Drenthe
lokt toeristen met cultuurschatten
door Thijs Jansen
RODEN - Drenthe is op zoek naar een nieuwe identiteit
en zet haar cultuur in om toeristen voor zich te winnen.
Het huidige imago is dat van een mengelmoes van Drentse
producten, en dat is niet voldoende volgens het Noord-Nederlandse
Bureau voor Toerisme (NNBT) in Drachten.
Juist
de sterke, oorspronkelijke elementen van Drenthe zouden
meer aandacht verdienen.
"Drenthe,
het land van de verborgen cultuurschatten." Met een
fraaie brochure onder deze naam tovert het NNBT tal
van bezienswaardige cultuurschatten uit de hoed.
In
juni, september en oktober worden bijzondere locaties
in het zonnetje gezet. In juni zijn Sleen en omgeving
aan de beurt. Hier ligt onder meer het mooist gerestaureerde
hunebed van de provincie, de Papeloze Kerk.
Een
4000 jaar oude grafheuvel in Borger.
In
september staat Borger in het middelpunt van de belangstelling.
Dit dorp op de Hondsrug is rijk aan prehistorische elementen,
en het is dan ook niet voor niets dat het Nationaal
Hunebedden Informatiecentrum hier is gevestigd.
In
oktober vindt een aantal activiteiten plaats in en rondom
het Nationaal Park Dwingelerveld. Ook aan het aloude
turfsteken wordt aandacht besteed. Elke Drentse cultuurschat
wordt omgeven met speciale wandel- en fietsarrangementen
met gidsen, lezingen, theater-activiteiten en tentoonstellingen.
Hiermee
wil het NNBT laten zien dat Drenthe meer in huis heeft
dan tochten in een huifkar, koffie met appelgebak en
een koffietafel voor senioren die een dagtochtje met
een bus maken.
Er
zijn in Drenthe nog maar weinig plaatsen waar turf wordt
gestoken.
De
nieuwe imagobrochure laat zien dat Drenthe een provincie
is met unieke plaatsen, waarover prachtige verhalen
zijn te vertellen. Er zijn maar weinig mensen die de
verhalen kennen achter de duizenden grafheuvels, de
hunebedden, de mysterieuze veenlijken, de boot van Pesse
en de middeleeuwse karrensporen.
Drenthe
is volgens archeologen unieke provincie omdat er geen
andere provincie is waar zoveel vondsten zijn gedaan
en vermoedelijk nog zullen worden gedaan.
Heel
veel indruk maken de zogenaamde Celtic Fields, een akkerbouwsysteem
dat bijna drieduizend jaar geleden werd ontwikkeld.
Het bestaat uit walletjes, opgetrokken om de wind te
weren, waarbinnen vierkante akkertjes ontstonden. De
term Celtic Fields is komen overwaaien uit Engeland,
waar deze veldjes ook voorkomen.
Er
mag in Drenthe in de afgelopen duizenden jaren het een
en ander zijn veranderd, maar sinds de uitvinding van
de tweewieler is het onze fietsprovincie. Voor het maken
van een tocht door een prehistorisch landschap kunnen
liefhebbers kiezen uit tientallen routes. Daarnaast
zijn er nog zo'n zestig andere routes ontwikkeld die
ook een cultuurhistorisch element in het landschap laten
zien. Deze heten 'knapzakroutes' en zijn niet bewegwijzerd.
Een brochure (knapzakboekje) geeft alle gewenste informatie.
De tochten zijn zo'n acht tot achttien kilometer lang.
Foto's:
Thijs Jansen
|