Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuws

zaterdag 21 juli 2001  

 R E I S W E R E L D 

 

Hattem

Een snoeperig stadje

door Nico van der Zwet Slotenmaker

HATTEM - Dat het Anton Pieck Museum nu juist in Hattem is gevestigd, behoeft een verklaring, want banden des bloeds had de schilder, tekenaar en graficus niet bij het bijna elf eeuwen oude stadje. Hij hield er een keer een tentoonstelling en toen moet de vonk zijn overgesprongen. Dat is niet zo verwonderlijk merk ik, als ik er een paar uurtje rondwandel. Want Pieck, de illustrator van knusse straat- en binnenhuistafereeltjes zag in Hattem wat hij al eerder aan het doek en papier had toevertrouwd, een samenleving in een bijna middeleeuwse context met snoeperige pandjes, dorpspompen en een paar uitbundige herbergen. Met de kerk in het midden uiteraard. Een godshuis met een voorganger.

In de oude stadsmuur zijn verschillende poortjes bewaard gebleven.

Bij opgravingen in 1893-1894 stuitte men een kilometer westwaarts van het huidige middelpunt van de stad op resten van een kerk uit de 10e of 11e eeuw. Daarna verhuisde de stad dus een klein stukje en werd begonnen met de bouw van de Grote of St. Andreaskerk in 1176. In latere eeuwen werd er uiteraard nog het nodige veranderd en bijgebouwd en nu leunt de toren uit 1611 aan een kant op de vroegere hoofdwacht (nu VVV) en aan de andere zijde op een gebouw dat eens een middeleeuwse school moet zijn geweest en later ook nog eens heeft dienst gedaan als postkantoor. Hierdooronttrekt de kerk zich aan de voorzijde enigszins aan het gezicht. En omdat het vandaag marktdag is, word je ook van de zijkant weinig gewaar van het toch wel forse gebouw dat zich kan beroemen op een doopvont uit 1200, een orgel uit 1614, een preekstoel uit 1635 en een koorhek uit 1645.

Onder de stadspomp kun je je handen wassen. Geen drinkwater.

Weer buiten valt de stadspomp op die getuige het aangebracht bordje 'geen drinkbaar water' levert. Maar dat is ook niet nodig, we hebben alle gemakken tegenwoordig thuis. En toch hoort zo'n pomp hier thuis, al was het alleen maar om er voor je geestesoog de volksvrouwen te zien emmeren. En roddelen uiteraard, want deze plek moet het absolute centrum van de stad zijn geweest. In landen waar men nog met de watervoorziening sukkelt, is dat trouwens nog steeds zo.

Het stadhuis is uiteraard vlakbij en staat in de steigers, hoewel in de door de VVV aan mij versterkte folder toch staat dat er nog in 1976-1979 een ingrijpende restauratie plaats heeft gevonden. Maar in de stadjes en steden met de leeftijd van Hattem kun je wel aan het opknappen blijven. Ik geloof niet dat ik de laatste jaren op een historische plaats ben geweest waar niet werd gerenoveerd.

Kruidentuin

De Franse School heeft nu een horecabestemming, maar droeg die naam in de 19e eeuw terecht. Ernaast is de kruidentuin, De Franse Hof waar zich vandaag vele tientallen bezoekers melden om zich over de opmerkelijke gewassen te laten voorlichten.

In de Franse Hof groeien bijzondere planten en daar is altijd belangstelling voor.

Van hieruit is het maar een paar stappen naar de verdedigingswerken die Hattem in de loop der eeuwen hebben moeten beschermen. Van de stadsmuur is nog een fors stuk bewaard gebleven en vooral de prachtige poortjes kunnen mij bekoren. In een geval tref ik nog een onderkomen van de vroegere poortwachter. Een soort intrigerend koepeltje op de stadsmuur dat die nu nog bewoond lijkt. Een meer dan ideale stek voor een kunstenaar of schrijver. Wie hier geen inspiratie opdoet, kan pen of kwast voorgoed terzijde leggen.

In de stadsgracht tref ik een kikkerconcert. Althans, de orkestleden zijn gevat in kikkerbeelden en zitten of staan klaar om te beginnen. Ik heb een tijdje gewacht, maar er gebeurde verder niks. Toch een aardig groepje. Er zit muziek in. Dat zie je zo.

Kikkerconcert in de stadsgracht.

Niet dat ik er troebele bedoelingen achter zou hebben, maar als ik lees dat Hattem op de Adelaarshoek 3 ook het 'Pand der Liefde' te bewonderen heeft, ga ik er uiteraard even heen. Gesuggereerd wordt dat het pand haar naam heeft te danken aan 'de zusters der Liefde' die zich tijdens pestepidemieën verdienstelijk maakten. Naspeuringen hebben echter geen gronden kunnen vinden om deze theorie te bevestigen. De patriciërswoning stamt uit 1626 en was destijds het woonhuis van burgemeester Van Heerde die ook handelde in tabak, zodat het ook een koopmanshuis was. Achter de fraaie dakkapel bevindt zich nog een hijswiel waarmee goederen naar boven worden getakeld.

Heemtuin

Markt langs de kerk.

Hoewel Hattem er een beetje op elkaar gedrongen bijstaat en op sommige plaatsen meer berekend is op paard en wagen (en dan liefst nog zonder wagen) is er naast de Franse Hof nog een soort parkje aan de voet van de stadsmuur. Deze heemtuin het woord zegt het al probeert zoveel mogelijk struiken, planten en bomen binnen te halen die hier in de buurt vroeger ook al groeiden. Bovendien is hier de stadsmuur het meest bejaard. Het onderste stuk is uit 1395. In 1582 werd er nog een stukje opgezet.

Maar aan dat soort feiten hoeft u zich niet per se te houden. Zonder overal een jaartel bij te zetten, voel je dat je hier door een ver verleden dwaalt. Geen wonder dan ook dat veel schilders zich geroepen voelden hier hun ezel eens een tijdje te stallen. IJsselschilder Jan Voerman bijvoorbeeld, later (op)gevolgd door zijn zoon. Ook zij hebben hun museum gekregen en over een binnenplaatsje kom je dan op de expositie van Anton Pieck. Die getuige zijn werk Hattem al had gezien voor hij er een voet zette.

REISWIJZER

Inlichtingen VVV, Kerkhofstraat 2, 8051 GG Hattem. Telefoon: 038-4443014. Wandelgids ƒ3,95 met route van circa 3 kilometer die u ongeveer anderhalf uur kost. Tenzij u lang in de musea wenst te vertoeven natuurlijk. Sla dan ook het vermaarde Bakkerijmuseum niet over.

Index-Reiswereld
 
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.