&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Kleurrijk stappen in Staphorstdoor HENK DE KONING Het streekdorp Staphorst in noordwest-Overijssel lijdt nog altijd onder het vooroordeel dat de middeleeuwen hier even pas op de plaats hebben gemaakt, terwijl de rest van Nederland al lang de weg van Internet heeft ingeslagen. Niet dat de Staphorsters hier zwaar aan tillen, want hoewel het kleurrijke dorp uit economisch belang allang het massatoerisme heeft omarmd, wil men de eigen geaardheid toch bewaren. Dat lukt de 15.000 inwoners tot dusver aardig dank zij de laatste groep van circa 1800 Staphorster vrouwen en meisjes (en helaas slechts 40 mannen) die in verzet tegen de snel oprukkende confectie, vasthouden aan het principe: "Wie ébt er gien belang bie". Ook agrarisch is Staphorst niet meer wat het geweest is en de verkoop van souvenirs aan toeristen en de export van traditioneel vervaardigde Staphorster goederen vormen voor het dorp nu de tweede belangrijkste bron van bestaan. Het aloude opschrift op het bord bij de kerk: 'Verboden Staphorsters zonder hun toestemming te fotograferen', heeft daarom zijn oorspronkelijke angel al lang verloren. Toch handhaaft het dorp deze unieke politie-verordening. Misschien juist wel om nieuwsgierige toeristen te lokken. Want verboden vruchten.... Leer Staphorst wat! Boerenkar Daar waar twee geliefden ooit in Amsterdam in een Gouden Koets met rookbommen werden bestookt, werd in de zestiger jaren in Staphorst een omstreden liefdespaar door een woedende menigte op een boerenkar- als straf voor een niet getolereerde vrijage- door het dorp gereden. Soms zijn de verschillen tussen een wereldstad en een boerendorp niet eens zo groot. Ons dagje stappen in Staphorst begint in de Gemeentelijke Museumboerderij aan de Gemeenteweg. De 8 kilometer lange verkeersweg rijgt als een satéstokje de afzonderlijke dorpen (voormalige schoutambten) Staphorst en Rouveen middendoor aaneen. Ook IJhorst hoort hier bij. Het is maandag en per definitie wasdag in de dorpskern. De zon straalt en overal in de tuinen bij de boerderijen, met hun frisgroene luiken, zwaaien de boerinnen met grote witte vlaggen. Niet voor totale overgave. Het schone goed wordt aan de lijn gehangen want de meeste vlaggen hebben pijpen. De museumboerderij is 150 jaar oud en wanneer we er binnen treden komt beheerder Dirk Kok ons in een besmeurde overall tegemoet. Het nieuwe toeristenseizoen staat voor de deur en de museumboederij krijgt nog een laatste opknapbeurt. Boeren aardewerk Bovendien is Dirk druk doende met het inrichten van een bijzondere expositie. Voor het eerst worden namelijk dit jaar van april tot september op de zolderverdieping van het museum enkele honderden stuks antiek boeren serviesgoed tentoongesteld. Een bonte verscheidenheid zeer kostbaar antiek Maastrichts aardewerk dat generaties lang bij Staphorster families in de grote pronkkasten heeft gestaan, maar waarop de Staphorster antiquair G. Timmerman, al verzamelend, de hand wist te leggen. Deze stemde in met een eenmalige tentoonstelling in de museumboerderij van al dit schoons. Dit, in 1982 door prins Claus geopende pand, is een van de 1060 typische langgerekte 'halleboerderijen' die de gemeente nog rijk is. "Het woongedeelte van het museum is zoveel mogelijk in de oude stijl teruggebracht. "Ook wat betreft alle kleuren (verstorven rood met appelbloesem) van het schilderwerk", vertelt museumbeheerder Dirk Kok. De woonkamer van weleer is prachtig in de traditie van Staphorst betegeld en voorzien van drie indrukwekkende tableaus, voorstellende: 'Het Laatste Avondmaal', 'De Opstanding' en 'Hemelvaart.' Onder de schoorsteen bevindt zich de stookplaats met een zogeheten 'driegaats kachel' (eerder open vuur). De spinde (kast naast de voordeur), de bissekist (kist voor het bewaren van de zondagse vrouwenkleren), de Staphorster klaptafel met rode knopstoelen, een wieg uit 1877, een loopwagen en een Drentse kast maken het interieur tot een meeslepende bezienswaardigheid. De Stahorsters stammen vermoedelijk af van groepen veenontginners en boeren in de late Middeleeuwen. Stappen door het drassige veen deed je toen van de ene hoogte (horst) op de andere. Vandaar Stap-Horst. In het bedrijfsgedeelte van de museumboerderij is de handweverij van de Stichting Staphorst gevestigd. Het oudste weefgetouw dateert van 1611. Lange tijd werden hier nog de stoffen voor de echte Staphorster klederdrachten op geweven. Maar nu die traditie snel aan het afnemen is ligt de handweverij, door het uitblijven van voldoende opdrachten, nagenoeg stil. Voor de weverij bestaat de mogelijkheid in excursieverband koffie/thee met Staphorster koek te gebruiken. Permanent aanwezig is een vitrine met daarin de klederdracht van Staphorst en Rouveen tentoongesteld. Stipwerk Zeer bedreigend voor de eigen identiteit van Staphorst is de snel voortschrijdende teloorgang van de klederdracht. Als eersten verruilden de meeste mannen hun zwarte manchester broek, zelen (bretels), hemdrok, kamizool, zwarte wollen gebreide kousen, zilveren braamknopen en witte klompen voor het meer wereldse confectiegoed. Alras volgden de kinderen en tenslotte (in minder hoog tempo) de vrouwen. Die scheren zich ook het hoofd niet meer kaal wat lang de gewoonte was bij het dragen van de hel rood, groen, blauw en wit bedrukte mutsjes, het zogenaamde stipwerk. Vooral de Staphorster jeugd vindt de klederdracht ouderwets, onpraktisch en ongemakkelijk. Kok: "Soms zie je hier de gekste mengvormen ontstaan: klederdracht in combinatie met een moderne PLO-sjaal of een plastic jas. Meisjes kiezen vaker voor een C & A'tje. Dat zit gemakkelijker en is goedkoper. Toch blijken de vrouwen het meest standvastigst als het om het zo lang mogelijk handhaven van de klederdrachten gaat." Wie wil weten wat de originele Staphorster pot schaft moet in de museumboerderij eens een culinaire dag met Staphorster gerechten bezoeken. Gezeten aan lange tafels krijgt men dan van Staphorster vrouwen in klederdracht spannende gerechten volgens oeroude recepten voorgeschoteld. 'Vrijersraampje' Volksgerichten komen in Staphorst niet meer voor evenmin als het roemruchte "venstervrijen" van weleer. De 'bals' van de disco heeft nu ook de Staphorster jeugd in zijn greep. Bij het venstervrijen klom een Staphorster Romeo heimelijk het opkamertje van de boerderij van zijn geliefde binnen teneinde van de verboden vrucht te snoepen. Dat venster was (met opzet?) zo klein gehouden, dat uitsluitend slanke jonge mannen zich hierdoor naar binnen konden wringen. Uiterst hartelijk is de ontvangst in hotel restaurant 'Het Boerengerecht'; het domein van Anna van de Vegte en zoon Bert (chef-kok) aan de Middenwolderweg. Dit onderkomen was ooit de beroemde 'Witte Boerderij' van de in Staphorst op handen gedragen, maar al vroeg overleden schilderes Stien Eelsingh. Hier, in een sfeervolle Staphorster ambiance van oude plavuizen, antieke wandtegels, orgelkasten, bedsteden, klassieke buiskachels en diverse originele schilderijen van Stien Eelsingh, genieten we van huisgerookte lende met hutspot en eendenlever in een tongstrelende truffelsaus. Maar ook van gerookte zalm op boekweitpannenkoekjes en paté van boerenham. Uiteraard is er een menu Stien Eelsingh, dat volgens de kok "een schilderachtig menu van vier gangen beslaat." Heel wat anders dan bijvoorbeeld karnemelk met rozijnen en stroop of boekweitmeel met melk ( Stip). Die oude streekgerechten zijn inmiddels naar de museumboerderij verbannen. Reiswijzer: De Gemeentelijke Museumboerderij is geopend van maandag tot en met zaterdag van 10.00-17.00 uur in de periode van 1 april tot en met 31 oktober. Op zon- en feestdagen is het museum gesloten. Telefonisch is het bereikbaar onder nummer 0522-462526 b.g.g. 0522-467462. Restaurant-hotel 'Het Boerengerecht' tel: 0522-461166. Publicatiedatum 12 april 1997 |