&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Vlieland op z'n koudstdoor Luud Peters VLIELAND - Op de brede stranden van Vlieland is in het winterseizoen geen mens te bekennen. De enige levende wezens zijn tienduizenden watervogels, die langs de kustlijn en op de strekdammen hun kostje bij elkaar scharrelen. Alleen een paar bandensporen verraden menselijke aanwezigheid. Vermoedelijk is een strandjutter in alle vroegte met zijn terreinwagen op zoek geweest naar aangespoelde waren. Vlieland, dat ligt tussen Texel en Terschelling, is het eiland van de rust. Niemand heeft er haast en er is nauwelijks gemotoriseerd verkeer. Bezoekers moeten hun auto in Harlingen achterlaten. Alleen bewoners mogen er autorijden maar nergens harder dan 60 km per uur.
Water en land gaan langzaam in elkaar over. 's Winters is het in sommige gedeelten van het eiland even stil als op Rottumerplaat, het onbewoonde eiland in de Waddenzee waar Godfried Bomans in 1971 een week vrijwillig in een tent bivakkeerde. Het bezoek aan Rottumerplaat werd de ellendigste week uit zijn leven. De schrijver werd er gek van de eenzaamheid en het gekrijs van de meeuwen. Hij dacht dat de dieren hem zouden aanvallen. Zo erg hoeft het op Vlieland niet te worden. Bezoekers kunnen weliswaar buiten het seizoen urenlang wandelen zonder iemand tegen te komen, maar in het dorpje Oost-Vlieland is altijd wel enige bedrijvigheid. Aan de hoofdstraat bevindt zich de terminal voor de veerboot, die de verbinding met de rest van Nederland onderhoudt. Enkele keren per dag legt de boot aan om mensen en goederen af te zetten en in te nemen. Oost-Vlieland bestaat uit weinig meer dan één lange straat en een paar zijstraatjes, met woningen, kleine café's, hotels, en winkels. Veel zaken die het moeten hebben van toeristen, zijn 's winters gesloten, maar een goede maaltijd, sprankelend biertje en lekker bed zijn er het hele jaar door wel te vinden.
Op verschillende plaatsen - ook in de duinen - kunt u meertjes tegenkomen. Vlieland bezit, behalve uitgestrekte stranden en duinen, ook enkele mooie naaldbossen. De laatste jaren wordt er steeds meer naaldhout tussenuit gezaagd, waardoor loofbomen een kansje krijgen en er een afwisselender bosgezicht ontstaat. De totale oppervlakte bos echter mag niet groter worden; dat zou het karakter van het Waddeneiland teveel aantasten en een nadelige invloed uitoefenen op de natuurlijke waterhuishouding. Daarom zijn geiten, koeien en schapen ingeschakeld om de begroeiing van de duinen kort te houden. De dieren zorgen ervoor, dat bomen geen kans krijgen. Hier en daar graast een eenzame pony op een afgerasterd grasveldje. 's Zomers hebben pony's op het eiland over belangstelling niet te klagen, wordt het ene kind na het andere op hun rug gezet en is het geknuffel niet van de lucht. Soms wordt al dat gedoe hen te veel. 's Winters daarentegen kijkt alleen de eigenaar af en toe naar de dieren om. Dan zoeken ze contact met een toevallige voorbijganger en bedelen ze om een aai over hun snuit.
Om de vuurtoren kan niemand heen. De toren kan op bepaalde tijden worden bezocht. Fietsers moeten erop zijn voorbereid, dat het op de Waddeneilanden stevig kan waaien. Wanneer wind wordt gecombineerd met koude, vereist dat speciale voorzorgsmaatregelen, zoals extra warme kleding, muts en wanten. Het beste is de eigen fiets mee te nemen. Die zit meestal als gegoten. Mensen, die dat teveel rompslomp vinden, kunnen in Oost-Vlieland een fiets huren. Er zijn diverse fietsverhuurbedrijfjes en de keuze is groot: fietsen met en zonder versnellingen, terreinfietsen, tandems en kinderfietsjes, al dan niet met een karretje er achter. Zelfs hartje winter zijn ze te huur. Rijwielverhuurder Zeelen heeft drie fietsroutes samengesteld met een totale lengte van ongeveer 23 kilometer. Maar ook zonder deze gratis routekaart kan prima een tochtje worden gemaakt, want bezienswaardigheden staan duidelijk aangegeven en verdwalen kan men niet. Het eiland is klein en smal en de vuurtoren vormt een markant herkenningspunt.
Publicatiedatum = 27 februari 1999
|