&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Vier eeuwen turfsteken in Oost-Groningen

door THIJS JANSEN

VEENDAM - Er is een tijd geweest en die is nu voorbij. Bondiger kunnen ze in het noordoosten van ons land niet over vier eeuwen turfwinning praten. Ze laten zich bovendien niet snel van hun stuk brengen.

Maar nu zijn ze woest omdat hun gekoesterde regio negatief in het nieuws is gekomen. De oorzaak van de boosheid is een reclamespotje voor de radio van een reisorganisatie.

Daarin kreeg een overspannen onderwijzer in het kader van vitamine V het advies er even tussenuit te gaan. "Ik hoef toch niet naar Veendam, Hoogezand of Stadskanaal?" Dit gebeurde in het jaar dat vier eeuwen veenkoloniën wordt gevierd.

Het radiospotje was voor de familie Porringa van hotel 't Boschhuis in Ter Apel vloeken in de kerk. "Daar doe je jarenlang je best voor. Dit is een regelrechte belediging voor onze provincie." Ook de VVV van Stadskanaal werd op bijzonder onaangename wijze door dit spotje verrast.

Directeur drs. H.J.A. Kuiper schreef met succes een brief op poten aan de betrokken organisatie. "Blijkbaar zijn de makers van het spotje nogal vooringenomen met betrekking tot een aanzienlijk gedeelte van de provincie Groningen." Het gewraakte spotje werd niet meer uitgezonden.

Op dit soort reclame zitten we niet te wachten. Daar kan niet hard genoeg tegen worden opgetreden, vinden Ineke Porringa en haar man Joop. "Dit is een regelrechte belediging van onze provincie", zegt Ineke, terwijl haar vingers de rand van de stamtafel stevig vasthouden. Ze wordt in haar boosheid door de aanwezige klanten bijgevallen.

De randen van het kleed op de stamtafel zijn behoorlijk versleten. Het tekent de gemoedelijke sfeer in het hotel. Als er wat buren op bezoek komen en enkele logés aanschuiven, gaat het er tijdens een discussie over het reilen en zeilen van de provincie warm aan toe.

Het was voor de arbeiders hard werken in het veen. Eigen foto

De actuele borreltafelpraat is dezelfde als in de rest van ons land. 'Ze' moeten niet aan 'ons' Oost-Groningen komen, is een ander hot item. Nu de gemoederen rondom de misplaatste reclame wat zijn bedaard, gaan de Groningers in het offensief.

Een van de troefkaarten voor het komende seizoen is het vierhonderdjarig bestaan van de veenkoloniën. Op 21 juni 1599 werd een acte getekend waarmee de grootschalige turfwinning op gang kwam.

Het was het begin van 400 jaar veenkoloniën. "Van vier eeuwen mensenwerk", zegt directeur drs. Douwe Huizing van het Veenkoloniaal Museum in het centrum van Veendam, een plaats met een schitterend overdekt winkelcentrum. Het verhaal van die 400 jaar wordt uitgebreid in de vaste presentatie van het museum verteld.

Historische ontwikkeling

"Daarin laten wij vooral zien dat de historische ontwikkeling van deze streek veel durf en dynamiek kent, niet alleen door de verveningsactiviteiten, maar zeker ook door de veenkoloniale zeevaart en de landbouwindustrieën", aldus Huizing.

Daarnaast besteedt het museum met wissel-exposities en activiteiten in de weekeinden aandacht aan de geschiedenis van de regio Oost-Groningen. Een geschiedenis die na de oorlog verkeerd lijkt uit te pakken.

Het imago van de streek liep rond de jaren zestig flinke deuken op door de sluiting van strokartonfabrieken, kwijnende landbouw en opstandige communisten. Het Siberië van Nederland, zo werd vaak over Oost-Groningen gedacht. Maar dit beeld strookt niet met de werkelijkheid.

De regio heeft veel moois te bieden, zo leert onder meer een bezoek aan het klooster en het nabijgelegen bos in Ter Apel. Directeur Ton Kuper van het kloostermuseum offert er met plezier zijn vrije vrijdagavond voor op om zijn gasten in het eeuwenoude klooster rond te leiden.

In het Veenkoloniaal Museum in Veendam zijn enkele huisjes van vroeger voor het nageslacht bewaard. Eigen foto

En in het café van het nabijgelegen hotel 't Boschhuis schaaft hij de kennis bij van zijn bezoek met betrekking tot het gebied. 't Boschhuis is overigens een prima uitgangspunt voor een ontdekkingsreis van een paar dagen door de Veenkoloniën.

Vanuit het nabijgelegen klooster is een denkbeeldige lijn te trekken naar de Martinitoren in de stad Groningen. Langs die lijn is het Stadskanaal gegraven. Ter hoogte van Stadskanaal waren de gravers even het spoor bijster en moesten ze met het graven van een knik in het kanaal weer op de juiste koers komen. Dat is de reden dat er in de verder kaarsrechte grens tussen Groningen en Drenthe een knikje zit.

Dit soort feitjes kunnen directeur Ton Kuper of zijn medewerkers van het kloostermuseum hun bezoekers vertellen. Het klooster is gesticht in 1464. Het is het enige overgebleven middeleeuwse plattelandsklooster in de provincie Groningen.

Niet alleen het klooster, maar zeker ook de kloostertuin met tal van inheemse plantensoorten en het omliggende bos is een bezoek waard. Inlichtingen: Veenkoloniaal Museum, telefoon 0598-616393. 't Boschhuis, telefoon 0599-581208. Kloostermuseum Ter Apel, telefoon 0599-581370.

Publicatiedatum = 27 maart 1999