&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
| |
DE ACHTERTUIN VAN HILLEGOM In een slootje in de Heemtuin van Hillegom, groen dorp in de bollenstreek, zit een kikker roerloos te zonnen op een plankje. Ook de twee roodwangschildpadden in de tuin zijn echte zonaanbidders. Zodra de zon zich laat zien, komen zij te voorschijn. Meestal zitten ze dan op een boomstronk midden in de vijver. Tien jaar geleden heeft iemand de schildpadjes kennelijk afgedankt, want toen werden ze voor 't eerst in het park gezien. Elk voorjaar duiken ze weer op, ze overleven zelfs de koudste winters. De vijver in de heemtuin. EIGEN FOTO
Een verrukkelijke tuin, die verborgen heemtuin van Hillegom, waar de natuur zo onverstoorbaar z'n gang gaat. Eerst was de afgelegen tuin een particulier landgoed. De welgestelde Hillegomse textielfamilie Schulte Kuppians wilde er van alles mee, maar kreeg nergens toestemming voor en verkocht de boel daarom halverwege de jaren tachtig maar aan de gemeente. Die had rond de tuin, tegen de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, inmiddels de nieuwe woonwijk Elsbroek gebouwd. Met de aanschaf van het heempark kregen de inwoners van Hillegom een schitterende achtertuin. Maar de meesten komen er nooit. Omdat ze het niet weten. Als er op een zomerse zondag veertig mensen zijn geweest, spreken de vrijwilligers, die toezicht houden en desgevraagd ook uitleg geven in het park, van een drukke dag: de heemtuin trekt nauwelijks duizend bezoekers per jaar. Wat laten mensen toch veel moois aan hun neus voorbij gaan! De heemtuin is goeddeels veenbos: er groeien bomen die maar ternauwernood stand houden in de drassige bodem, een drijflaag op het grondwater. Je ziet er dus veel vreemde gedrochten: lindes die onder hun eigen gewicht in het veen zijn weggezakt, haagbeuken die zijn bezweken onder hun zware takken, een eik die houvast zoekt in het veen, een walnoot, een berk en een hazelaar die zich in vreemde bochten wringen om steun te zoeken. "Allemaal zwakkelingen, hier ooit aangeplant. Eigenlijk misplaatst", zegt Hillegoms groenman Willem van Griethuizen als ik met hem door de tuin dool. Alleen de kastanje, de els en de populier doen het vrij aardig. Die gaan met hun wortels kennelijk de breedte in. De rest zakt door eigen gewicht in de prut. Behalve regelmatig maaiwerk en het onderhoud van de paden, waar jaarlijks ruim 200 kuub houtsnippers in verdwijnt, bemoeit de gemeente zich niet te veel met de gang van zaken in de heemtuin: de natuur gaat z'n natuurlijke gang, een schitterend gezicht. Je ziet er roze zeepkruid, sleutelbloem en heksenkruid. Ook lievevrouwebedstro, met z'n glinsterend witte sluier het zinnebeeldig kleed van de Lieve Vrouwe. Om z'n zoete geur wordt deze plant al eeuwenlang in de huishouding gebruikt: tussen het linnengoed, als stro voor kinderbedjes, maar ook om vruchtenwijn mee te kruiden. Alom ook wilgenroos met z'n magnifieke paarsrode pluimen. Een feest, die heemtuin van Hillegom. Ga ook gerust even op het bankje aan de ringvaart zitten, tegen die metershoge haag van Japanse duizendknoop. Dan kun je kijken naar Beinsdorp aan de overkant. Niemand die je ziet of stoort: er is gewoon verder niemand. Ooit, toen de familie Schulte nog eigenaar was, legde die een laantje aan naar een theehuis dat er nooit kwam. Links en rechts hoge taxodiums, exoten die zich met hun wortels diep verankeren in het grondwater. Hun zuurstof betrekken ze via luchtwortels die her en der tussen de mint, de gele dovenetel en de bosanemoon hun kop opsteken. In de oude boomgaard bij het karakteristieke molenaarshuisje, dat de gemeente schandelijk genoeg wil afbreken, staan nog enkele oude, hoogstammige fruitbomen. Goudrenetten en peren. Aan de oever van een molensloot, langs een veld vol paarse kattestaart, bloeit de hoge zwanebloem met z'n roodachtige, driehoekige blaadjes.
Publicatiedatum = 19 augustus 2000 |