De bedoeling is de kerkhoven te behouden voor
het nageslacht én er trekpleisters voor cultuurtoeristen van te
maken. Want begraafplaatsen mogen dan doods lijken, de stenen en zerken
vertellen allen hun eigen verhaal. Zo krijgt het hooggeboren meisje dat
onder haar stand trouwde een onopgesmukte zerk in het rijkelijk
versierde familiegraf, voor een arme sloeber is er sowieso slechts een
houten, met de hand beschilderd paaltje.
Projectleidster
Annalies Groot: "Het is niet de bedoeling dat alles spic en span wordt.
De korstmosjes moeten gewoon blijven zitten."
De eeuwige rust op het kerkhofje van Westerwijtwerd wordt dezer
dagen ruw verstoord. Luid gehamer en geklop, de doordringende lucht van
epoxy-hars die de geur van pas gemaaid gras verdringt en een achteloos
neergelegde zaag op een achttiende eeuwse grafzerk geven aan dat hier
wordt gewerkt. Hard gewerkt, onder de swingende radioklanken van 'Can't
you see the brand new day' van Michael Jackson en Diana Ross.
Drie medewerkers van Landschapsbeheer
Groningen proberen uitermate consciëntieus de gehavende zerken van
de in de jaren vijftig ter aarde bestelde Jantje Smit en Thies Bouwsema
in oude glorie te herstellen. Het restauratiewerk aan de graven vereist
af en toe het nodige puzzelwerk soms heeft de tijd de rustplaatsen
van echtelieden wreed gescheiden en komt één wederhelft
pas tevoorschijn na het uitbaggeren van de kerkhofgracht en ook
stalen zenuwen. Corrie Loos: "Laatst haalden we de afdekplaten van een
grafkelder weg. Zagen we via een gat zo negen skeletten liggen."
Drie medewerkers van Landschapsbeheer Groningen herstellen de zerk van Jantje Smit op het kerkhof van Westerwijtwerd.
Zijn kompaan Georg Többen met Groningse nuchterheid: "Welnee,
het is helemaal geen luguber werk. Juist reuze rustig, je krijgt geen
tegenspraak. En als ze kloppen doen we gewoon open!" Serieus: "Het moet
hier weer leuk en netjes worden, maar niet nieuw. We herstellen alleen
wat kapot is gegaan."
Dòingggg. Het is toch even
schrikken als de koperen klok in de kerktoren met één
sonore galm en slechts een paar minuten te laat het halve uur aangeeft.
We controleren het stiekem: alle afdekplaten blijven gesloten. Eddy
Smit plakt onaangedaan een stuk met epoxy-hars ingesmeerde steen op
zijn plaats. "Met een uur is dit spul keihard geworden. Dan zit het
weer voor de eeuwigheid. Doe je niks, dan zou het bij de eerste beste
nachtvorst zo kunnen scheuren dat zo'n hele zerk verzakt."
Het
idyllische kerkhofje, nu nog een paradijs van verval, wordt omsloten
door een ring authentieke en goed onderhouden boerderijtjes. Het
bijbehorende dertiende eeuwse robuuste kerkje met zijn karakteristieke
kloostermoppen ligt hoog en droog op een wierd (Gronings voor terp) en
is al in '76 grondig opgeknapt.
En het kerkhof zal dus spoedig
volgen. Het is onderdeel van het project 'Kerken in het groen' van
Landschapsbeheer Groningen en de Stichting Oude Groninger Kerken.
Projectleidster Annalies Groot: "Veel oude kerkgebouwen worden niet
meer als kerk gebruikt. Daar zoeken we nieuwe bestemmingen voor, zoals
een ruimte voor concerten of tentoonstellingen. Maar het gaat niet
alleen om het gebouw, ook om de omgeving. We hebben gemerkt dat de
betrokkenheid van de bewoners groot is. Veel van die kerkjes liggen
namelijk midden in een dorp. Wij horen dan dat de tuin er niet mooi
meer bij ligt of dat het kerkhof verzakt."
Van de tweehonderd
markante oude kerkhoven die er in de provincie Groningen zijn, worden
er de komende vijf jaar vijftig hersteld. Groot is dit voorjaar met een
inventarisatie begonnen, ze houdt voor de selectie drie criteria aan:
"We delen punten uit. Er moeten bijzondere zerken staan of
gedenkwaardige mensen liggen, het moet een opmerkelijke plek in het
landschap zijn of er moeten opvallende bomen staan. Bijvoorbeeld een
treurwilg van driehonderd jaar oud."
Projectleidster Annalies Groot: "Groningen wil met 'Kerken in het groen' het cultuurtoerisme bevorderen."
Het project gaat ruim
anderhalf miljoen gulden kosten, waarvan het Ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij een miljoen voor zijn rekening neemt. De rest
wordt bijeen gebracht door de provincie, gemeenten, diverse fondsen en
de eigenaren van de begraafplaatsen. Volgens Annalies Groot vervult
Groningen een voortrekkersrol: als het kerkhofproject slaagt, zal het
een landelijk vervolg krijgen. "De bedoeling is ook een vorm van
cultuurtoerisme op gang te brengen. Groningen heeft meer te bieden dan
op het Lauwersmeer met een bootje te gaan varen. We hebben prachtige
uitgestrekte landschappen en de kerkhoven zijn daar een wezenlijk
onderdeel van."
Met een kerkhof wordt pas de laatste eeuwen
uitsluitend de begraafplaats om de kerk bedoeld, lezen we in 'De
geschiedenis van de laatste eer in Nederland' van H.L. Kok. Daarvoor
had het terrein om het godshuis veel meer sociale functies. Rijke
overledenen werden overigens het liefst in de kerk zelf begraven, wat
behalve voor stankoverlast meteen voor aardige inkomsten zorgde.
Napoleon probeerde aan deze praktijk een einde te maken; hij verbood
het begraven in kerken in 1804 en na de inlijving van Nederland bij
Frankrijk in 1810 werd deze wet ook hier tijdelijk van kracht. Een
Koninklijk Besluit in 1827 dat hetzelfde beoogde, werd veelvuldig
geschoffeerd. Het zou nog tot 1869 duren voor met de Wet op de
Lijkbezorging het begraven in kerken voorgoed tot het verleden
hoorde.
Veel familiegraven met hekjes én een heus lijkenhuisje op de begraafplaats rond de 15e eeuwse kerk van Den Ham.
Dodenakkers intrigeren kunsthistorica Annalies Groot al
lang, in het buitenland mag zij ze graag bezoeken. "Vanwege de
symboliek en de mooie plekjes. Het zijn oorden die dichters en
schrijvers hebben geïnspireerd. En je kunt eraan aflezen hoe
mensen met de dood omgaan. In Frankrijk of Italië bijvoorbeeld zie
je dat de dood meer onderdeel is van het leven, de graven zijn mooi
onderhouden, de doden liggen vaak in fraaie grafhuisjes. Nederlanders
zijn meer calvinistisch, wij stoppen de dood het liefst weg."
Eenzaam in het vlakke landschap, met vrij uitzicht rondom, ligt het
kerkhof rond de kerk van Den Ham, eeuwen het domein van de borgheren
van De Hamsterborg. De narcissen zijn uitgebloeid, de wind giert bijna
onheilspellend door de omringende bomen, nog eens versterkt door het
boosaardige schreeuwen van een er neergestreken zwerm roeken. Hekjes
omsluiten de sobere familiegraven, het lijkenhuisje waar de baar kon
worden neergezet staat wat terzijde.
Als een verschoppeling, ver
van de andere graven, hangt bijna op het schelpenpad de totaal in
elkaar gezakte rustplaats van ene Klaaske. Verhalen genoeg achter de
graven, beaamt Groot. Waarna ze vertelt over de dienstbode Jantje van
der V. die in 1906 uit nijd met rattekruid haar werkgevers, landbouwers
Wicher en Grietje Huisman uit Overschild, om zeep bracht. De rest van
de familie Huisman die ook van de door Jantje bereide giftige
watergruwel had genoten, ontsnapte ternauwernood aan een gifdood. De
stoffelijke resten van het echtpaar liggen bijeen op het al
opgeknapte kerkhof van Wittewierum.
Voor armeluiden schoot er vaak niet veel meer dan een houten memento mori over.
Dat de dood voor veel
gestorvenen vooral de overgang van het aardse tranendal naar het
hemelrijk markeert, zien we terug in de teksten op de laatste
rustplaatsen. 'Moge zijn ziel nu eeuwig genieten waarvan hij voor zijn
heengaan getuigde' en ''t Is waar, het zijn wel harde slagen, Te missen
zulk een dierbaar pand, Het is Gods wil en welbehagen, Hij heeft het
maaksel in zijn hand'. Zerken met louter letters wisselen af met aan
dood en leven gerelateerde symbolische afbeeldingen van een vlinder,
vleermuis, palmtak, zandloper, zeis of de in zijn eigen staart bijtende
slang. De les is duidelijk: tot stof zullen wij allen wederkeren.
En als in 2004 de vijftig monumentjes van de laatste eer hun
facelift hebben gehad? Komt er dan een kerkhofroute, compleet met 'koek
en zopie'?
"Zoiets. Maar zónder 'koek en zopie',"
verbetert Annalies Groot. "Voor ons wordt het de kunst dit goed naar
buiten te brengen, je hebt het toch over gewijde plaatsen, plaatsen van
stilte en bezinning. We denken nu aan regionale fiets- of autoroutes
met beschrijvingen van de kerkhoven. Wat we wel proberen is deze
cultuurhistorisch belangrijke plekken te combineren met bijvoorbeeld
aantrekkelijke plaatsen waar je wat kunt eten. Bijvoorbeeld in een oude
pastorie of oude molen. Tja, het leven gaat toch ook gewoon door."