| |
Goes: omarmd door groenWie het benauwd krijgt van het plan van milieuminister Pronk om elk ongerept hoekje en groen gaatje in de Randstad vol te laten bouwen, moet eens in Zeeland gaan kijken. Jaren geleden al kon Hagenaar Charles Linssen niet meer tegen Den Haag. Vond-ie veel te vol en te druk. Toen al. Charles ging naar Goes en was meteen verkocht. Wat een ruimte! Als wethouder van Goes doet hij er nu alles aan om het groen te beschermen. "Elke stadsboom is een juweel waar we heel zuinig op moeten zijn", zegt hij. Goes heeft, net als Middelburg, geen echt stadspark. Maar je kunt er wel een mooie natuurexcursie maken door de monumentale binnenstad: een wandeling over de oude stadswallen, die Goes nog aan Jacoba van Beieren te danken heeft. Op deze vestingwerken werden aan het begin van de vorige eeuw door de beroemde landschapsarchitect Springer rijkelijk beplante stadstuinen aangelegd. Goes met z'n 36.000 inwoners is als het ware omarmd door groen en water. Als je vanaf het NS-station de bordjes 'Centrum' volgt, kom je vanzelf op het Damplein en bij deze joyeuze entree van de Oostwal staan fraaie platanen. De typische afschilferende schors voorkomt dat ademporiën in de bast verstopt raken met roetdeeltjes van het stadsverkeer: een echte stadsboom dus. Op de prachtig gerestaureerde Ganzepoortbrug stond vroeger een stadspoort. Die werd in 1862 afgebroken. Vlakbij de brug staan nu drie haagbeuken en twee moerascipressen. Over de brug rechtsaf en we staan meteen op de Oostwal, middenin een parkgebied waar je helemaal niet het idee hebt dat je eigenlijk in het centrum van Goes bent. Over de singel hangt een indrukwekkende treurwilg en ik zie ook een knots van een linde, een kanjer van een kastanje vol kleverige knoppen en een Noorse esdoorn, korter en slanker dan de gewone esdoorn. Er staan in het wallengebied van Goes verscheidene fraaie esdoorns. Langs het bovenpad (je kunt ook beneden direct langs het water) zie ik twee venijnbomen, de taxus baccata. Een echte groenblijver. En inderdaad een venijnig boompje: het zaad is zeer giftig en ook de naalden bevatten een giftige olie. Aan de andere kant van het pad staat een onschuldige balsempopulier. Hoewel: als straks het voorjaar komt, scheiden de knoppen een plakkerig goedje af: de balsem. Maar dat is geen giftig spul. Een els, een tachtig jaar oude zilveresdoorn, een Amerikaanse eik, wilde lijsterbessen, een hemelboom en een meidoorn. Magnifieke kastanjes aan de overkant langs de singel. Mijn hemel, wat een verscheidenheid aan groen in dit heerlijke wandelgebied van oud-Goes, parel van de Bevelanden. Achter een paar bankjes staat een Anna Paulownaboom. Die heeft 't helemaal naar z'n zin nu het maar nauwelijks wil winteren: deze boom, oorspronkelijk uit China, heeft een hekel aan vorst. Ik steek een kastanje in mijn zak. Dat brengt geluk. Het centrum van Goes. Echt waar! Wethouder Linssen, die groenopzichter Gert Goedegebuure en mij persoonlijk rondleidt, babbelt onderwijl vrolijk voort: een haast onafgebroken toelichting op zijn groene Masterplan-Binnenstad. Ik luister maar half, want ik geniet van alle natuur om ons heen. Maar ik ben vanzelf weer bij de les zodra hij over kerktuinen begint. Onderdeel van het meesterlijke stadsplan: bij de onlangs fantastisch gerestaureerde Grote of Maria Magdalenakerk, een laat-gotische kruisbasiliek waarvan de balken aan de vraatzuchtige bonte knaagkever waren ten prooi gevallen, komen de oude kerktuinen terug. Tuinen in de stad. Auto's mogen er straks niet meer komen. Er komen wandellussen. De majestueuze platanen op de Oostsingel blijven. Bejaarden in het verzorgingshuis aan de Oostsingel hebben de gemeente al een paar keer gevraagd om die bomen te rooien. Ze beweren dat ze zomers vanuit hun flatjes niks zien door alle bladeren. Zo heb je, ook in Goes, mensen die zemelen over te veel bladeren in hun straatje, op hun stoep of op hun auto. Soms, heel soms, wordt de wethouder er wel eens een beetje moe van, zegt-ie.
EIGEN FOTO
|