![]() |
De ideeën van Robert Schuman worden langzaam In Luxemburg is alles heel internationaaldoor Nico van der Zwet Slotenmaker
LUXEMBURG ![]() Het internationale karakter van de stad vertaalt zich in het stadsbeeld met gezellige terrasjes. Omdat nu eenmaal niets waterdicht is, zijn er een aantal omtrekkende bewegingen mogelijk. Ik neem de gemakkelijkste. De stad Luxemburg staat vandaag op het programma en dus laat ik de auto achter op de ruime parkeerterreinen bij het station Ettelbruck, dat op zijn minst drie keer per uur gelegenheid biedt om naar de hoofdstad te sporen. Dat duurt nog geen half uur en heeft het riante voordeel dat je binnenkomt over dat prachtige hoge viaduct en je de oude stad in een keer geheel aan je voeten ziet liggen. Een zeer indrukwekkend panorama. Je weet onmiddellijk dat je hier te doen hebt met een vesting. Torenhoge stadswallen, dat wordt straks klimmen geblazen. Hindernis Ook deze hindernis neem ik achteloos. Iedere middag (van 1 april tot 15 november) vertrekt immers voor het Centraal Station om tien voor halfdrie de bus voor een twee uur durende rondrit en dan kom je echt overal. Op de meest mooie plekjes mag je er bovendien even uit om je camera te schouderen, dus wat wil een mens nog meer. Het gemak dient hem immers? ![]() De 'Rode Burg' vormt de rode draad van de stad. Liever zou ik echter meteen de geschiedenis in zijn gereden. We laten het lekkerste echter tot het laatst liggen, omdat in de eerste plaats de belangrijkheid van Luxemburg als het politieke en economische centrum van Europa benadrukt dient te worden. Zoals u misschien nog van de schoolbankjes weet is dat allemaal begonnen met de heer Robert Schuman, die er voor ijverde de grenzen in ons werelddeel te verwijderen en gezellig armpje door verder te gaan. Schuman is er al zo'n 35 jaar niet meer en kan dus alleen vanaf hogere sferen toezien hoe zijn ideeën langzamerhand inderdaad in praktijk worden gebracht. Over de indrukwekkende 'Rode Brug' van Luxemburg kom je in het stadsdeel dat geheel aan het verenigd Europa is gewijd. Voor alle gebouwen wapperen zestien vlaggen. Weliswaar hebben we nog maar vijftien leden, maar er is natuurlijk ook de gezamenlijke vaan met die sterretjes. Er is ook een gedeelte van de nieuwe stad waar je niet mag bouwen als je geen bank bent. Ik heb al veel mensen horen zeggen dat ze hun centjes 'netjes' in Luxemburg hebben opgeborgen en dat kan hier inderdaad op veel plaatsen. Luxemburg telt niet minder dan 300 internationale bankinstellingen, die allemaal de Europese eenheid preken. Fiscus Alleen gaat die natuurlijk niet zo ver dat ze aan de fiscus in Parijs en Amsterdam willen melden hoeveel monsieur Boulanger of meneer Bakker op hun rekening hebben staan. En om dat als eenvoudige belastingman zelf eens te komen uitzoeken, lijkt in dit lokettendoolhof een beetje lastige klus. ![]() Aan de stadswallen (links) is wel te zien dat de stad uiterst lastig was in te nemen. Natuurlijk is er ook een internationale school, waar 3000 kinderen uit (inderdaad) vijftien landen worden onderricht. Allemaal kroost van moeders en vaders die namens hun land in de stad iets in de melk moeten brokken. Er wordt in elf talen onderwezen, omdat bijvoorbeeld de Ieren en de Engelsen gelijk gebekt zijn en de Belgen zoals gewoonlijk in twee delen uiteenvallen. Een vaardige geest heeft al eens geopperd dat we allemaal hetzelfde moeten praten, maar dat zal nog wel even duren. Eerst de Euro. Na het wat moeilijk te verteren voorgerecht komt de excursie gelukkig in meer historische sferen. Nadat we hebben geconstateerd dat de groothertog niet thuis is, omdat er voor zijn onderkomen geen soldaten marcheren, stoppen we bovenop de stadsmuren om eens te bepeinzen hoe het hier in het verleden is toegegaan. De stad is in 963 gesticht, al moet op de plaats van de huidige Vismarkt in de vierde eeuw al een Romeinse versterking hebben gestaan. BockrotsLater was het ene graaf Siegfried die op de Bockrots het kasteel Lucilinburhuc liet optrekken en dat werd later gemakshalve Luxemburg. In later jaren is de vesting steeds verder uitgebouwd met ringmuren, poorten, verdedigingstorens, onderaardse kazematten en bastions en forten. Om echt te zien hoe het er allemaal uitzag, moet u zijn in de Raadskelder, waar een maquette u snel duidelijk maakt dat de naam, 'Gibraltar van het noorden' niet uit de lucht is komen vallen. Toen Luxemburg in 1867 de status 'neutraal' kreeg opgeplakt, was de consequentie dat alle verdedigingswerken moesten worden afgebroken, omdat iemand die onder en boven alle partijen staat nu eenmaal geen bewapening meer nodig heeft, een theorie die uiteraard alleen opgaat als iedereen zich eraan houdt en dat de geschiedenis heeft het ons hardhandig geleerd is een soort hopen op een wonder waarin niemand gelooft. Maar goed, Luxemburg moest afbreken en zag zich daarbij voor verschillende problemen geplaatst. Als de stadsmuren helemaal geslecht zouden worden, kwam de hele stad naar beneden en in het geval de ondergrondse gangen opgeruimd moesten worden, zou evenzeer van instorten sprake zijn. Hoogtepunt Het werd door de grote mogendheden ingezien en vandaar dat u vandaag de dag nog ondergronds kan wandelen in wat best een deel van een onderaardse stad mag worden genoemd. Het schijnt dat er op het hoogtepunt 35.000 soldaten waren gelegerd, die beschikten over eigen bakkerijen, uitgebreide stalcomplexen en noem maar op. ![]() Viaducten en bruggen zijn nodig om van het ene naar het andere deel
van Luxemburg te komen. Krijgslieden zie je niet meer in Luxemburg. Het ligt nu allemaal meer in de diplomatieke sfeer. Alles heel internationaal. Dat zie je op straat. Iedereen heeft zo'n beetje zijn eigen landsaard meegebracht en op een van de vele terrasjes gezeten kan je dat hele bonte gewemel gezellig aan je voorbij zien trekken. Dat is prima. Maar ga niet naar die bankstad. Tenzij u iets heeft weg te brengen natuurlijk. Publicatiedatum = 26 september 1998
|