| ||
Laarzen mee naar SpaarbankbosHet komt haast niet voor dat een gemeente eigenaar is van een groot stuk grond binnen de grenzen van een andere gemeente. Toch lag het Spaarbankbos, dat in 1976 werd aangekocht door de Drentse gemeente Hoogeveen, in die tijd in de gemeente Ruinen. Gemeentelijke herindeling maakte aan die vreemde situatie een einde: Ruinen is goeddeels aan Hoogeveen toegevallen en daarmee kwam het Spaarbankbos, een schitterend stuk natuur van ruim tachtig hectaren waar veel Hoogeveeners en buitenlui recreëren, ook ín Hoogeveen te liggen. Spaarbankbos is een heerlijk doolbos. EIGEN FOTO
Wat een heerlijk doolbos. Ooit was het een nat heideveld. De Spaarbank kocht het terrein in 1890 als belegging en plantte er het bos voor de houtteelt om de opbrengst als mijnhout naar Limburg te verkopen. Een palenkwekerij was het, meer niet. Maar de mijnen gingen sluiten, de Spaarbank werd opgekocht door een grote meedenkbank en het bos kwam te koop. Hoogeveen kocht het. In die tijd stonden er vrijwel uitsluitend dennen en eiken. Door twee zware stormen werd veel schade aangericht en de gemeente besloot om er meer loofbomen in te brengen en over te stappen op een natuurlijk bosbeheer. Op veel plekken, waar groepen douglassparren en grove dennen tientallen meters omhoog schieten, kun je nog goed zien dat het bos vroeger een houtspaarbank was. Toch is nu zeventig procent loofhout, zo hoorde ik van Hoogeveens energieke groenchef Peter Scheffers met wie ik er een wandeling maakte. Oorlogsveteranen De indrukwekkende beukenlanen moeten van de eerste aanleg zijn, maar de oudjes doen het nog prima, ook al zijn de vitale prachtbeuken eigenlijk oorlogsveteranen. Er is in en rond het bos zwaar gevochten tussen Duitsers en Canadezen en na de oorlog bleek het beukenhout onverkoopbaar omdat de bomen vol zitten met gemene granaatscherven. Daar waagt geen enkele houtzagerij zijn machines aan. Vlakbij een van de laatste levende hoogveenvennetjes van Nederland, een heerlijk rustplekje tot pal ernaast de lawaaiige snelweg naar Groningen werd aangelegd, zie ik een groep machtige lariksen, onze enige veel voorkomende kegeldragende boom die 's winters z'n blad laat vallen. Lariksen zijn nu kaal maar te herkennen aan hun knobbelige twijgen. In het voorjaar geven de nieuwe naalden de sierlijk omlaag gebogen zijtakken een fabelachtig intense lichtgroene kleur. Het Spaarbankbos ligt nu vol met stermos, een natuurlijke soort hoogpolige vloerbedekking. Toch: als ik af en toe van de wat modderige paden af ga neem vooral uw laarzen mee, lezers bekruipt mij een stadse schaamte; dat ik daar zomaar overheen loop te banjeren. "Je moet het bos ondergaan", vergoelijkt mijn wandelgenoot. "Niet alleen zien, ruiken en proeven, maar ook voelen, bijvoorbeeld onder je schoenen. Dat hoort ook bij de beleving van het bos." Vooruit dus maar. Je voelt het onder je schoenen: dit zijn zeer oude, tot rust gekomen bosgronden. In de schaduw van het eikenbos staat het eerdaags weer helemaal vol met lelietjes van dalen, bosbes, salomonszegel en dalkruid, het voorjaar wordt straks ook weer feest. Her en der schiet hulst en ander jong spul onder de naaldbomen uit de zandgrond omhoog: resultaat van het natuurlijk beheer onder toezicht van boswachter Teun Kooiman. Veel zaailingen van de reusachtige dennen. Soms wordt er flink gerooid om plaats te maken voor nieuw leven. Over leven: er leeft natuurlijk van alles in het grote bos, onder anderen twee paar reeën. Naast de uitspanning Spaarbankhoeve (die een prima arrangement biedt voor logies en voortreffelijk eten) is een hertenkamp. Het bos is voor kinderen een dorado om te ravotten. Ook vogelaars kunnen er hun hart ophalen. Gratis tip: ga vooral op een door de weekse dag. Dan kom je er helemaal niemand tegen. In mooie weekeinden wil het er nog wel eens druk zijn met wandelmensen, hondenmensen, paardenmensen, trimmensen en andere kabaalmensen.
|