Hattem
Een
snoeperig stadje
door
Nico van der Zwet Slotenmaker
HATTEM
- Dat het Anton Pieck Museum nu juist in Hattem is gevestigd,
behoeft een verklaring, want banden des bloeds had de
schilder, tekenaar en graficus niet bij het bijna elf
eeuwen oude stadje. Hij hield er een keer een tentoonstelling
en toen moet de vonk zijn overgesprongen. Dat is niet
zo verwonderlijk merk ik, als ik er een paar uurtje
rondwandel. Want Pieck, de illustrator van knusse straat-
en binnenhuistafereeltjes zag in Hattem wat hij al eerder
aan het doek en papier had toevertrouwd, een samenleving
in een bijna middeleeuwse context met snoeperige pandjes,
dorpspompen en een paar uitbundige herbergen. Met de
kerk in het midden uiteraard. Een godshuis met een voorganger.
|
In
de oude stadsmuur zijn verschillende poortjes
bewaard gebleven.
|
Bij
opgravingen in 1893-1894 stuitte men een kilometer westwaarts
van het huidige middelpunt van de stad op resten van
een kerk uit de 10e of 11e eeuw. Daarna verhuisde de
stad dus een klein stukje en werd begonnen met de bouw
van de Grote of St. Andreaskerk in 1176. In latere eeuwen
werd er uiteraard nog het nodige veranderd en bijgebouwd
en nu leunt de toren uit 1611 aan een kant op de vroegere
hoofdwacht (nu VVV) en aan de andere zijde op een gebouw
dat eens een middeleeuwse school moet zijn geweest en
later ook nog eens heeft dienst gedaan als postkantoor.
Hierdooronttrekt de kerk zich aan de voorzijde enigszins
aan het gezicht. En omdat het vandaag marktdag is, word
je ook van de zijkant weinig gewaar van het toch wel
forse gebouw dat zich kan beroemen op een doopvont uit
1200, een orgel uit 1614, een preekstoel uit 1635 en
een koorhek uit 1645.
|
Onder
de stadspomp kun je je handen wassen. Geen drinkwater.
|
Weer
buiten valt de stadspomp op die getuige het aangebracht
bordje 'geen drinkbaar water' levert. Maar dat is ook
niet nodig, we hebben alle gemakken tegenwoordig thuis.
En toch hoort zo'n pomp hier thuis, al was het alleen
maar om er voor je geestesoog de volksvrouwen te zien
emmeren. En roddelen uiteraard, want deze plek moet
het absolute centrum van de stad zijn geweest. In landen
waar men nog met de watervoorziening sukkelt, is dat
trouwens nog steeds zo.
Het
stadhuis is uiteraard vlakbij en staat in de steigers,
hoewel in de door de VVV aan mij versterkte folder toch
staat dat er nog in 1976-1979 een ingrijpende restauratie
plaats heeft gevonden. Maar in de stadjes en steden
met de leeftijd van Hattem kun je wel aan het opknappen
blijven. Ik geloof niet dat ik de laatste jaren op een
historische plaats ben geweest waar niet werd gerenoveerd.
Kruidentuin
De
Franse School heeft nu een horecabestemming, maar droeg
die naam in de 19e eeuw terecht. Ernaast is de kruidentuin,
De Franse Hof waar zich vandaag vele tientallen bezoekers
melden om zich over de opmerkelijke gewassen te laten
voorlichten.
|
In
de Franse Hof groeien bijzondere planten en daar
is altijd belangstelling voor.
|
Van
hieruit is het maar een paar stappen naar de verdedigingswerken
die Hattem in de loop der eeuwen hebben moeten beschermen.
Van de stadsmuur is nog een fors stuk bewaard gebleven
en vooral de prachtige poortjes kunnen mij bekoren.
In een geval tref ik nog een onderkomen van de vroegere
poortwachter. Een soort intrigerend koepeltje op de
stadsmuur dat die nu nog bewoond lijkt. Een meer dan
ideale stek voor een kunstenaar of schrijver. Wie hier
geen inspiratie opdoet, kan pen of kwast voorgoed terzijde
leggen.
In
de stadsgracht tref ik een kikkerconcert. Althans, de
orkestleden zijn gevat in kikkerbeelden en zitten of
staan klaar om te beginnen. Ik heb een tijdje gewacht,
maar er gebeurde verder niks. Toch een aardig groepje.
Er zit muziek in. Dat zie je zo.
|
Kikkerconcert
in de stadsgracht.
|
Niet
dat ik er troebele bedoelingen achter zou hebben, maar
als ik lees dat Hattem op de Adelaarshoek 3 ook het
'Pand der Liefde' te bewonderen heeft, ga ik er uiteraard
even heen. Gesuggereerd wordt dat het pand haar naam
heeft te danken aan 'de zusters der Liefde' die zich
tijdens pestepidemieën verdienstelijk maakten.
Naspeuringen hebben echter geen gronden kunnen vinden
om deze theorie te bevestigen. De patriciërswoning
stamt uit 1626 en was destijds het woonhuis van burgemeester
Van Heerde die ook handelde in tabak, zodat het ook
een koopmanshuis was. Achter de fraaie dakkapel bevindt
zich nog een hijswiel waarmee goederen naar boven worden
getakeld.
Heemtuin
|
Markt langs de kerk.
|
Hoewel
Hattem er een beetje op elkaar gedrongen bijstaat en
op sommige plaatsen meer berekend is op paard en wagen
(en dan liefst nog zonder wagen) is er naast de Franse
Hof nog een soort parkje aan de voet van de stadsmuur.
Deze heemtuin het woord zegt het al probeert zoveel
mogelijk struiken, planten en bomen binnen te halen
die hier in de buurt vroeger ook al groeiden. Bovendien
is hier de stadsmuur het meest bejaard. Het onderste
stuk is uit 1395. In 1582 werd er nog een stukje opgezet.
Maar
aan dat soort feiten hoeft u zich niet per se te houden.
Zonder overal een jaartel bij te zetten, voel je dat
je hier door een ver verleden dwaalt. Geen wonder dan
ook dat veel schilders zich geroepen voelden hier hun
ezel eens een tijdje te stallen. IJsselschilder Jan
Voerman bijvoorbeeld, later (op)gevolgd door zijn zoon.
Ook zij hebben hun museum gekregen en over een binnenplaatsje
kom je dan op de expositie van Anton Pieck. Die getuige
zijn werk Hattem al had gezien voor hij er een voet
zette.
REISWIJZER
Inlichtingen
VVV, Kerkhofstraat 2, 8051 GG Hattem. Telefoon: 038-4443014.
Wandelgids 3,95 met route van circa 3 kilometer
die u ongeveer anderhalf uur kost. Tenzij u lang in
de musea wenst te vertoeven natuurlijk. Sla dan ook
het vermaarde Bakkerijmuseum niet over.
|