&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
VLIELAND een buitenbeentje
Vlieland is een perfect eiland voor wandelaars en fietsers.

Waddeneiland uitgeroepen tot
Monument van de Maand oktober

door Albert van Keimpema

VLIELAND - Vlieland is een buitenbeentje onder de Waddeneilanden. Op Texel, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog liggen de veerdammen en belangrijkste woonkernen op het westelijk deel van het eiland, op Vlieland ten oosten. Het strand (de Vliehors) is er qua oppervlakte even groot als het groene deel van het eiland, waar bovendien de hoogste duin van de Waddeneilanden ligt (Vuurboetsduin, ca. 40 meter) met daarop de kleinste Waddenvuurtoren.

De kleine vuurtoren op Vuurboetsduin, met z'n 40 meter de hoogste van de Wadden.

Als enige van de vijf wordt er op Vlieland geen landbouw gepleegd en moet men er volledig bestaan van het toerisme en de inkomsten van Defensie, die op de Vliehors een militair oefenterrein en een luchtschietbaan heeft.

 

Als Vlieland dan zo bijzonder is, mag er ook wel eens extra de aandacht op worden gevestigd, vond het Noord-Nederlands Bureau voor Toerisme (NNBT). Daarom werd het eiland in oktober uitgeroepen tot Monument van de Maand. Tal van activiteiten werden in dat kader georganiseerd en natuurlijk kwam dat voornamelijk neer op het uitstippelen van vele fiets- en wandelroutes voor de rustzoekers. Want de Vlielander natuur is vrijwel ongerept en auto's rijden er nauwelijks op de paar klinkerwegen die er zijn.

Zeegaten

Ooit maakte Vlieland deel uit van de aaneengesloten kuststrook van ons land en bestonden de zeegaten Marsdiep tussen Texel en Den Helder en Engelsmangat tussen Vlieland en Texel niet. Een eiland mag je namelijk vergelijken met een opgroeiend kind. "Het wordt geboren, het groeit en het leert lopen", zo omschreef eilandbewoner Bert Huiskes de ontwikkeling van Vlieland in het monumentboekje van het NNBT.

Fiets- en wandelroutes
voor de rustzoeker

Tijdens de laatste IJstijd, zo'n 600.000 jaar geleden begonnen en 12.000 jaar geleden geëindigd, lag de zeespiegel vele tientallen meters lager en was de huidige Noordzee niet meer dan een zandvlakte. Toen de ijskap, die reikte tot ons land, langzaam maar zeker smolt, steeg het waterniveau tot circa 7000 jaar geleden de huidige kustlijn werd gevormd. Zout en zoet water werden vermengd in respectievelijk de kwelders en het laagveen, waarop rivieren als de Overijsselse Vecht uitliepen. Daar ontleent Vlieland haar naam ook aan want een uitloper van deze Vecht werd 'Flie' genoemd, welke naam duidt op vloeien. Van 'Flidunen' en 'Flielant' werd het uiteindelijk Vlieland.

Enkele eeuwen vóór de jaartelling sloeg de nog steeds wassende zee gaten in de wal van duinen en pas in de middeleeuwen raakten Texel en Vlieland 'los' van Noord-Holland. Het heeft tot 1942 geduurd dat Vlieland tot die provincie behoorde. In dat jaar deelde de Duitse bezetter Vlieland in bij Friesland en na de Tweede Wereldoorlog heeft men dat zo maar gelaten, hoewel Vlieland cultuurhistorisch en taalkundig vandaag de dag nog merkbaar een Hollandse inslag heeft.

Stroming

Een stormvloed in 1237 zou Vlieland van Texel hebben gescheiden en vanaf dat moment 'wandelden' de Eierlandse gronden richting Texel. Door de stroming die door de eeuwen heen steeds wijzigt, gaat een eiland namelijk lopen. Momenteel schuurt de west/oostelijke stroming Vlieland aan de noordzijde stukje bij beetje af, terwijl het eiland door de meezuigende werking van die stroming aan de zuidzijde aanslibt, waardoor de enorme zandvlakte van de Vliehors is ontstaan.

De uitgestrekte Vliehors, domein van vogels en straaljagers.

Hoe Vlieland er over duizenden jaren uit ziet, is nu niet duidelijk te zeggen. De menselijke invloed is daarbij ook bepalend want op alle Waddeneilanden zijn zeedijken aangelegd en over de meeste meters op Deltahoogte. Misschien is de natuur machtig genoeg om dergelijke infrastructurele barrières te slechten. In ieder geval wel wanneer de aardkloot weer een onvermijdelijke ijstijd tegemoet gaat.

Je zou er gemakkelijk aan kunnen voorbij gaan op zo'n eiland, maar Vlielanders moeten zich net als de mensen op de vaste wal beschermen tegen de zee en dat is al sinds 1824 de taak van Rijkswaterstaat. Doordat de Zuiderzee werd afgesloten, viel een grote waterbuffer weg en steeg het zeeniveau rond Vlieland ongeveer 18 centimeter.

In deze eeuw moesten de dijken om Oost-Vlieland (het enige dorp) dan ook herhaaldelijk worden opgehoogd. Dat is goed te zien bij de entree van het dorp. Daar waar dijk en hoofdstraat elkaar kruisen, is een coupure in de dijk aangebracht en die kan in geval van hoog water met schutbalken worden afgesloten. Nog jaarlijks is dat een enkele keer nodig.

Woonkern

Oost-Vlieland is dus de enige woonkern op het eiland, maar dat is niet altijd zo geweest. Het dorpje West-Vlieland werd door afkalving van het eiland rond 1700 door de zee verzwolgen. Enkele doorbijters de dominee, een zekere Jan Tak en Klaas Duinmeier en hun gezinnen bleven tegen heug en meug zitten waar ze zaten, maar ze moesten tenslotte toch in 1736 hun biezen pakken nadat het dorpsbestuur al zeven jaar eerder werd ontbonden. De kerk was reeds in 1714 met alle graven in de branding verdwenen.

Het voormalige post- en telegraafkantoor aan de Dorpsstraat.

Sinds die tijd ontwikkelde Oost-Vlieland zich in flink tempo dankzij de marine, de visserij, de koopvaardij, de zeevaartschool en het loodswezen. Bovendien was Vlieland net als de andere Waddeneiland een veilig heenkomen voor de scheepvaart. Door de opkomst van de noordelijke havensteden taande de maritieme rol van Vlieland en nam het inwonertal drastisch af tot 426 bewoners in 1926.

Het toerisme was toen al op gang gekomen. Vlieland was door de introductie van een veerdienst in 1887 niet langer geïsoleerd. Een post- en telegraafkantoor stond er toen al; gehuisvest in een fraai pand aan de Dorpsstraat. In 1907 kreeg Vlieland een eigen veerboot. Vele passagiers vonden op het eiland onderdak in het door Eeuwe Meier in 1892 opgerichte eerste hotel van Vlieland en de eveneens in dat jaar gestarte NV Zeebad Vlieland, welke onderneming een demontabel strandpaviljoen exploiteerde.

Huisjes

Niet lang daarna werden de eerste zomerhuisjes gebouwd en in de loop van de twintigste eeuw gaf ondernemer Nanning Duinker een nieuwe impuls aan het toerisme.

Het museum 'Tromp's Huys'.

Steeds meer panden kregen een horecabestemming met als gevolg dat Oost-Vlieland nu een heel gezellige plaats is met een mooie dorpskom. Veel bleekneusjes uit stedelijke gebieden zijn na een verblijf op Vlieland gezond en wel weer thuisgekomen. Vlieland heeft velen geïnspireerd. Twee bijzondere gasten mogen met name worden genoemd: de melancholieke dichter Jan Jacob Slauerhoff en de onvergetelijke Telegraaf-journalist Jacques Gans, die avonden achtereen aan de toog zat in Hotel Bruin en er prachtige stukjes schreef voor deze krant. Vlieland was voor Slauerhoff ('alleen in mijn gedichten kan ik wonen') een van de weinige plekken waar hij nog enige zielrust vond. Een betere aanbeveling om het eiland eens te bezoeken is er niet.

Publicatiedatum = 7 oktober 2000