&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
| |
Turfsteken in Drenthedoor Thijs Jansen BARGER-COMPASCUUM - Ontelbare keren per dag viel in het begin van de vorige eeuw in het Drentse veen het mes van De Beul. Zo werd de man genoemd die de turven op maat moest hakken. Net als de andere veenarbeiders werkte hij zes dagen per week totdat de vorst dat onmogelijk maakte. In de winter moesten de veenarbeiders maar zien hoe ze de eindjes aan elkaar knoopten. Hoe ze dat deden en hoe ze verder leefden, is te zien in het Veenpark in Barger-Compascuum. Op een terrein van 160 hectare, een gebied ongeveer zo groot als Purmerend, is te zien is hoe het turf werd gewonnen. Dat gebeurde aanvankelijk met de hand maar later met behulp van stoommachines. Op en rond de stoommachine werkten elf personen.
Het Veenpark kreeg zijn eerste vormen in 1966. Toen begonnen dorpsbewoners met de bouw van een plaggenhut, waarin zij hun jeugd hadden doorgebracht. Dat was ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Barger-Compascuum, weet parkdirecteur Margreet van der Horst. Toen het eeuwfeest was afgelopen vond het provinciebestuur het zonde om de boel weer af te breken. Zo ontstond een schitterend openluchtmuseum, waar bezoekers door een stoomtreintje worden rondgereden. Margreet van der Horst: "De huidige inwoners van Barger-Compascuum stammen grotendeels af van de turfarbeiders. Veel pioniers liggen begraven onder de ijzeren kruisjes van het bovenveenkerkhof, dat nu deel uitmaakt van het Veenpark. Leemoven In de afgelopen dertig jaar is het park uitgegroeid tot een veenkoloniaal dorp van rond 1920, met een bakker die elke dag zijn brood en gevulde koeken bakt in een oude leemoven. Hij verhit zijn oven met een petroleumbrander en voelt met zijn vingers of de temperatuur goed is. Bezoekers kunnen van zijn lekkernijen genieten. Ook buurtbewoners kunnen bij de bakker in het park terecht. 's Morgens voor tien uur en 's middags na vijf uur, als het park is gesloten, wordt een deur in het hek rondom het park van het slot gedraaid en kunnen zij boodschappen doen. Ook een aardappelmeelfabriek is er te bewonderen. Het is de enige fabriek in zijn soort die nog op stoom kan draaien. Er is ook een molen waarin bezoekers kunnen zien hoe koren tot meel wordt gemalen. Verder zijn er een ouderwetse smid en een kruidenier. Bruidsparen hebben het romantische kerkje in het centrum van het park ook ontdekt. Er worden regelmatig huwelijken voltrokken. Maar hoogtepunt is natuurlijk het steken van turf. Bezoekers kunnen ook zelf de schop ter hand nemen en turf steken. Heel goed is te zien hoe het landschap er vroeger uitzag. Nog
steeds wordt in
Het Veenpark komt op zogenaamde Bolsterdagen nog meer dan normaal tot leven. Een bolsterdag is een themadag. Zo demonstreren op 19 en 26 juli vrijwilligers alle onderdelen van het verveningsproces. Dit gebeurt in en om de veenput op het meer dan honderd hectare grote Hoogveen-natuurgebied. De trein die vroeger turf vervoerde is omgebouwd voor personenvervoer en brengt bezoekers naar een wereld uit 1920. Margreet: "In enkele minuten wandelen zij naar de plaats van de turfwinning, de veenput waar zij kunnen zien, ruiken en beleven hoe hele gezinnen bij het winnen van het bruine goud werden ingezet."
FOTO'S: THIJS JANSEN Publicatiedatum = 15 juli 2000 |