&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

De natuur wint altijd op Mauritius

door Joop Udo

MAURITIUS - Een heerlijk koel, verfrissend handdoekje was het eerste teken van welkom op het door bijna iedereen als paradijselijk omschreven eiland Mauritius. De in een onberispelijk grijs pak gestoken gids Bashir Ibrahim overhandigde ons het smetteloos witte doekje in de bus van White Sand Tours. Hij lachte vriendelijk, informeerde opgewekt of we een goede reis hadden gehad.

Het stukje verkoeling schijnt standaard te zijn bij de ontvangst van toeristen die net na de landing op de luchthaven Sir Seewoosagur Ramgoolam International Airport in de bus naar hun hotel stappen. Deze keer had gids Bashir zeker aanleiding om zijn gasten wat koelte te bezorgen, want niet alleen de bijna altijd op Mauritius schijnende zon deed ons deze keer transpireren.

Liefst 48 uur vertraging van de rechtstreekse vlucht van Brussel naar het tropische eiland in de Indische Oceaan, onzekerheid over het wel of niet doorgaan van de reis, en berichten over nog meer tropische stormen, hadden de bloeddruk bij menigeen aardig doen oplopen.

Geen mens had schuld aan deze gebeurtenissen; de natuur was gewone stervelingen weer eens te machtig geweest. Cycloon Daniëlle was begin december 1996 met brute kracht over de Indische Oceaan en over een deel van Mauritius geraasd en had het vluchtschema van de nationale luchtvaartmaatschappij Air Mauritius danig in de war gestuurd.

Na een uiteindelijk toch vlekkeloze vlucht in de gloednieuwe Airbus A340/300, zo'n elf uur van Brussel naar Mauritius, gold het verkoelende handdoekje van Bashir Ibrahim als een eerste teken dat het met ons bezoek aan het vakantie-eiland best nog wel goed zou kunnen komen. Wat uiteindelijk ook gebeurde, want gids Bashir Ibrahim bleek veel vriendelijke, gastvrije landgenoten te hebben. Bovendien deden wuivende palmen aan de witte zandstranden en de prachtig blauwe zee na een paar dagen alle tegenvallers van de heenreis snel vergeten.

Voor een groeiend aantal vakantiegangers hoort Mauritius helemaal thuis in het rijtje van exotische oorden waar zij ook eens willen zijn geweest. Het rijtje waarin bijvoorbeeld ook de Malediven, Seychellen, Jamaica, Nieuw Zeeland, of Hawaii staan. Steeds verder van huis, nog niet overspoeld door massa's toeristen, anders dan anders, zijn op dit deel van de reismarkt punten van overweging om te kiezen voor een bestemming.

Mauritius wil zoveel mogelijk beantwoorden aan het beeld van de luxe en exclusieve strandvakantie. Chartervluchten worden geweerd om de grote massa's reizigers van het eiland weg te houden. Air Mauritius verzorgt samen met enkele buitenlandse maatschappijen de lijndiensten naar en van de luchthaven Sir Seewoosagur Ramgoolaan International Airport. Voor Nederlandse toeristen (vorig jaar zo'n 2.000 van de in totaal 430.000) is de luchthaven van Brussel nu nog het dichtstbijzijnde vertrekpunt.

"Daarin gaat gauw verandering komen," vertelt Olivier Donche, marketing manager van Air Mauritius als we inmiddels een paar dagen achter de rug hebben op zijn geboortegrond. "We gaan in Amsterdam een kantoor openen, omdat we ook een lijndienst beginnen vanaf Schiphol."

Dit plan heeft alles te maken met de herdenking van het feit dat Hollanders, onder leiding van Wybrand van Warwick, bijna 400 jaar geleden (in 1598) als eerste bewoners op het eiland arriveerden. Een gedenkteken markeert de plaats waar dit gebeurde. Directe aanleiding was dat de Hollanders op de route van Kaap de Goede Hoop (Zuid-Afrika) naar Indië een plaats zochten waar hun slaven suikerriet konden verbouwen. Ze maakten de eerste kaarten van het eiland en vernoemden het naar Maurits van Nassau.

Ruim een eeuw later verlieten onze voorvaderen Mauritius. Inmiddels hadden zij de legendarische dodo, een groot uitgevallen eend, vanwege het lekkere vlees volledig uitgeroeid. Afbeeldingen van het dier zijn in souvenirwinkels overal te koop. Na het vertrek van de Hollanders namen de Fransen het eiland in bezit en noemden het Ile de France. In het begin van de 19e eeuw kwam het vervolgens in Engelse handen. Dat bleef zo totdat Mauritius in 1968 uiteindelijk onafhankelijk werd.

De verschillende overheersers hebben er mede aan bijgedragen dat op het eiland, gelegen ten oosten van Madagascar, ter hoogte van de Afrikaanse staat Zimbabwe, een grote mengeling van rassen en geloven is te vinden. Er leven hier Afrikanen, Aziaten, Europeanen, moslims, hindoes of christenen afkomstig uit vele landen, al jaren vreedzaam met en naast elkaar. Hun vriendelijkheid en gastvrijheid is veel vaker gemeend dan gespeeld.

Het overgrote deel van Mauritius (ca. 65 x 45 km groot) is bedekt met uitgestrekte plantages voor suikerriet. Op een aantal plaatsen verfraaien silhouetten van bergen het verder wat monotone landschap. Tot de bezienswaardigheden behoren de botanische tuin van Pamplemousses, de watervallen van Chamarel, de Black River, het natuurwonder van de zeven kleuren aarde en het Domaine du Chasseur waar op een groot, bergachtig landgoed duizenden herten en zwijnen in het wild leven.

Het karakter en de manier van leven van de Mauritianen valt het makkelijkst af te lezen voor de toerist die een van de talrijke stranden een dagje achter zich laat voor een bezoek aan de hoofdstad Port Louis. In de straten is het een drukte van belang, maar niemand lijkt haast te hebben. Vragen worden met een vriendelijke glimlach in het Engels of Frans beantwoord. Kleurrijk geklede moeders beschermen hun meegedragen kinderen met een paraplu tegen de felle zon. Overal op straat kun je voor weinig geld de populairste lunch van het eiland gebruiken: Phall Puri, een Indiaas broodje met vlees en curry. Voor vijf Mauritiaanse rupees (omgerekend 50 cent) is de maag smakelijk gevuld.

Gids Bashir Ibrahim verzekert dat het met de hygiëne van de maaltijden op straat wel goed zit en dat ook toeristen de Phall Puri gerust kunnen consumeren. Wat ons betreft krijgt hij gelijk. We volgen ook zijn advies om toch vooral even te gaan kijken op de grote voedselmarkt van Port Louis. In de hallen van Queen Street en Farguhar Street staat het vol met opgewekte kooplieden, die van het aanprijzen van hun prachtige groenten, fruit, of vlees een ware show maken. Levende kippen wachten kakelend op hun dood, terwijl in stalletjes er vlak naast de hersenen van geiten als lekkernij te koop worden aangeboden, en elders fel gekleurde tropische vissen glimmend van versheid op kopers liggen te wachten.

Foto's maken? De kooplieden en bezoekers poseren gewillig en met een blijde lach. Vragen stellen? Er volgt een vriendelijk antwoord. En lachen, vooral lachen. Zoals bij marktkoopman K.G. Naiken, handelaar in medicinale planten. "De père en fils", van vader op zoon, vermeldt het visitekaartje van de man die ons geduldig probeert uit te leggen dat bij hem voor iedere kwaal een kruid verkrijgbaar is. Toeristen? Naiken houdt van ze, net als van zijn klanten. Alleen maar vragen en foto's maken? Geeft niks. De marktkoopman blijft lachen en geeft behalve een goed advies ook nog gratis een stukje van zijn handel mee. "Leven en laten leven," zegt hij lachend.

Mensen als marktkoopman Naiken, gids Bashir Ibrahim, of Olivier Donche van Air Mauritius, vertegenwoordigen elk op hun eigen wijze een bevolkingsgroep op het eiland, van blank tot gemengd en pikzwart, die samen zo'n 90 geloven aanhangen. Wat hen bindt is een gevoel van trots als het over hun land Mauritius gaat. En dat dragen ze uit ook, in woord en in daad.

In de luxe toeristenhotels als bijvoorbeeld Sugar Beach Resort, Paradis, Shandrani, Le Touessrok, Trou aux Biches of Royal Palm, staan in ieder hotel honderden Mauritianen klaar om het de gasten naar de zin te maken. Je voelt je als westerse toerist wel eens opgelaten als zelfs je bordje bij het buffet uit handen wordt genomen, waarna het voor je naar je tafel wordt gedragen. Dat het niet op een onderdanige manier gebeurt, maar gewoon om de gast even te helpen, blijkt echter telkens weer en doet de service gemakkelijker accepteren.

Verwennerij, luxe, een beetje exclusief, schone stranden, veel (watersport)faciliteiten in en om de hotels. Op Mauritius willen ze dat graag zo houden. Het is nog het meest zichtbaar in het Royal Palm Hotel, bij de Grand Baie op de noordpunt van het eiland. De groten der aarde vertoeven graag in dit hotel. Arabische prinsen lachen hier om de prijs van 7.000 gulden per dag, met een minimum van twaalf dagen, voor een 'royal suite'. En passant huren ze voor hun gevolg ook alle andere 11 suites en 72 luxe kamers van het hotel. Dikwijls moeten ze al een jaar vooraf reserveren.

Beroemdheden als Boris Becker, Phil Collins, Jeanne Moreau, Catherine Deneuve, Sergei Boebka, president Mobutu van Zaïre, Franse presidenten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en ook de nieuwe steenrijken van de Russische maffia, vertoeven eveneens regelmatig in Royal Palm om daar net als toeristen elders op Mauritius de geneugten des levens op zich af te laten komen.

Een Nederlander draagt daar in niet geringe mate aan bij. De uit Zeeland afkomstige meesterkok Richard Ekkebus (29) kookt in Royal Palm de sterren van de Mauritiaanse hemel. Hij vertelt: "De fijne kneepjes van het vak leerde ik in Franse topzaken, het laatst als chef in het 3-sterren restaurant van Pierre Garniaire in St. Etiënne. Mijn uitdaging is nu om hier, in dit hotel, een mooie melange te maken uit het beste wat bijvoorbeeld de Chinese, Creoolse en Indische keuken naar Mauritius hebben gebracht. Er zijn hier zoveel invloeden merkbaar, bijvoorbeeld alleen al in het gebruik van specerijen."

Richard Ekkebus zegt zich zeer thuis te voelen in Mauritius. "Al zou het alleen al zijn omdat ik mij hier de luxe kan permitteren van een keukenbrigade die 50 prima medewerkers telt. Op een personeelslid meer of minder hoeven de meeste hotels hier niet te letten, want volgens Europese begrippen verdienen de meesten hier niet veel met zo'n duizend gulden per maand. Bovendien heb ik de beste fornuizen mogen kopen en kan ik de beste spullen van overal hier naar toe laten vliegen."

Terwiijl Richard Ekkebus zijn verhaal doet, daalt de avond over Mauritius. Tussen de palmbomen door kijken we over het zacht golvende water van de Indische Oceaan waar een bloedrode zon langzaam op neerdaalt. De gedachten dwalen weg van personeel, salarissen, materiële zaken. De fraai ondergaande zon in de tropische omgeving van Mauritius wint het van de nietige mens. Bij het vertrek in Brussel waren we vanwege de vertraging nog boos geweest op de natuur, maar wat leek dat deze avond aan de Grande Baie al weer lang geleden.

REISWIJZER

Air Mauritius verzorgt rechtstreekse vluchten vanaf Brussel, Parijs of München. De vlucht duurt zo'n elf uur. Diverse Nederlandse touroperators bieden verzorgde reizen aan (minstens 2.500 gulden voor tien dagen).

Een van de specialisten is InterAir Go Africa in Voorburg, tel. 070-387.10.22. Air Mauritius is telefonisch bereikbaar via 00-322-219.07.30.

De officiële taal op Mauritius is Engels, terwijl de onderlinge spreektaal Frans of Creools is. Een visum is niet nodig; wel een geldig Nederlands paspoort.

Voor een strandvakantie zijn geen inentingen nodig. De munteenheid is de Rupee (ca. f 0,10). Nederlands geld wisselen kan eenvoudig na aankomst op de luchthaven van Mauritius.

Publicatiedatum = 22 februari 1997