&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Staatsbosbeheer pronkt met Oostvaardersplassen

Open huis in de kraamkamer.....

door KIRSTEN COENRADIE

LELYSTAD - Acht uur 's avonds in het moerasgebied de Oostvaardersplassen in Flevoland. Hoe kan het ineens zo bladstil zijn, zo zoel, zo licht ook? Vier uur daarvoor zwiepten de wind en regen het donkergrijze water rechts van de Knardijk nog op tot venijnige korte golven. De even donkergrijze wolken werden door slechts een smalle strook licht van de plas gescheiden. En niet ineens helemaal; alsof iemand met een doek slordig probeerde waterverf uit te smeren, liepen er donkere vegen naar beneden tot bijna het water in. Hondenweer. En dus ook nauwelijks een vogel te zien in dit vogel-eldorado.

Vanuit de observatiehut De Schollevaar heb je een goed zicht op de huiskamer van de aalscholvers.

Dat is 's avonds wel even anders. Met de lichten van de auto gedoofd om geen dieren te verblinden, gaan we in de schemering vanuit het beheersgebouw van Staatsbosbeheer Oostvaardersplassen zover we kunnen op weg naar de observatiehut De Schollevaar midden in de Keersluisplas. Vier Konikpaarden verlaten op hun dooie gemak de onverharde weg. Aan de andere kant van de vaart grazen in alle rust twee edelherten. Op het spiegelgladde water dobberen futen, bergeenden en dodaarsjes. Een buizerd zit hoog bovenin een dode boom.

Te voet gaan we verder, over een bemost en dus een beetje glad houten bruggetje, via een zompig pad tussen wuivende rietpluimen en water. Dan een stikdonker houten tunneltje door dat uitkomt in de observatiehut. Rest ons nog de luiken te openen en te genieten. De halve maan verlicht de heldere lucht met flarden roze en geel in het indigoblauw. Als de sneltrein Almere-Lelystad, die als een enorme glimworm door het landschap raast, in het duister is verdwenen, valt op hoe stil het is.

Waterral

Hoe stil het wás. Want dan barst het los. We horen meerkoeten, een fitis, en blauwborsten in het riet. Het geluid van een aflopende wekker dat een sprinkhaanrietzanger blijkt te zijn. En, schrik, wordt daar een speenvarken vermoord? "Een waterral", grijnst boswachter Gert Klijnstra. "Geloof me, je bent niet de enige die schrikt. Nieuwe collega's springen ook panisch de lucht in als ze dat vogeltje de eerste keer meemaken."

Door de kobaltblauwe vlek op keel en borst is de blauwborst een opvallende verschijning.

Links van ons doen tientallen aalscholvers hun best in een rij bomen een uiltje te knappen. De kuif- en tafeleenden zijn daarentegen reuze actief baantjes aan het trekken. Een galante waterhoen spreidt zijn witte staart goed uit zodat zijn dame hem makkelijk in het schemer naar het riet kan volgen. En wat duikt daar naar beneden? "Een vleermuis. Die is afhankelijk van de dekking van deze hut."

Het donkerblauw maakt zich geleidelijk meester van de hele lucht. En daar is dan, waarvoor we eigenlijk gekomen zijn, een roerdomp, het paradepaardje van de moerasvogels. Kilometers van ons vandaan, maar onmiskenbaar met dat geluid dat het midden houdt tussen een misthoorn en het lage geloei van een koe. Ton Eggenhuizen "je kunt het geluid nadoen door in een bierflesje te blazen" regioconsulent Vogelbescherming in Flevoland fluistert dat een roerdomp een soort doedelzakblazer is. "Hij perst met zijn kop naar voren lucht in zijn keelzak, trekt dan zijn kop weer in en stoot de lucht in drie tot vijf 'hoempen' uit. Wist je dat ze hem in Friesland vanwege het doffe geluid dat-ie maakt de meerbolle noemen? Dat betekent waterstier."

De vaandeldrager van de moerasvogels is de schuwe roerdomp.

Vogelbescherming-voorlichter Hans Peeters: "De roerdomp is een reigerachtige vogelsoort, iets kleiner dan de ons van alle slootkanten bekende blauwe reiger. Het is eigenlijk een heel maf beest. Hij loopt heel voorzichtig, alsof-ie op eieren loopt. En als-ie onraad vermoedt, gaat-ie in de paalhouding staan, met zijn snavel omhoog. Met zijn bruine verenpak waarin zwarte strepen zitten is hij dan niet van een paal te onderscheiden. Door zijn schutkleur en zijn heimelijk gedrag is de roerdomp moeilijk in zicht te krijgen. Je weet vooral door zijn roep dat hij er is."

Wij horen drie van de vijf roerdompmannetjes (de mannetjes kunnen er meer vrouwtjes op na houden en de vrouwtjes 'hoempen' niet) die er volgens de Staatsbosbeheer-boswachters Leo Smits en Gert Klijnstra in 'hun' Oostvaardersplassen in ieder geval moeten zijn. Een zoetwatermoerasgebied dat eigenlijk per ongeluk ontstaan is toen in 1968 Zuidelijk Flevoland droogviel. In '86 zijn de plassen aangewezen als Staatsnatuurmonument omdat het een reservaat is van internationaal belang als rust-, broed- en voedselgebied voor tienduizenden moerasvogels.

De boswachters van de Oostvaardersplassen vinden zonder valse bescheidenheid zelf ook dat ze een schitterend gebied onder hun beheer hebben. Vandaar dat ze vier jaar geleden met de andere boswachterijen van Flevoland bedachten dat het leuk zou zijn het publiek op tweede paasdag uit te nodigen eens te komen kijken. "Het eerste jaar trok onze Doe- en Kijkdag een paar duizend mensen", zegt Leo Smits. "Vorig jaar deed ook Overijssel mee en telden we in totaal 80.000 bezoekers. Dit jaar is Gelderland erbij gekomen en de bedoeling is dat dit volgend jaar een landelijk evenement wordt."

Boswachters en vogelbeschermers in de Oostvaardersplassen. V.l.n.r.: Hans Peeters, Leo Smits, Ton Eggenhuizen en Gert Klijnstra.

Roofvogelshow

Zijn collega Gert Klijnstra: "Mensen hebben weleens het idee dat wij alleen maar borden zetten met 'verboden toegang' of 'kijk uit voor de paarden'. Door zo'n open dag kan iedereen zien wat we echt doen. Niks opgefokts, maar gewoon gezellig. Overigens, ook andere organisaties die iets met natuur te maken hebben, presenteren zich die dag. Wat er te doen is? Kinderen kunnen bij ons bijvoorbeeld ponyrijden, paaseieren zoeken en schilderen, springen op het springkussen, nestkastjes timmeren, brood bakken boven een kampvuur en meedoen met een teken- en kleurwedstrijd. Verder kan men wandelen met een gids, een huifkartocht maken, luchtbuks of pijl en boog schieten. En er is een roofvogelshow."

Meerkoet

De activiteiten zijn gratis, alleen een nestkast timmeren kost ƒ5. Klijnstra bromt: "Het eerste jaar was dat gratis en zag je gezinnen met tien nestkastjes weglopen." Voor de huifkartochten en busexcursies wordt een bijdrage van ƒ2,50 gevraagd die, net als de opbrengst van de collectebussen, is bestemd voor Het Goede Doel. Leo Smits: "Drie jaar achter elkaar hebben we geld ingezameld voor het Colombinahuis in Biddinghuizen, dat is een tehuis voor kansarme kinderen. Dit jaar ondersteunen we het Moerasvogelproject van Vogelbescherming."

Sinds vorig jaar worden er ook Heilige ibissen in de Oostvaardersplassen gesignaleerd.

Hans Peeters, namens Vogelbescherming quasi beledigd: "Ha! Dus jullie denken dat wij in de kansarme hoek zitten!. Nee, nu wordt mij alles duidelijk..." Serieus: "Zo'n steun komt fantastisch uit. De Oostvaardersplassen zijn het belangrijkste moerasgebied van ons land en Vogelbescherming start dit voorjaar een moerasvogelproject met als vaandeldrager de roerdomp. Denk je eens in, in de jaren zeventig waren er nog tussen de vijf- en zevenhonderd roerdompen in Nederland, nu nog maar tussen de honderd en honderdvijftig. Dat is beangstigend. Maar net als er bedreigingen zijn, zijn er nog altijd kansen."

Ton Eggenhuizen: "De Oostvaardersplassen staan model voor hoe je met een moeras kunt omgaan. Er zijn maar weinig gebieden waar het dankzij de grote oppervlakte en een goed waterbeheer op een natuurlijke manier zo goed geregeld is. Helaas is het nog altijd zo dat de belangen van agrariërs meestal het waterpeil bepalen."

Voor een beetje aalscholvernest zijn aardig wat takken nodig.

Eggenhuizen benadrukt het belang van voldoende moerasgebieden die in goede staat verkeren: "In de moerasgebieden komen relatief veel bedreigde en kwetsbare vogelsoorten voor zoals de roerdomp, het woudaapje, de grote karekiet, rietzanger, baardmannetje en zwarte stern. Om die van een goede toekomst te verzekeren is meer nodig dan alleen een goede juridische bescherming van zo'n gebied of internationale samenwerking om ervoor te zorgen dat ook de overwinteringsgebieden worden veiliggesteld."

Waterpeilbeheer

"De kwaliteit van onze eigen leefgebieden moet eveneens worden verbeterd door een natuurlijker waterpeilbeheer waarmee we bedoelen dat de dynamiek ofwel het systeem van hoog en laag water moet worden hersteld om ervoor te zorgen dat een plas niet verlandt. Daarnaast streven we naar een betere waterkwaliteit en het terugdringen van verstoring door bijvoorbeeld recreatie."

Dus toch die borden 'verboden toegang'? "Nee, absoluut niet. Als het heeft gevroren, moeten mensen kunnen schaatsen. Maar graag met respect voor een paar rustgebieden."

Maar ook het rietbeheer zou anders moeten: niet meer alles in één keer maaien maar gefaseerd. En stukjes laten staan. Want: "Elke moerasvogel stelt zijn eigen eisen. Een blauwborst heeft het liefst een oud rietmoeras met opslag van struiken, de grote karekiet wil dikke waterrietstengels, een roerdomp en het baardmannetje willen juist eenjarig riet. In wezen heb je dus, wil je het ze allemaal naar de zin maken, alle stadia van riet nodig. Zoals in de Oostvaardersplassen."

Natuurlijk kan de succesvolle blauwdruk van de Oostvaardersplassen niet op elk ander moeras worden gelegd. Dat weten de vogelbeschermers maar al te goed. "Dat kan alleen als een gebied groot genoeg is. Mede daarom is het ook van belang meer aaneengesloten gebieden te creëren, de versnippering tegen te gaan. Hoe groter een gebied, hoe minder kwetsbaar."

De Oostvaardersplassen hebben, zegt boswachter Klijnstra, het geluk dat ze door de grauwe ganzen 'beheerd' worden. "Die zorgen er al grazend voor dat het gebied niet dichtgroeit. Gelukkig maar, want dit moeras is toch de kraamkamer van de hele omgeving. Als de Oostvaardersplassen zouden verdwijnen, ben je in één klap heel veel vogelsoorten kwijt. Maar ook andere dieren en planten die van een goed moerassysteem afhankelijk zijn zoals watersalamanders, ringslangen en insecten als het schrijvertje."

Tien uur 's avonds in de Oostvaardersplassen. De maan is verscholen achter de wolken, maar toch is het nog niet aardedonker. Een ree steekt vlak voor ons de weg over als we huiswaarts keren. En de roerdomp? Die hoempt nog uren door. Híj wel. En nu zijn soortgenoten nog.

Publicatiedatum = 11 april 1998

Een kuifeend op de Keersluisplas.

FOTO'S: THEO TERWIEL