&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
| |
Zoetermeerse stadstuin:parkje zonder naamIn de jaren zestig ontstond groot-Zoetermeer als ontsnappingskans voor Hagenaars die niet langer tegen Den Haag kunnen. Van snelrijzend bouwbeton werden in deze gemeentelijke snelkookpan kille woonpalen en trieste kantoormuren gecreëerd waarin eigenlijk niet te leven viel. Steeds meer Hagenaars konden dus gaandeweg ook niet meer tegen Zoetermeer. Anderen kwamen sowieso niet in dit treurige verbanningsoord. Tegenwoordig is Zoetermeer een alleszins leefbare, volwassen stad vol parken en pleinen. Het verstand kwam ook hier met de jaren. Veel van de oorspronkelijke woonkazernes werden weer afgebroken om plaats te maken voor sfeerrijke gestapelde bouw, bungalow- en villawijken. De sombere slaapstad werd een energieke woon- en werkmetropool met prima voorzieningen, ook op het gebied van zorg, sport en cultuur. Nu komen er ook heel wat Hagenaars winkelen in Zoetermeer. Stadstuin Zoetermeer Elke dag open. EIGEN FOTO "Het lijkt hier wel New York!", zegt Ad ten Ham als ik met deze ontwerper zijn binnenstadtuin bezoek, midden in het nieuwe centrum. Een heerlijke oase vol vogels en vlinders. Onverwacht stiltegebied, zoals je dat inderdaad ook wel kunt vinden tussen de wolkenkrabbers in New York. Doordat er op verschillende niveaus in deze tuinkuil met een diepte van bijna zes meter doorkijkjes zijn gemaakt, lijkt de stadsoase veel groter dan de 2,5 hectaren die hij in werkelijkheid is. Optisch bedrog, opper ik. "Door deze aanleg wekken we illusies", schiet Ad terug. "Da's hetzelfde, maar 't klinkt leuker." Toen de Zoetermeerse stadstuin halverwege de jaren tachtig werd aangelegd en ingericht, werden er meteen bomen van flink postuur geplant. Rotspartijen van Belgisch blauwsteen, waar struiken tussen staan die vlinders aantrekken. Er zijn keurige paden, er is zelfs een afrit naar de waterpartij voor rolstoelers. Je kunt er rustig zitten, maar je kunt ook klimmen over de rotsblokken, bijvoorbeeld naar het waterplein beneden waar doorheen een wandelpad van hardhout is aangelegd. In feite is deze vijver een opvangbak voor hemelwater, zo hoor ik van stadsbioloog Johan Vos. De klaterende en daardoor rustgevende fontijnen, die wel zes meter hoog kunnen spuiten, hebben ook een reinigend effect, doordat zij zuurstof in het reservoir brengen. De waterplaza is aangelegd in zeer rechte hoeken, waardoor het van boven gezien iets weg heeft van een Mondriaan-schilderij. In het struweel rondom staan niet-alledaagse bomen. Grote acacia's, een amberboom, een drietal trompetbomen, ik zie moerascypressen en ook een vleugelnoot. Langs de waterkant groeit hoog bamboe. Nu de herfst zich aandient heeft het groothoefblad z'n mooiste tijd wel gehad. In de vijver bloeien de gele bloemen van de watergentiaan. Watermunt volop. Hier en daar wat plukjes heen in de plas. Een deel van de stadsoase, bij Zoetermeerders ook wel bekend als het stiltegebied, is nog niet ingericht. Ik zie er, vlak bij een klein rosarium met wat hangjongeren, een berkenbosje, een volstrekt eenzame rode beuk en een enkele treurwilg. Veel wilde planten. In de trappen is verlichting aangebracht. Vanaf een nieuwe winkelpromenade langs de stadstuin kijk je zó in de kruinen van de bomen. Aan de overzijde van het stiltegebied domineert het hoofdkwartier van de CRI, de Centrale Recherche Informatiedienst. Hier liggen alle gegevens opgeslagen van wat er mis is in Nederland. Alle maffiosi, criminelen, dwingelandjes en andere misbaksels zitten hier met hun vingerafdrukken en allicht ook al hun dna in de computers. Lieve hemel, wat een groot gebouw. Publicatiedatum = 16 september 2000 |