, olie en nog eens olie. De administratieve activiteiten spelen zich echter aan de wal af. Hotels zitten vol zakenmensen en omdat ook steeds meer ondernemers en hun personeel zich hier dan willen vestigen zijn de huizenprijzen nog nooit zo hoog geweest. De olie is op tijd gekomen, want van de bloeiende scheepsbouwindustrie is niets meer over. En datzelfde geldt voor de toeleveringsbedrijven. Vroeger waren er in Bergen alleen al twintig touwslagerijen. In het Duits is dat overigens Reperbahn, zodat u niet hoeft te denken dat de Hamburgse zonden er van huis uit geweest moeten zijn.

De teloorgang van de scheepsbouw, die wij in eigen land ook kennen, wordt in Noorwegen niet als bij ons toegeschreven aan het feit dat we onszelf uit de markt hebben geprezen, maar als een normale economische ontwikkeling gezien. Dat klinkt een stuk realistischer. Vooruitzien is de boodschap. Laatst was ik in IJsland. Alles draait daar om de visexport. Maar als die bron nog eens droogvalt, heeft men al een alternatief achter de hand; de IJslanders willen energie gaan exporteren. Geisers en heet water genoeg.

Stadsbranden

Bergen houdt het voorlopig op de olie. Brandbaar spul dat een beetje uit de buurt moet blijven, want vuur hebben de Bergenaren vroeger genoeg gezien. Liefst acht stadsbranden hebben ze moeten meemaken. Daarom is er van de echt oorspronkelijke gebouwen niet zo verschrikkelijk veel meer over. Genoeg echter om er een wandeling langs te maken en af en toe eens een museum in te duiken. Er zijn er niet minder dan vijfentwintig, zodat u altijd onder dak komt. Dat moet soms, want nergens in Europa valt meer regen dan juist hier. Er zijn tientallen grappen over. Ik heb ze te vaak gehoord en gelezen om ze nog aardig te vinden.

FOTO'S: VATREY MARC

Publicatiedatum = 01 juli 2000