&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> |
Strandwandeling bij voorkeur tijdens storm en lekker dik aangekleeddoor Nico van der Zwet Slotenmaker IJmuiden/Bloemendaal - In de huwelijksadvertenties die tegenwoordig contactannonces heten is de tekst in de loop der jaren wat afgezaagd geworden. De steller of stelster van deze oproep eist steevast een glas rode wijn dat nergens anders dan bij een open-haard-vuur genuttigd dient te worden. In een land waar meer dan de helft van de mensen en zeker de alleenstaanden op een flatje met centrale verwarming woont is dat al de eerste hindernis in een verhouding die nog niet eens op gang is gekomen. Maar oké, misschien gaat de liefde wel meteen zover dat de slok ook in de keuken bij het gascomfoor zonder strubbelingen kan worden geserveerd. Eerst wacht u echter nog een andere
beproeving voor u de voetjes in de richting van het vuur kunt
uitstrekken en om de kurkentrekker verzoekt. U moet in de allereerste
plaats die strandwandeling gaan maken. Lees het maar in alle kranten.
Eerst inspannen en dan pas romantisch ontspannen. U moet er wat voor
doen. Die strandwandeling dus. Daar aan de vloedlijn is de aangewezen
plaats om elkaar goed te leren kennen. Haardvuur Omdat er regelmatig sprake is van knapperende haardvuren moet ik aannemen dat die wandeltochten vooral in de guurste jaargetijden het meest geschikt zijn om de onderlinge aantrekkingskracht te doen ontbranden. De zomer is het niet. Dan is het te druk en iedereen bovendien bloot of halfnaakt. Daar ga je niet hand in hand tussendoor lopen minnekozen. Je zou veel te snel worden afgeleid. Nee, het moet bij voorkeur hard waaien, je moet dik ingepakt zijn. Dat uitpakken komt later wel weer. Bij dat vuur en die wijn. In het na- of prille voorjaar is een paar uur zon al voldoende om de terrassen vol te doen stromen. Iemand als ik, die min of meer op het strand is geboren en er dus in andere maanden meer vertoeft dan in de zomer, moet helaas tot de sombere conclusie komen dat het met de romantiek in ons land bijzonder matigjes is gesteld. Want ik zie er zo weinig mensen. De adverteerders zijn roependen in de woestijn van de zeereep. En dat terwijl het gratis is, de frisse wind om je oren waait en je er misschien nog een partner voor het leven aan kan overhouden ook. Van IJmuiden naar Bloemendaal is het voor een slechte wandelaar als
ik inmiddels ben toch wel zo'n tweeënhalf uur als ik tenminste
niet gepaaid wordt vanuit een van de horecalokaliteiten die in mijn
oord van vertrek zomer en winter open zijn. Nu staat er alleen iemand
op een verwaaid terras wat tafeltjes te reinigen en kan ik het water
onaangeroepen benaderen. Sportclubs Vlakbij de pier wil het nog wel eens druk zijn. Daar zijn altijd wel mensen met hun beest en kind. En de terrassen hebben maar een paar uurtjes zon nodig om vol te stromen. Veel regen of andere neerslagnarigheid is gek genoeg ook goed voor de paviljoens. Dan komen de sportclubs die op hun eigen velden niet terecht kunnen. Het strand kan namelijk veel beter met water overweg en weet altijd wel een paar plekjes droog te houden. Sportclubs zoeken hun heil op het strand als de velden afgekeurd zijn. Maar dat is allemaal gedoe in de marge. Het heeft niets te doen met de wandeling die voor mij ligt. Na tien minuten ben ik al in niemandsland. De meeuwen zijn er echter wel degelijk. Precies tot de enkeltjes in het opkomende water, zodat ze er gemakkelijk uit kunnen vissen wat van hun gading is. Er zijn meer meeuwen dan vroeger, dat praat niemand me uit mijn hoofd. Misschien gaan ze binnenkort nog wel eens tot de aanval over. Ze zijn er sterk genoeg voor en ze nestelen nu al in alle aan de kust gelegen industrieterreinen waar men er niet bepaald blij mee is. Ook trekken ze steeds meer het binnenland in, meesnaaiend van wat onze consumptiemaatschappij niet meer van node heeft. Schelpen zijn
er ook veel, maar minder groot dan vroeger toen ik ze aan de hand van
mijn vader in een aardbeienslof verzamelde. Het muizetandje heeft stand
gehouden, al zal het nu met de nieuwe spelling inmiddels wel een
muizentandje zijn geworden. Plastic Verder geeft de zee weinig meer prijs. Plastic, de kanker van de moderne tijd is er altijd. Door badgasten of zeevarenden overboord gegooid. Hou het maar op het laatste. Ik verkeer regelmatig in nautische kringen en op het wijde water laat men dat van het opperwezen gaarne over diens akkers drijven. De regels zijn aangescherpt, maar als het al ingewikkeld is een schip op te sporen dat honderdduizend liter olie heeft gemorst is de eigenaar van een vervuilde jerrycan niet meer te achterhalen. Het schoonmaken van het strand wordt de laatste jaren steeds meer door scholieren gedaan. Olie is naast plastic nog een grotere vijand van de zee. Het spul kleeft aan ieder stuk drijfhout dat tot voor kort overigens nog wel aftrek vond. Toen we van de mensen die het beter wisten allemaal weer moesten gaan stoken in de allesbrander wierp je er ook alles op. Dat stuk hout met teer eraan, een kapot getrokken visnet en nog zo het een en ander. Fout, fout bleek later. We waren
bezig de hele atmosfeer te verzieken. Nu blijft het meeste hout aan de
vloedlijn onaangeroerd. De echte jutter vind je op de Waddeneilanden
waar de eilanden onvoorspelbaarder zijn en schepen het moeilijker
hebben. Tussen IJmuiden en Bloemendaal tref je hooguit de moderne
versie van de wichelroedeloper, iemand die met een door maanmannen
bekend geworden instrument in het zand op zoek is naar muntgeld.
Briefjes van duizend blijven ongemoeid. De techniek kan dat kennelijk
nog niet behappen. Flessenpost Bij de pier is altijd wel een beetje reuring. Een tanker beheerst de achtergrond. De eerste echte fles die ik vind is leeg en zo hoort dat ook. Daar zijn die dingen voor. Verhalen over flessenpost met huwelijken als gevolg zijn doorgaans verzinsels al ken ik in ditzelfde IJmuiden iemand die zijn vrouw leerde kennen toen ze in de Duitse fabriek waar ze werkte een boodschap had gekrabbeld op de verpakking die in de visindustrie werd gebruikt. Noem het een moderne variant. "Hij heeft de dag van zijn leven" zegt zijn baas. En zelfs aan een toffe vriendin heeft hij op dit moment geen behoefte. En daar is dan toch eindelijk de man met die hond. Ik stond al op het punt om hem erbij te verzinnen omdat het zo angstig leeg bleef in mijn opschrijfboekje. Ik heb gelukkig geen verstand van honden, maar de man vertelt me gemoedelijk dat het hier slechts een "vuilnisbakkerassie" betreft en dat hij zijn leven lang al honden van dezelfde soort heeft gehad en daar wel bij is gevaren. De hond ook zo te zien. Zoals al zijn soortgenoten is het strand zijn absolute hemel. Het bos is ook goed, maar het strand is het einde. Juist omdat het zonder einde is. Constant probeert hij de horizon binnen te rennen, het water houdt hem maar ten dele tegen. Trouwens, hij lust niet eens wijn. Foto's:
Johannes Dalhuijsen Publicatiedatum = 24 april 1999 |