&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Zeeuws-Vlaanderen: een
vergeten stukje Nederland
door HARRY MULLER
GROEDE - Maar liefst 147 inzendingen kwamen onlangs binnen
voor de Toerisme Prijs 97, die in ons land was uitgeschreven. Uiteindelijk
werd het dorpje Groede in Zeeuws-Vlaanderen tot winnaar uitgeroepen. In
deze tijd van nostalgie heeft men daar in een straatje weer een aantal
winkels en oude ambachten van vroeger bijeengebracht onder de naam 'Het
Vlaemsche Erfgoed'.
Regelmatig kun je daar de bakker, de timmerman of bijvoorbeeld de maker
van de Zeeuwse boterbabbelaars aan het werk zien. Nadat bekend werd dat
Groede de hoofdprijs had gewonnen, stromen nu de dagjesmensen toe.
Ook wij trokken naar Zeeuws-Vlaanderen, een wat vergeten stukje Nederland
aan de overkant van de Westerschelde.
Het leukste is om de veerboot van Vlissingen naar Breskens te nemen om in
Groede te komen. Dit zeereisje langs de monding van de Westerschelde duurt
iets meer dan een kwartier, maar het is beslist de moeite waard. Op de rede
van Vlissingen liggen grote zeeschepen te wachten op een loods, die het
schip veilig naar Antwerpen moet brengen. Een andere vrachtvaarder, volgestouwd
met containers, is net begonnen aan een reis naar een haven ergens ver weg.
Het blijft een fascinerend gezicht al die drukte op het water.
Eenmaal aangekomen in Breskens is het niet ver meer naar Groede. In nog
geen tien minuten ben je er met de auto en dan heb je onderweg ook nog het
gehucht Boerenhol gepasseerd. Bij het binnenrijden van het dorp valt het
grote aantal auto's met een Duits nummerbord op. Het zijn de eerste vakantiegangers
die in het hoogseizoen op pad zijn gegaan. En toen jaren geleden steeds
meer mensen uit Groede weg trokken omdat er niet genoeg werk meer was, kochten
sommige Oosterburen er een huisje. Alleen de oudere Groedenaren bleven op
hun vertrouwde stek, maar cafeetjes en winkels werden gesloten. Nu wonen
nog zo'n duizend mensen in Groede, dat al vanaf een grote afstand herkenbaar
is aan de bakstenen kerktoren met acht kanten.
De meeste toeristen die deze streek bezoeken, trekken naar het strand. Maar
als de zon niet schijnt, willen ze ook wel eens wat anders zien. Groede
moest een aantrekkelijk uitje worden en daarom nam de Stichting Groede enkele
jaren geleden het initiatief om de Slijkstraat in het dorp te veranderen
zoals die vroeger eens geweest moest zijn. Van oude opslagplaatsen en garages
werden winkels en werkplaatsen uit de jaren dertig gemaakt.
Een kruidenierswinkel is ook een van de attracties van 'Het Vlaemsche Erfgoed'
Piet Brakman, die enkele jaren geleden zijn supermarkt in Groede voorgoed
op slot deed, heeft zijn werk als bakker weer opgenomen. De oven wordt nu
door het vuur van takkenbossen eerst verhit en daarna bakt hij zijn vloerbroden
of ovenkoeken. Het recept van de koeken blijft geheim. Als ze een paar minuten
in de oven liggen, komt het deeg omhoog. Daarna moet je ze snel uit de warmte
halen, doorsnijden, van een laag roomboter voorzien en er ten slotte flink
wat bruine suiker overheen strooien. Beroemd in dit dorp is ook de paptaart:
een broodje met meegebakken pudding, waar ook weer een dikke laag basterdsuiker
overheen moet. Niet goed voor de slanke lijn, maar wel erg lekker.....
Heel bijzonder is het huistheater 'De twee duiven' van Adrie Oosterling.
Hij zingt vooral Vlaamse liedjes en begeleidt zichzelf dan met een accordeon,
een orgel of een piano. Mooi is het lied over het paard 'Clara de knol',
dat maar niet kan ophouden met het ploegen van het land. Heel Zeeland wordt
omgeploegd en tenslotte komt het paard in de tuin van de Belgische koning
terecht. Ook het lied over de wind die met de bomen praat, is aardig. 'Laten
we eens een boom opzetten', zei de wind tegen de boom langs een weg.
Een kruidenierswinkel van jaren geleden is naar Groede overgeplaatst en
verder het interieur van een kapsalon. Als er een kapper aanwezig is, kan men zich daar laten scheren. De droogkap van weleer ziet eruit als een martelwerktuig. Op een tafeltje
liggen stokoude tijdschriften. In de timmermanswerkplaats wordt regelmatig
gewerkt en daar worden onder meer stelten gemaakt. Die gebruikt men bij
de ouderwetse kinderspelen die in het straatje georganiseerd worden.
Adri Ruijsscher uit Breskens laat zien hoe de Zeeuwse boterbabbelaars gemaakt
worden. Witte suiker, gele basterdsuiker, glucosestroop en wat roomboter
worden gekookt tot een kleverig goedje, dat op een stenen plaat wordt uitgerold.
De man maakt er lange strengen van, die daarna in stukken worden gesneden.
Bij de kaneelbabbelaars lukt het Adri zelfs om een rood streepje in het
snoepgoed te krijgen.
In de erfgoed-winkel kun je nagemaakte spullen van vroeger kopen. Oude pijpglazen
uit de 16e eeuw, die versierd zijn met koppen van dieren. Een fragment van
dit glas werd eens in Rotterdam gevonden. Daar zijn ook de leesplankjes
van school te koop met 'aap, noot, mies'. In rooms-katholieke scholen werden
plankjes gebruikt die begonnen met 'aap, roos, zeef' en ook die heeft men
in voorraad.
In de gelagkamer van de herberg 'De Natte Pij' is het vaak erg gezellig.
In het straatje was eens een herberg, maar dit pand was in verval geraakt.
Zo erg zelfs, dat er geen dak meer op zat. Nu is alles gerestaureerd en
heeft men er een hotel met vier kamers van gemaakt. Het heeft de naam 'Herberg
De Natte Pij' gekregen en op het uithangbord is een monnik geschilderd.
Dat herinnert aan de tijd dat monniken uit Gent het Zeeuws-Vlaamse land
inpolderden. Steeds werd een klein stuk op de zee veroverd en al die vroegere
dijkjes vind je nog steeds in het landschap terug.
In het hotelletje is ook een artotheek ondergebracht en daarom hangen tal
van schilderijen en tekeningen in het pand, soms wel drie lagen boven elkaar.
Je kunt deze kunst lenen, maar de bedoeling is dat de hele collectie later
in de Lutherse kerk wordt ondergebracht. Deze kerk moet hoognodig gerestaureerd
worden, maar daarvoor is nu nog geen geld beschikbaar. Zoveel kunst in het
hotel houdt ook in dat op de kamers echte schilderijen hangen. Soms zijn
ze veel te groot voor zo'n slaapkamer en kun je nauwelijks zien wat het
allemaal voorstelt.
De gemeente steunt het werk van de Stichting Groede en heeft in het straatje
fraaie kinderkopjes laten leggen. Ook de moderne lantaarnpalen werden vervangen
door exemplaren die er wat ouder uitzien en verder werden er lei-linden
voor verschillende panden geplant. Het Vlaemsche Erfgoed is nu al een aardige
toeristische attractie, maar de activiteiten worden de komende tijd verder
uitgebreid. Men heeft plannen om een ouderwetse slagerij (beenhouwerij)
in te richten en binnenkort wordt een smederij geopend. De travaille, waar
het paard in vastgezet werd om het van nieuwe hoefijzers te voorzien, staat
al op straat.
Het dorp Groede, waar de middenstand al lang geleden weg was getrokken,
komt nu weer een beetje tot leven.
REISWIJZER
Het Vlaemsche Erfgoed is van maandag tot en met zaterdag geopend. Er worden
rondleidingen verzorgd die 's middags om twee uur en half vier beginnen.
Deelname kost 5 per persoon. Bij dit project zijn veel vrijwilligers betrokken.
Daarom kunnen niet bij alle onderdelen dagelijks demonstraties gegeven worden.
In Groede is sinds kort ook een dorpswandeling uitgezet: het Monnikenpad.
Het dorp werd tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks beschadigd omdat
in de kerk een hospitaal voor de soldaten was ingericht. In de Hervormde
Kerk is tot eind augustus een tentoonstelling met werk van Zeeuws-Vlaamse
kunstenaars ingericht.
INLICHTINGEN: Het Vlaemsche Erfgoed, telefoon 0117-372414 of Toeristisch
Bureau Zeeuws-Vlaanderen in Terneuzen, telefoon 0115-621022.
Publicatiedatum = 26 juli 1997
|