De intimiteit van de Reeuwijkse Plassen
door ED DE KEUNING
REEUWIJK - De Reeuwijkse plassen zijn in tegenstelling tot de andere
plassen in de omgeving ontstaan niet in de 17e eeuw maar pas in de 19e
eeuw door vervening, toen het veen in de rest van Holland opraakte. De
turf hiervan werd in de streek rond Gouda niet alleen gebruikt voor verwarming
maar ook als brandstof in bedrijven als steenbakkerijen, brouwerijen en
pijpenbakkerijen.
Vanuit Reeuwijk moet een brug worden gepasseerd om op de plassen te komen. Het verschil met de andere plassen is ook dat
bij de vervening de meeste wegen gespaard zijn gebleven, waardoor het
plassengebied een samenstel van kleine plasjes vormt met alle
intimiteit daarvan met onverwachte doorvaartjes en doorkijkjes. De
plassen hebben een rechthoekige vorm, die ontstond door de verkaveling
van de weilanden. waarin het veen werd weggestoken.
Vervenen
Doordat de
kaden en wegen beplant en bebouwd zijn, krijgt men echter weer het idee
dat elke plas een afgesloten geheel vormt. Samen hebben ze een
oppervlakte van ruim 900 ha. Door de gebruikte techniek van het
vervenen zijn de plassen niet erg diep en dus ook bij slechter weer erg
rustig.
Gemotoriseerd varen wordt op de Reeuwijkse plassen ontmoedigd. Er is daarom ook maar één pompstation te vinden aan de oevers. Ze liggen ten noordoosten van Gouda, met
recreatieobjecten Reeuwijkse Hout, Goudse Hout, 't Weegje en het
aansluitende plassen- en natuurgebied. Vooral kanoërs en zeilers
van open boten vinden hier een ideale gelegenheid om van rust te
genieten. Om de bescherming van de natuur te waarborgen heeft de
particukiere Stichting 'Natuurbeheer Reeuwijkse Plassen' oevers met
water aangekocht. Deze oevers opgeknapt met bijdragen van de donateurs
en zo als natuurvriendelijke moerasgebieden uitgebreid. Dat is volgens
de natuurliefhebbers nodig omdat de Plassen en grond eromheen voor 90
procent is verkaveld met honderden eigenaren. Door de natuurlijke
ligging is de grond inmiddels goud waard en zeer gewild. Daardoor wordt
echter de natuur weer bedreigd. Landelijk erkende
Natuurbeschermingsorganisaties bemoeien zich niet met het gebied.
Lintdorp
Zo'n gewild gebied is bijvoorbeeld het dorp Sluipwijk, een lintdorp
dat al bestond voor de ontginning. Het ligt op een smal stuk land
tussen vier van de plassen. Naast villa's staan er nog enkele huisjes
van veenwerkers.
Aan de rand van de plas liggen hier en daar nog wat veenwerkershuisjes Ook al om de rust te beschermen heeft het
Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen vrij strenge gedragsregels
opgesteld. Om zowel natuurliefhebbers als watersporters te behagen en
elkaar niet te laten hinderen. Motorvaart bijvoorbeeld is met
beperkingen toegestaan. Dus geen kapitale motorjachten, maar wel
vletten en gebruik van hulpmotoren en kleine jachtjes zijn toegestaan.
Zoals op de Elfhoeven, 's Gravenbroek en de plasjes die daar direct aan
grenzen en ook met elkaar in verbinding staan. Daar zijn ook de
jachthavens, watersportverenigingen en bootverhuurbedrijven gevestigd.
Bovendien is het verboden om op op de motor sneller dan 6 kilometer te
varen, moet je de schroef buiten werking stellen twee meter buiten de
wal, waar je wil afmeren en mag je ook niet ankeren binnen twee meter
van een rietkraag.
Het sluisje in de Breevaart,
van waaruit de Reeuwijkse plassen kan worden opgevaren.
Het resultaat is wel dat het gebied een rijke
plantenwereld heeft behouden en ook beroepsvissers hier nog hun brood
kunnen verdienen. Om zelf te vissen moet men een geldige sportvisakte
en een visvergunning van de gemeente hebben, die echter ook
dagvergunningen afgeeft bij 't Praathuis.
Om als passant
Reeuwijk te bereiken moet men via Gouda door een sluisje en door de
Breevaart met weer een sluisje. Dit kost de nodige tijd, hetgeen aan de
ene kant de bereikbaarheid bemoeilijkt, maar aan de andere kant ook
bijdraagt tot de rust op de Plassen. Gouda zelf is weer bereikbaar via
de Gouwe en de Hollandsche IJssel.
FOTO'S: RUUD VAN DER LINDEN
Publicatiedatum = 14 augustus 1999 (Vaarkrant)
|