Den
Haag
Genieten
van het Hollandse licht
door
JOS VAN NOORD
DEN
HAAG - De
spelingen van het Hollandse licht in al z'n kleuren
blauw en grijs. In de luchten, maar ook op het land
en op het water. Daar ging het de schilders van de Haagse
School vooral om. Daarom werkten zij aan het eind van
de 19e eeuw liefst in en om Den Haag en Scheveningen.
|
Het
Scheveningse strand. Hier legden Haagse schilders
vroeger het harde buitenleven van de vissers vast.
INTRO: Jacob Maris schilderde deze bomschuit op
het strand met rechts daarvan een Scheveningse
strandjutter FOTO:
WIM HOFLAND
|
Veel
van de plekken waar kunstenaars als Mesdag, Weissenbruch,
Maris, Israels, Mauve en Bosboom hun meesterwerken schilderden,
bestaan nog steeds. "Je kunt dus door Den Haag wandelen
of fietsen, desnoods neem je de tram of de bus, er rondkijken
en zien wat zij zagen", zegt Mariët Herlé
uit Den Haag, die een leuk boekje maakte met diverse
toeristische wandel- en fietsroutes: "In het voetspoor
van de Haagse School".
"Het
is zo'n heerlijk Haags verhaal", glundert Mariët
als we koffie drinken op het terras van de ook zeer
Haagse taverne De Posthoorn op het Voorhout. "De schilders
van de Haagse School wilden doordringen tot het universele,
tot de essentie van licht en lucht en water. Zij probeerden
in alles de natuur zoveel mogelijk te benaderen. Uitbundige
kleuren werden vermeden. Hun schilderijen waren alles
behalve elitair. Zij schilderden nooit deftige, vooraanstaande
mensen, maar fabrieksarbeiders, vissers op het strand,
werkende mensen, soms een povere bedelaar. Dat was in
die tijd iets volkomen nieuws."
|
Mariët
Herlé met haar boekje 'In het voetspoor
van de Haagse School' op het Voorhout: "Wandelend
door Den Haag zit je midden in de Haagse School".
|
De
oude straten zijn er nog, zoals de Kazernestraat, waar
Weissenbruch zijn atelier had. Of de Toussaintkade,
waar Johannes Bosboom in 1879 een nieuw huis met atelier
betrok. Het huis van Willem Mesdag, een kapitale villa
aan de Laan van Meerdervoort nummer 7, waarin nu het
Museum Mesdag is gevestigd. De Wagenstraat, waar Bosboom
die graag gebedshuizen schilderde het interieur van
de synagoge vastlegde. Het gebouw staat er nog, maar
is nu moskee, met minaretten. Het oude stadhuis aan
de Groenmarkt, de vismarkt bij de Grote Kerk - natuurlijk
is er veel veranderd, maar in essentie is het er nog
allemaal. Met het vlot geschreven boekje van Mariët
Herlé in de hand loop je er zo heen.
Zee
"In
Scheveningen is alles wat de schilders belangrijk vonden
nog volop aanwezig. Op de eerste plaats de zee, in al
zijn kleuren grijs. Het door de vochtige zeelucht gefilterde
licht. Het strand en de duinen in hun enorme verscheidenheid
aan kleur", zegt Mariët, die op het idee kwam een
wandelboekje te maken door een korte aanstelling bij
het Haags Gemeentemuseum tijdens de voorbereiding van
een tentoonstelling over de Haagse School-schilder J.
H. Weissenbruch.
"Ik
realiseerde me ineens dat er nog zo enorm veel te zien
is van de plekken die de schilders van de Haagse School
vastlegden, waar zij werkten en woonden en waar zij
elkaar ontmoetten, dat er nog veel meer is dan hun schilderijen
die nu over de hele wereld in musea hangen", aldus Mariët.
|
Grand
Hotel Zeerust bestaat nog steeds: het gebouw aan
de boulevard, waar de schilders van de Haagse
School met hun palet vaste gast waren, is danig
in verval.
|
In
Scheveningen ontmoetten de Haagse schilders elkaar graag
op het terras van Hotel Zeerust, aan de boulevard. De
meesten legden bij voorkeur het harde vissersleven vast.
Mesdag maakte in zijn schetsboekje vaak niet meer dan
wat krabbeltekeningen en werkte die dan later, thuis
in zijn atelier, uit tot prachtige schilderijen, waarin
hij de kleuren grijs van de lucht en het water precies
wist te raken.
Anton
Mauve en ook Jan de Jonge schilderden op het terras
van Zeerust ook wel de zonnige kant van de badplaats
in ontwikkeling. Bosboom logeerde wel in Zeerust. Hij
schilderde er de bomschuiten, zoals die met paarden
het strand op getrokken moesten worden. Scheveningen
had in die tijd nog geen haven.
Zeerust
is er nog. Het voormalige Grand Hotel, aan het einde
van de Keizerstraat vlakbij de Oude Kerk van Scheveningen,
is danig in verval en wordt momenteel bewaakt door een
anti-kraakploeg.
Lucht
Weissenbruch
ging het vooral om de natuur. "De lucht op een schilderij,
dat is de hoofdzaak", zei hij eens. "Lucht en licht
zijn de grote tovenaars. De lucht bepaalt het schilderij.
Schilders kunnen nooit genoeg naar de lucht kijken."
"Het
leuke is dat je zoveel van de Haagse School kunt leren.
Zelf heb ik anders leren kijken. Als je over het strand
loopt, bij ruig weer bijvoorbeeld, dan moet je eens
goed om je heen kijken. Neem de kleuren dan eens goed
in je op. Dan kun je je later in het museum veel beter
inleven in de schilderijen", zegt Mariët Herlé.
"Ik
schilder geen koeien om koeien, maar koeien om licht",
zei Willem Maris.
Op
de internationale kunstbeurs Tefaf in Maastricht bleek
vorige week opnieuw hoe enorm gewild de Haagse School
momenteel is. De prijzen rijzen de pan uit, de belangstelling
is enorm. Bij de twee lezingen die hoofdconservator
drs. John Sillevis van het Haags Gemeentemuseum er over
de Haagse School hield, was de zaal afgeladen.
"Het
is inderdaad een zeer Haags verhaal", zegt ook Sillevis.
"Bij een tentoonstelling van de Haagse Tekenacademie
in 1875 in Pulchri Studio aan het Lange Voorhout viel
het sterk Haagse karakter van de ingezonden werken op
bij de kunstcriticus van het tijdschrift De Banier.
Hij schreef dat je gerust van een Haagse School kon
spreken en daarmee was die benaming voor het eerst gevallen."
"De
schilders trokken veel met elkaar op, ze zagen elkaar
ook regelmatig in Pulchri. Daarom zijn er zo weinig
brieven, denk ik. De meesten kenden elkaar al van voor
hun Haagse tijd. Ze kwamen naar Den Haag, omdat de stad
zoveel moois te bieden heeft. Bovendien ben je vanuit
Den Haag snel buiten, in de natuur."
|
Boven
de plassen bij Nieuwkoop zijn de oer-Hollandse
wolkenluchten onveranderd sinds de schilders van
de Haagse School er eind 19de eeuw neerstreken.
ONDER: Het waterlandschap is ontelbare keren vereeuwigd,
zoals in dit schilderij van Paul Gabriël.
|
|
Regelmatig
gingen de schilders naar het dorpje Noorden, aan de
Nieuwkoopse Plassen. Dit werd hun geheime uitvalsbasis
om het onbedorven Hollandse landschap te schilderen.
Wie hier nu gaat fietsen of varen, zit meteen middenin
de Haagse School.
"Ze
gingen er soms samen naar toe", vertelt John Sillevis.
"Maar ze deden er naar buiten toe heel geheimzinnig
over. Niemand mocht weten waar het was. Ze spraken er
over in geheimtaal. Waar ze dan naar toe gingen, dat
wisten alleen zij." Roelofs
en Weissenbruch gingen er ook bij slecht weer wel heen.
Het pensionnetje waar ze dan logeerden, is afgebroken.
Maar het café De Klinker aan de Voorstraat tegenover
de kerk bestaat nog wel, evenals de molen van Noorden.
De immense rust, het landschap met de rietvelden, het
is er nog net als vroeger.
Van
Weissenbruch is de uitspraak: "Wij leven van regen en
zonneschijn en gaan met ons palet door de droge buien."
Hij zei ook: "In een schuitje zitten schilderen, een
lekker pijpje in de mond, dat is schildersheerlijkheid."
Van
Gogh
Ook
Vincent van Gogh kwam in die tijd naar Den Haag. Vincent
kreeg er les van de schilder Mauve, die met een nichtje
van Van Gogh was getrouwd. Van Gogh's familie had hem
uit het Brabantse Etten naar Den Haag gestuurd, toen
duidelijk werd dat zijn ambitie om net als zijn vader
dominee te worden, niet haalbaar was.
|
Weissenbruch
had zijn atelier in de Kazernestraat bij de Lange
Voorhout. De lichtinval in het straatje is nauwelijks
veranderd. Inzet: Zo legde Weissenbruch de Kazernestraat
vast.
|
|
Van Gogh's oom, die ook Vincent heette, had in Den Haag
een kunsthandel, die een belangrijke rol speelde bij
de verkoop van 'moderne' schilderijen naar het buitenland,
met name ook naar Noord-Amerika. Later opende hij ook
een zeer succesvolle kunsthandel in Montmartre, hartje
Parijs, waar Vincent's broer Theo werkte.
Anton
Mauve bracht de jonge Vincent, die van 1881 tot 1883
aan de Schenkweg woonde, van tekenen tot schilderen.
Van
Gogh zwierf met de door hem enorm bewonderde Mauve en
ook wel met de schilder Breitner vaak door Den Haag
om bouwwerken en vernieuwingen te bekijken. Niet alleen
de mensen, maar ook de industriële ontwikkelingen
interesseerden hem. Hij tekende de arme sloebers in
de gaarkeuken en de mensen in de stationswachtkamer,
maar ook de treinen onder de overkapping van het Rijnspoor,
de aanleg van waterleiding bij een bakkerij aan de Geest
en de ijzergieterij de Prins van Oranje bij de Hoefkade.
Anton
Mauve leerde Van Gogh de kunst van het aquarelleren
en vroeg hem ook als hij in de sociëteit Pulchri
Scheveningse meisjes had uitgenodigd, die zich als model
lieten schilderen. Maar al spoedig pikte Van Gogh zijn
eigen modellen op en toen hij met de prostituee Sientje
Hornik kwam aanzetten, trad Mauve duidelijk op, namens
de familie. Maar de stuurse, eigenzinnige Van Gogh liet
zich niet in het Haags gareel duwen, bood Sientje tijdelijk
onderdak. Vincent was toen niet meer welkom, noch bij
Mauve, noch bij de schilderssociëteit Pulchri.
Vincent vertrok tenslotte uit Den Haag, om er nooit
meer terug te keren.
REISWIJZER
|
Meesterwerken
van de Haagse School zijn te zien in het Haags
Gemeentemuseum, Museum Mesdag, Panorama Mesdag,
Schevenings Museum, Haags Historisch Museum en
Museum Rijswijk. Inlichtingen over het dorpje
Noorden: VVV Nieuwkoop, tel. 0172-517120. Bootverhuur
Groenendijk, Noorden: tel. 0172-408216.
|
Het
boekje 'In het voetspoor van de Haagse School' is in
Den Haag te koop bij de Klantenservicewinkels van de
HTM, voor de speciale prijs van f 20. Elders kost het
f 34,95. Bij gelegenheid van de tentoonstelling "De
vrije natuur - de Haagse School" - van 12 april t/m
29 september in het Haags Gemeentemuseum - verschijnt
eerdaags 'Het Haagse School boek' (416 pagina's, 350
kleurenafbeeldingen). Prijs: f 29,50. Inlichtingen ook
via tel. 070-3381111 of website www.gemeentemuseum.nl
EIGEN
FOTO'S PLUS REPRODUCTIES: HAAGS GEMEENTEMUSEUM
|