KATWIJK:
Buitenbeentje
onder onze badplaatsen
door
PETER BABBÉKO
KATWIJK
- Stoppen
voor een willekeurige voetgangersoversteekplaats op
een zonnige zondagmiddag, omstreeks 12.00 uur, in de
Zuid-Hollandse badplaats Katwijk. Een gezin vader, moeder
en twee kinderen steekt de straat over.
|
Terras
aan zee.
|
De
zon staat hoog aan de hemel en het belooft een prachtige
dag te worden voor de badplaatsen aan de Nederlandse
kust. Maar het overstekende gezinnetje is duidelijk
niet van plan om deze zondag aan het strand door te
brengen. De kinderen zijn keurig gekleed in een voor
die dag eigenlijk veel te lange jurk, met kousjes net
onder de knie, zwart gelakte schoentjes en een hoed
met grote strik uit de jaren dertig. Van de ouders,
daar vlak achter, is vader volledig in het zwart. Moeder
doet niet veel voor hem onder; grijs is de vrolijkste
kleur die zij draagt. Beiden hebben een dik boek onder
de arm, waarvan ik later bedenk dat het de bijbel moet
zijn.
Het
schouwspel brengt mij in verwarring. Het lijkt alsof
ik de wegenkaart van de ANWB op z'n kop heb gehouden
en ben uitgekomen in Staphorst of Putten in plaats van
in Katwijk aan Zee.
Achter
mij staat ook een auto keurig te wachten, maar daarin
zit een gezin dat duidelijk wél op weg is naar
het strand. Via de achteruitkijkspiegel zie ik aan het
stuur een vader die kijkt alsof hij liever een dagje
was gaan vissen. Zijn echtgenote oogt gemaakt vrolijk.
De kinderen, achterin, zijn echter al in een feeststemming.
Visnetjes en opblaasbare dieren steken via het open
dak naar buiten.
De
familie voor mij is onderweg naar huis, vermoedelijk
om daar bij te komen van een langdurige donderpreek;
de familie achter mij is op weg naar een stukje ontspanning
aan zee na een week hard werken.
Dat
is Katwijk ten voeten uit. De badplaats is dan ook totaal
anders dan de andere kustplaatsen, maar zeker niet minder.
Op deze zelfde zondagmiddag staan de auto's in Scheveningen,
Noordwijk, Zandvoort en Bergen al in de file, en die
is op een echt-mooie dag pas voorbij om een uur of acht
in de avond. Zo niet in Katwijk. Goede aanvoerwegen,
grote parkeerplaatsen (gratis), die nooit echt vol zijn,
en een schitterende boulevard die met vier en halve
kilometer de langste van ons land is. Daar wordt op
een zonnige dag gewandeld in plaats van geflaneerd.
Het
heeft geen enkele zin om in Katwijk met een open bolide,
opvallende kleding, een mode-hondje, overtollige opsmuk
en veel te bruin hoofd rond te rijden. De Katwijkers
hebben geen oog voor je. En als ze al kijken, zie je
ze denken: 'Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'.
De
boulevard mag dan lang zijn, echt indrukwekkend is hij
niet. Dat komt hoofdzakelijk doordat de Duitsers in
de Tweede Wereldoorlog de bebouwing hebben gesloopt
en vervangen door een grote muur, de Atlantikwall (een
klein stukje ervan is nog te zien in de Zuidduinen).
Dit omdat ze een aanval vanuit zee verwachtten. Op een
paar pandjes na ging alles tegen de vlakte.
|
Fietsen
langs een beeld van twee pootjebaders.
|
Na
de oorlog was er ook in Katwijk een grote behoefte aan
woonruimte en werden aan de boulevard weer woonhuizen
gebouwd. En die staan er nog steeds. Ook deze woonboulevard
maakt Katwijk tot een unieke badplaats, want in andere
kustgemeenten hebben de woningen aan zee plaatsgemaakt
voor torenhoge luxe hotels en flats.
Aan
weerskanten van de boulevard kan men uitstekend wandelen.
Er zijn talloze terrasjes. Via paden naar het strand
zijn zeer gezellige strandtenten te vinden, die de voor
Katwijk zo unieke zit- en omkleedhuisjes verhuren. Het
is dan ook niet vreemd dat vooral ouders met kinderen
juist deze badplaats bezoeken. Je ziet ze op elke mooie
dag met de auto, brommer, fiets of met de benenwagen
en een bolderkar vanuit Leiden en de wat kleinere plaatsen
in de omgeving bij het strand aankomen.
|
Aan
de zeeweg staan gewone huizen
waar gewone mensen wonen.
|
In
de meeste gevallen en daar zal de middenstand van de
badplaats niet altijd blij mee zijn hebben zij koeltassen,
parasols, stoeltjes en andere attributen bij zich om
kosten uit te sparen. Natuurlijk pikt de middenstand
van Katwijk een graantje mee, want er komen ook badgasten
die wél flink verteren, een tijdje 'blijven hangen'
en inkopen doen in het prachtige winkelcentrum.
Het
heeft lang geduurd om het gemeentebestuur wilde inzien
dat aan toeristen geld is te verdienen. In het boekje
'Badleven 100 jaar VVV Katwijk' staat beschreven dat
het niet gemakkelijk is geweest om de gemeente daarvan
te overtuigen. Met name de kerkelijke gezagsdragers
lagen bijna altijd dwars. Zij stelden de visserij boven
het toerisme, tot grote ergernis van de exploitanten
van badkoetsjes. Met het verdwijnen van de vissersschepen
werd het verbod op baden en zwemmen direct voor de boulevard
opgeheven. Je zou het boekje 'Badleven 100 jaar VVV
Katwijk' dan bijna 'de honderdjarige oorlog van de VVV'
kunnen noemen.
Kunstenaars
Bekende
kunstenaars uit binnen- en buitenland, zoals de grote
meesters van de Haagse school B.J. Blommers, Willy Sluiter,
Jan Toorop, Jozef Israels, Alphonse Stengelin en German
Grobe, staken hun nek uit voor de VVV. Hun geliefde
thema's waren schelpenvissers, nettenboetsters, bomschuiten
op het strand, het Witte Kerkje en de bevolking in klederdracht.
Toen de schilderachtige bomschuiten van het strand verdwenen,
nam de belangstelling van de kunstenaars af.
|
Het
Witte Kerkje is ontelbare keren door Nederlandse
en buitenlandse kunstenaars op doek vastgelegd.
|
Het
'streng in de leer zijn' is de kerkelijke bevolking
in Katwijk altijd een beetje blijven achtervolgen. Wie
het boekje 'Waanzee' van de schrijver Robert Haasnoot
leest, krijgt een goed beeld van Katwijk en zijn inwoners.
Haasnoot heeft er Zeewijk van gemaakt, maar iedereen
in het dorp weet dat het om hun dorp gaat. Namen van
vissers in het vlot geschreven boekje zijn ook veranderd,
want er lopen nog steeds verre familieleden rond.
Ook
voor plaatsgenoot Joop Burgerhout heeft Katwijk weinig
geheimen. Hij zegt, na een studie van meer dan tien
jaar, het ware verhaal achter de zogenoemde loggermoorden
te hebben ontdekt. In de Katwijkse Post liet hij optekenen
dat niet wat altijd gedacht werd, het geloof, maar een
gezinsdrama de aanleiding was voor de drie moorden.
In
augustus 1915 vertrok de zeillogger KW171 met aan boord
dertien vissers. Na zeven weken werd de logger volkomen
vernield aangetroffen op de Noordzee. Drie bemanningsleden
bleken vermist. De tien anderen werden door de Engelse
marine al psalmliederen zingend overgeleverd aan de
Nederlandse justitie. De tien verklaarden dat de drie
vermisten op Gods bevel waren gedood. Tot een veroordeling
is het nooit gekomen. Het blijft dus een van de grote
onopgeloste drama's in ons land. Hoewel Joop Burgerhout
volgens zijn onderzoek er nu echt uit is: een gezinsdrama...
Hoe
het ook zij, het blijft een mooi stukje geschiedenis
waar de oude Katwijkers nog steeds niet blij mee zijn.
Maar dat maakt eigenlijk niets meer uit, Katwijk is
en blijft een buitenbeentje onder de Nederlandse badplaatsen.
En dat moet zo blijven, vinden zowel de bewoners als
de bezoekers
FOTO'S:
WIM HOFLAND
|