&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Langs de Drentsche Aa moet je wandelen

door Nico van der Zwet Slotenmaker

ZEEGSE - Tijdens de aardrijkskundeles heeft u kunnen opsteken, dat rivieren op een bepaalde plaats ontspringen. Daar, op die plek komt het water uit de grond, dat verderop uit zal groeien tot die machtige stroom. Zo'n pertinente plaatsaanduiding is vooral handig voor de toeristische industrie, omdat die er dan meteen een pretpark omheen kan bouwen en souvenirs laten ontwerpen.

De Drentsche Aa wringt zich in vele bochten door het landschap.

Maar de werkelijkheid ligt natuurlijk een tikkeltje anders. Een rivier ontspringt niet op een vierkante meter. Hij komt pas een beetje tot leven door vingerdikke stroompjes die elkaar vinden om op handbreedte door te groeien, tot na vele kilometers de scheepvaart er ook nog wat aan heeft. Over de Rijn bijvoorbeeld zeggen de wetenschappers dat die op de St. Gotthard ontspringt en als u wel eens in die buurt bent geweest, weet u dat het een nogal fors gebied is waar de enige en waarachtige bron door geen mens valt aan te wijzen.

Huifkartochten in het stroomdal zijn er volop.

Van de Rijn naar de Drentsche Aa lijkt een hele stap, maar de geschiedenis van deze beek is zeker zo omvangrijk en aanmerkelijk raadselachtiger. Dat hij tenslotte bij Glimmen in het Noord-Willemskanaal zijn einde vindt, staat vast, de rest is een beetje gissen. In het boek "Stroomlandschap Drentsche Aa, een arcadisch pronkstuk tussen Assen en Groningen" (uitgevers Regio-Projekt, Groningen 1996) wordt ver, zeer ver teruggegrepen in de geschiedenis, toen tientallen meters dikke ijslagen het profiel van Drenthe bepaalden.

Soepbord

"Het omgekeerde soepbord waarlangs het water naar beneden sijpelt" leerde ik inderdaad op school en hoewel de auteurs van het boek dat een nogal platte vergelijking vinden, zit er wel wat waars in. Zeker als het om dat water gaat, want dat vult de Drentsche Aa. Een in alle opzichten eigenaardig en eigenzinnig riviertje dat eigenlijk niet eens uit een bepaalde stroom bestaat. De Drentsche Aa is een verzamelnaam voor een stelsel van beken. En het kan in Noord-Drenthe gebeuren dat je er naast woont zonder het te weten. Want in de loop der jaren hebben dorpen en buurtschappen die met de Aa in aanraking kwamen allemaal hun eigen naam aan het watertje gegeven, zoals het Gasterense Diepje of het Zeegser Loopje.

Prachtig doorkijkje in het Drentse land.

In de buurt van dat laatste beekje ben ik een paar dagen neergestreken, ook al omdat op deze verlaten plek een onverwacht goed hotel staat. Hier is de Aa (die ik zo maar zal blijven noemen) vaak niet meer dan een meter breed en als een etsnaald door het landschap getrokken. Maar dan wel met een zeer beverige hand, want ik zie hem in een weiland wel twintig verschillende grillige kronkelingen achter elkaar maken, zodat hij veel meters aflegt zonder veel op te schieten.

Maar dat hoeft ook niet. Langs de Drentsche Aa moet je wandelen of fietsen en er is wat dat betreft een aanbod waar geen andere provincie tegenop kan. Drenthe (die "h" houden ze er steevast in) is nu eenmaal de plek waar veel gas teruggenomen dient te worden en je moet zeker niet harder gaan dan de Aa zelf, die het dan ook stilletjes aan doet.

De Drentsche Aa op een afstandje, naar in dit typische landschap toch overal zichtbaar.

Alvorens het meer sportieve gedeelte ter hand te nemen, doe ik eerst per vierwieler een paar stukken van de ANWB-Noorderveldroute. Een verademing, al was het alleen maar om te merken dat bepaalde delen van het land toch nog niet zo vol auto's zijn als algemeen wordt aangenomen. Behalve dan misschien in Assen, dat echter toch even aangedaan moet worden om om verschillende redenen Bartje te begroeten. Overigens leer ik nu pas dat Assen door de Franse koning Lodewijk Napoleon in 1809 tot hoofdstad van de provincie is uitgeroepen.

Hunebedden

De hunebedden lagen er toen uiteraard al en over duizend jaar zullen ze er nog wel liggen, zwerfstenen van een diep verleden die ons altijd weer op de vraag brengen hoe mensenhanden die reusachtige keien op elkaar hebben weten te krijgen. Trouwens, in Egypte wisten ze er ook wat van.

Historische partijen in de dorpskernen horen bij Drenthe.

En net als je op de Noorderveldroute een beetje in de geschiedenis bent ingedut, stuit je in de Boswachterij van Hooghalen op de grootste radiotelescoop van Europa als bewijs dat Drenthe ook in de moderne tijden weet mee te gaan. Toch blijft het een vreemd gezicht als je eerst een paar uurtjes niet anders hebt gezien dan stille dorpjes, bejaarde boerderijen en trotse molens. Over die boerenbehuizingen is me iets opgevallen. Als ik vroeger een uurtje extra had, koos ik altijd voor de binnenwegen en niet zelden kon ik dan de voorraad boodschappen wat aanvullen, omdat tuinders en andere agrariërs in hun hof schreeuwende borden hadden staan met allerhande verse zaken in de aanbieding. Dat zie je bijna niet meer en de oorzaak is simpel. Het boerenbedrijf is op zijn retour en allerlei grotere en kleinere stulpjes vallen in handen van lieden die deze panden slechts als bewoning zien en het land soms uitsluitend bewerken om er wat bloemen voor de eigen vensterbank te kweken. Er is echter veel geld in het opknappen van deze pandjes gestoken en dat doet het landschap goed.

Boosdoeners

In Norg staan ze ook, maar de omgeving hier wordt toch overheerst door de inrichtingen die de boosdoeners van het land tot onderdak dienen. Al heel lang trouwens. Bepaald niet alleen in Nederland had men vroeg door dat men lieden die niet in pas wensten te lopen naar de meest onherbergzame oorden diende te lozen. De Engelsen kozen daar Australië voor uit, wij hadden Drenthe bij de hand. Op een begeleidend bord wordt gesproken over die begintijden en vallen de woorden "gedwongen kolonisatie". De politici wisten destijds ook al de bittere pil met een zoeter laagje te camoufleren. Er is een museum, maar hoewel het deze week kindervakantie is, blijven de deuren hermetisch gesloten. Misschien wil men de jeugd de aanblik van een grauwzaam verleden besparen.

Langzamerhand een bekende verschijning in ons land, de "hooglander" die de gewassen op peil houdt.

Want het moet natuurlijk allemaal wel een beetje feestelijk blijven in Drenthe.

Met de Aa als kronkelige versiering om het hele pretpakket.

REISWIJZER

In het Golden Tulip Hotel in Zeegse zit u als het ware in het stroomdal van de Drentsche Aa. Een eldorado voor fietsers, wandelaars en natuurliefhebbers. In het hotel is op basis van half pension en enkele andere extra's voor u een arrangement (3 dagen, 2 nachten) mogelijk voor ƒ339,- p.p. bij een 2-persoonskamer. Reserveringskosten ƒ25,-. Toeslag 1-persoonskamer ƒ67,50.

Het adres is Schipborgerweg 8, 9483 TL Zeegse, tel. 0592-543900, fax: 0592 543919; E-mail: gtdrentheworldonline.nl

Publicatiedatum = 27 maart 1999