&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Veenmuseum toont kijkje in keuken pure armoede

Met turfstekers stak het vroeger zo nauw niet

door JAN COLIJN

WESTERHAAR/VRIEZENVEENSEWIJK - Als ergens de geuzennaam 'noeste arbeiders' op van toepassing is, zijn het wel de veenarbeiders. In vervlogen tijden zorgden zij ervoor dat de zompige gebieden van ons kikkerlandje werden ontgonnen. En dat deden ze onder mensonterende omstandigheden. Tegen regelrechte hongerloontjes en wonend in plaggenhutten die zelfs het predikaat hut nauwelijks waardig waren.

Turfstekers woonden indertijd in plaggenhutten die het predikaat hut nauwelijks waardig waren.

Ooit ontstaan uit een nederzetting van turfstekers is het Twentse Westerhaar/Vriezenveensewijk anno 1998 uitgegroeid tot een modern dorp met een respectabel voorzieningspeil. Maar in het buitengebied rond De Paterswal zijn nog altijd de sporen van het roemruchte verleden zichtbaar.

Deze weg, een soort wal die iets hoger lag dan de omringende moerassen, werd in vroeger dagen door paters gebruikt als verbindingsroute tussen het klooster van Sibculo en de stad Almelo. Nu kan er in het veenmuseum 'Vriezenveenseveld' een duik in het verleden worden genomen.

Geromantiseerd

De bezoekers kunnen hier soms met afgrijzen waarnemen hoe de Westerhaarders zich in die dagen in leven moesten houden. En waar vandaag de dag vaak sprake is van een sterk geromantiseerd beeld, vroeger was het vaak dan een keiharde strijd om het bestaan - niet meer en niet minder.

De expositieruimte op het terrein van het veenmuseum.

Eigenlijk bestaat het veenmuseum al sinds begin jaren '80, vertelt secretaris Gerard Sibon. "Indertijd begon het als een project voor randgroepjongeren. Deze jongeren werden beziggehouden met het nabouwen van de veenhutten."

Een maquette van het turfsteken in het veenmuseum.

"Gaandeweg kwam echter de klad erin. Tot we begin jaren '90 tegen elkaar zeiden: 'Zonde dat dat allemaal onbenut blijft liggen'. Daarop staken we de hoofden bij elkaar en hebben we een stichting opgericht. Daarmee willen we niet alleen het Almelerveen, een drooggelegd groot veengebied, voor het nageslacht bewaren, maar bovendien willen we de mensen de leef- en werkomstandigheden tonen van de ontginners van het veen."

Zodoende dat het 'Vriezenveenseveld' momenteel een tweede jeugd doormaakt. Met name de laatste jaren is het museum nieuw leven ingeblazen. Zo tuft er een origineel 'Diema-treintje' rond. Met dit originele locomotiefje waarmee vroeger de turf werd vervoerd, worden nu de bezoekers van het museum langs de diverse bezienswaardigheden geloodst.

Het 'Diema-treintje', in vervlogen tijden werd hiermee de turf vervoerd. Nu worden de bezoekers van het veenmuseum ermee rondgetuft langs de diverse bezienswaardigheden.

In het expositiecentrum wordt onder meer het proces van de vervening in beeld gebracht en is te zien hoe de ontginning in z'n werk ging: machinaal of zelfs nog met de hand. Ook is te zien hoe het landschap zich in deze streek vanaf het begin van de veertiende eeuw tot heden heeft ontwikkeld.

Gestapelde turfblokken

Openingstijden: maandag t/m donderdag: 9-15 uur, vrijdag 9-11.30 uur. Van april tot medio oktober: ook op zondag van 13-16.30 uur. Groepen op afspraak: telefoon: 0546-658175 of 561861.

FOTO'S: JAN STAPPENBELD

Publicatiedatum = 12 september 1998