Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuws

zaterdag 24 maart 2001  

 R E I S W E R E L D 

 

KATWIJK:
Buitenbeentje onder onze badplaatsen

door PETER BABBÉKO

KATWIJK - Stoppen voor een willekeurige voetgangersoversteekplaats op een zonnige zondagmiddag, omstreeks 12.00 uur, in de Zuid-Hollandse badplaats Katwijk. Een gezin vader, moeder en twee kinderen steekt de straat over.

Terras aan zee.

De zon staat hoog aan de hemel en het belooft een prachtige dag te worden voor de badplaatsen aan de Nederlandse kust. Maar het overstekende gezinnetje is duidelijk niet van plan om deze zondag aan het strand door te brengen. De kinderen zijn keurig gekleed in een voor die dag eigenlijk veel te lange jurk, met kousjes net onder de knie, zwart gelakte schoentjes en een hoed met grote strik uit de jaren dertig. Van de ouders, daar vlak achter, is vader volledig in het zwart. Moeder doet niet veel voor hem onder; grijs is de vrolijkste kleur die zij draagt. Beiden hebben een dik boek onder de arm, waarvan ik later bedenk dat het de bijbel moet zijn.

Het schouwspel brengt mij in verwarring. Het lijkt alsof ik de wegenkaart van de ANWB op z'n kop heb gehouden en ben uitgekomen in Staphorst of Putten in plaats van in Katwijk aan Zee.

Achter mij staat ook een auto keurig te wachten, maar daarin zit een gezin dat duidelijk wél op weg is naar het strand. Via de achteruitkijkspiegel zie ik aan het stuur een vader die kijkt alsof hij liever een dagje was gaan vissen. Zijn echtgenote oogt gemaakt vrolijk. De kinderen, achterin, zijn echter al in een feeststemming. Visnetjes en opblaasbare dieren steken via het open dak naar buiten.

De familie voor mij is onderweg naar huis, vermoedelijk om daar bij te komen van een langdurige donderpreek; de familie achter mij is op weg naar een stukje ontspanning aan zee na een week hard werken.

Dat is Katwijk ten voeten uit. De badplaats is dan ook totaal anders dan de andere kustplaatsen, maar zeker niet minder. Op deze zelfde zondagmiddag staan de auto's in Scheveningen, Noordwijk, Zandvoort en Bergen al in de file, en die is op een echt-mooie dag pas voorbij om een uur of acht in de avond. Zo niet in Katwijk. Goede aanvoerwegen, grote parkeerplaatsen (gratis), die nooit echt vol zijn, en een schitterende boulevard die met vier en halve kilometer de langste van ons land is. Daar wordt op een zonnige dag gewandeld in plaats van geflaneerd.

Het heeft geen enkele zin om in Katwijk met een open bolide, opvallende kleding, een mode-hondje, overtollige opsmuk en veel te bruin hoofd rond te rijden. De Katwijkers hebben geen oog voor je. En als ze al kijken, zie je ze denken: 'Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'.

De boulevard mag dan lang zijn, echt indrukwekkend is hij niet. Dat komt hoofdzakelijk doordat de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog de bebouwing hebben gesloopt en vervangen door een grote muur, de Atlantikwall (een klein stukje ervan is nog te zien in de Zuidduinen). Dit omdat ze een aanval vanuit zee verwachtten. Op een paar pandjes na ging alles tegen de vlakte.

Fietsen langs een beeld van twee pootjebaders.

Na de oorlog was er ook in Katwijk een grote behoefte aan woonruimte en werden aan de boulevard weer woonhuizen gebouwd. En die staan er nog steeds. Ook deze woonboulevard maakt Katwijk tot een unieke badplaats, want in andere kustgemeenten hebben de woningen aan zee plaatsgemaakt voor torenhoge luxe hotels en flats.

Aan weerskanten van de boulevard kan men uitstekend wandelen. Er zijn talloze terrasjes. Via paden naar het strand zijn zeer gezellige strandtenten te vinden, die de voor Katwijk zo unieke zit- en omkleedhuisjes verhuren. Het is dan ook niet vreemd dat vooral ouders met kinderen juist deze badplaats bezoeken. Je ziet ze op elke mooie dag met de auto, brommer, fiets of met de benenwagen en een bolderkar vanuit Leiden en de wat kleinere plaatsen in de omgeving bij het strand aankomen.

Aan de zeeweg staan gewone huizen
waar gewone mensen wonen.

In de meeste gevallen en daar zal de middenstand van de badplaats niet altijd blij mee zijn hebben zij koeltassen, parasols, stoeltjes en andere attributen bij zich om kosten uit te sparen. Natuurlijk pikt de middenstand van Katwijk een graantje mee, want er komen ook badgasten die wél flink verteren, een tijdje 'blijven hangen' en inkopen doen in het prachtige winkelcentrum.

Het heeft lang geduurd om het gemeentebestuur wilde inzien dat aan toeristen geld is te verdienen. In het boekje 'Badleven 100 jaar VVV Katwijk' staat beschreven dat het niet gemakkelijk is geweest om de gemeente daarvan te overtuigen. Met name de kerkelijke gezagsdragers lagen bijna altijd dwars. Zij stelden de visserij boven het toerisme, tot grote ergernis van de exploitanten van badkoetsjes. Met het verdwijnen van de vissersschepen werd het verbod op baden en zwemmen direct voor de boulevard opgeheven. Je zou het boekje 'Badleven 100 jaar VVV Katwijk' dan bijna 'de honderdjarige oorlog van de VVV' kunnen noemen.
Kunstenaars

Bekende kunstenaars uit binnen- en buitenland, zoals de grote meesters van de Haagse school B.J. Blommers, Willy Sluiter, Jan Toorop, Jozef Israels, Alphonse Stengelin en German Grobe, staken hun nek uit voor de VVV. Hun geliefde thema's waren schelpenvissers, nettenboetsters, bomschuiten op het strand, het Witte Kerkje en de bevolking in klederdracht. Toen de schilderachtige bomschuiten van het strand verdwenen, nam de belangstelling van de kunstenaars af.

Het Witte Kerkje is ontelbare keren door Nederlandse en buitenlandse kunstenaars op doek vastgelegd.

Het 'streng in de leer zijn' is de kerkelijke bevolking in Katwijk altijd een beetje blijven achtervolgen. Wie het boekje 'Waanzee' van de schrijver Robert Haasnoot leest, krijgt een goed beeld van Katwijk en zijn inwoners. Haasnoot heeft er Zeewijk van gemaakt, maar iedereen in het dorp weet dat het om hun dorp gaat. Namen van vissers in het vlot geschreven boekje zijn ook veranderd, want er lopen nog steeds verre familieleden rond.

Ook voor plaatsgenoot Joop Burgerhout heeft Katwijk weinig geheimen. Hij zegt, na een studie van meer dan tien jaar, het ware verhaal achter de zogenoemde loggermoorden te hebben ontdekt. In de Katwijkse Post liet hij optekenen dat niet wat altijd gedacht werd, het geloof, maar een gezinsdrama de aanleiding was voor de drie moorden.

In augustus 1915 vertrok de zeillogger KW171 met aan boord dertien vissers. Na zeven weken werd de logger volkomen vernield aangetroffen op de Noordzee. Drie bemanningsleden bleken vermist. De tien anderen werden door de Engelse marine al psalmliederen zingend overgeleverd aan de Nederlandse justitie. De tien verklaarden dat de drie vermisten op Gods bevel waren gedood. Tot een veroordeling is het nooit gekomen. Het blijft dus een van de grote onopgeloste drama's in ons land. Hoewel Joop Burgerhout volgens zijn onderzoek er nu echt uit is: een gezinsdrama...

Hoe het ook zij, het blijft een mooi stukje geschiedenis waar de oude Katwijkers nog steeds niet blij mee zijn. Maar dat maakt eigenlijk niets meer uit, Katwijk is en blijft een buitenbeentje onder de Nederlandse badplaatsen. En dat moet zo blijven, vinden zowel de bewoners als de bezoekers

FOTO'S: WIM HOFLAND

Index-Reiswereld
 
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.