De Betuwe tot op het klokhuis
door Henk de Koning
|
MARIËNWAERDT - Dwalen door de Betuwe doe je
tot op het klokhuis want er valt maar moeilijk genoeg te krijgen van
dit wondermooie stukje Nederland. We fietsten langs het riviertje
De Linge over de dijk van Geldermalsen richting Leerdam, maar eenmaal
bij Mariënwaerdt aanbeland raakten we zo in de ban van de charme
van dit dromerige landgoed dat we er langer dan bedoeld zijn blijven
plakken. |
Het 900 hectare omvattend particuliere terrein met zestien boerderijen
en drie landhuizen telt vele lanen en laantjes met notenbomen en reusachtige
platanen, grienden en kooiplassen, dijkjes, boomgaarden en bossen, waardoor
het uitgestrekte eigendom een belangrijk natuurgebied op zich is.
Otto Willem Arnold baron van Verschuer en barones Catharina Theresia
van Verschuer-van Sminia, beiden al 72 maar nog zeer energiek, bewonen
er het statige 18e eeuwse landhuis Mariënwaerdt, ver voorheen zo
genoemd naar de polder De Herigerwaard, later verbasterd tot Mariënwaerdt,
waarin de naam Maria nog doorklinkt.
Erfstuk
Het karakteristieke landgoed Marienwaerdt met het gelijknamige landhuis
waarin nog een 72-jarige baron en barones verkeren.
Het landgoed is een erfstuk van Otto graaf van Bylandt, die het Huis
rond 1790 liet bouwen op de fundamenten van het gelijknamig klooster dat
bijna vijf eeuwen lang kanunniken toebehoorde, maar in 1566 door de troepen
van Hendrik van Brederode werd verwoest. Slechts de gewelven bestaan.
In bijzondere gevallen leiden gidsen het publiek rond waarbij men op plaatsen
komt die voor individuele bezoekers anders gesloten blijven. Zoals de
oude kloosterkeuken, het refter en de grafsteen van abt Petrus van Zuyren
die Mariënwardt van 1545 tot 1561 prima bestuurde.
Een dergelijk kapitaal landgoed met riante opstallen nu beheren vergt
veel inspanning en inventiviteit en hoewel de baron en barones voor het
onderhoud van hun bezit tal van financiële bronnen wisten aan te
boren verraadt hier en daar haveloos pleisterwerk op de buitenmuren en
deels vergane daklijsten toch dat de bodem van 'schatkist' op Mariënwaerdt
nogal eens in zicht is.
Activiteiten met betalend publiek zoals boerendiners, picknicks of traditionele
Engelse 'high tea's' op het landgoed moeten de kassa dan weer doen rinkelen.
Evenals de jaarlijkse 'Landgoedfairs' die met tal van attracties en demonstraties
vorig jaar nog 120 standhouders en 40.000 bezoekers trokken. Komt bij
de verhuur van een aantal voormalige bedrijfsgebouwen waaronder oude hooibergen
die zijn verbouwd en opnieuw ingericht tot ludieke vergader- en partyruimte.
Sinds kort is daar de mogelijkheid van Bed & Breakfast bijgekomen.
Winkel
Ook het vroegere koetshuis, nu 'Landgoedwinkel', draagt met de verkoop
van producten van eigen erf belangrijk bij in de fondswerving voor het
onderhoud. De pachters op het landgoed doen aan akkerbouw, vee- en fruitteelt.
Temidden van de gevarieerde uitstalling in de winkel ontdekken we een
klein, maar dapper notentaartje; een stukje huisvlijt van de barones,
die op een kaartje bij het gebak met duidelijke letters het lokkertje
heeft geschreven: 'Vers!'
"De baron en de barones kunnen maar stil zitten, ondanks hun leeftijd",
verklaart winkelmedewerkster Gonnie Drechler, wijzend naar de ritsen potjes
huisgemaakte jams en chutneys in de schappen en de vele soorten wild uit
eigen bossen in de diepvries.
Dorpjes als plaatjes uit een oud Hollands prentenboek.
Mariënwaerdt ligt beschut in een bocht van de Linge. Het hardnekkige
riviertje kwam al in de 6e eeuw voor Christus tot leven, als een zijarm
van de Waal. Vrijwel oorspronkelijk slingert het zich van oost naar west
door de Betuwe over een lengte van ruim 100 km met een verval van negen
meter.
Over het landschap daartussen is nog nooit een klacht vernomen. Integendeel!
Met name het traject tussen Enspijk en Leerdam is om zijn rijke natuurschoon
geliefd bij fietsers, wandelaars en kanovaarders. Wie niet over eigen
materiaal beschikt kan dat huren bij de 'De Betuwse Stromen' in Enspijk
en Leerdam (tel 00345-651269). Een speciale transportservice haalt uw
gehuurde spullen ( kajaks, maar ook fietsen) desgewenst bij het eindpunt
weer op.
In vroeger tijden trad de Linge regelmatig buiten haar oevers zodat complete
woongebieden onder water liepen. Eerst in de 11e eeuw kwam hier verandering
in met de aanleg van dijken. Daar waar de zwakke, natuurlijke dijken het
begaven ontstonden zowel binnendijks als aan de rivierzijde tal van diepe
kolken en 'wielen' (plassen) die met dichte rietkragen, kleine moerassen,
eeuwenoude grienden en wilgenhakbosjes inmiddels tot beschermd gebied
zijn verklaard.
De grootste kolk is de 'Galgenwiel' bij Asperen waar we even afstappen
om naar gekuifde futen te kijken die spetterend spelen op de plas. Duikeenden
zoeken voedsel onder water en wat verderop tuurt een reiger roerloos jagend
in het water. In de uiterwaarden langs het jonge riet en perceeltjes omzoomd
met struiken en bomen scharrelt lawaaiig een ganzenfamilie, ook op zoek
naar wat te eten.
Vrome
plekjes langs de Linge. Petrus met de sleutel van de Hemelpoort. Interessant
voor mens en dier.
We passeren lieflijke dorpjes met klassieke namen als Tricht, Deil, Enspijk,
Beesd, Rumpt, Aquoy, Rhenoy en Aacquoi. Elk met zijn eigen charme en bijzonderheden,
zoals de kleine, logge toren van Aquoy die zo scheef in de zachte grond
is weggezakt dat het de concurrentie van Pisa ver achter zich laat. In
Beesd wandelen we door de prachtig, met meilinden omzoomde Voorstraat
en vervolgen onze tocht dan naar Fort Asperen. Hier vinden we overblijfselen
van de zogeheten 'Nieuwe Hollandse Waterlinie', nu in gebruik als expositieruimte,
maar in de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt voor het strategisch onder
water zetten van een gedeelte van de omgeving.
Ook slingert de Linge zich dwars door de belangrijkste fruitgebieden
van ons land. Sommige boerderijtjes met groene luiken en bemoste daken
lijken door de dijk te worden geknuffeld,- zo dicht liggen zij tegen en
onder de waterkering aan. Op andere plaatsen hangen in het najaar de appels
tot over de weg aan de bomen. Dit is het thuis van Flipje, de bessenrode
fruitmascotte van de Betuwe. Maar ook hier heeft de vooruitgang zijn tol
geëist. De Europese regelgeving gebood sanering van de Nederlandse
fruitteelt waarbij het rooien van oude, hoge bomen werd gekoppeld aan
Brusselse premies.
Fiere ouderwetse bongerds verdwenen zo op het ritme van rinkelende penningen
om plaats te maken voor moderne, lage bomen (onderstammetjes) die echter
wel het moeizame gebruik van hoge plukladders overbodig maakten. Het fruit
vooral appels en peren, maar tegenwoordig ook weer wat kersen kun je nu
zo van de takken plukken, hetgeen de prijszetting natuurlijk ten goede
komt.
Voorjaar
in de Betuwe, de natuur ontluikt in een vuurwerk van prille schoonheid.
Toch staat de Betuwe ieder voorjaar weer volop in bloei. Een uitbundig
lentefestijn, goed voor een ware invasie van 'bloesemtoeristen'. Alleen
al voor de traditionele 'bloesemtocht', waarbij de mooiste plekjes in
bloeitooi worden bezocht, verwacht men dit jaar een recordaantal van meer
dan 20.000 bezoekers. Met name het gebied, op en rond de beroemde Appeldijk
bij Tricht, heeft het lang zwaar te verduren gehad van gemotoriseerd toerisme.
Met de Betuwe in bloei passeerden hier dagelijks circa tienduizend auto's.
Een woud van blik, waardoor zelfs Jantje uit het beroemde versje geen
pruim meer zag hangen, ook al waren ze als eieren zo groot... Door tenslotte
een aantal wegen voor gemotoriseerd verkeer af te sluiten en het startpunt
van de wandelroute over de Appeldijk te verleggen, kunnen wandelaars weer
ongestoord genieten van het fraaiste bloesemfeest langs de Linge. Vol
pit, die Betuwe!
Inlichtingen bij de VVV's en alle bij de ANVR aangesloten reisbureau's.
EIGEN FOTO'S
Publicatiedatum = 25 maart 2000
|