REMICH
Even
een paar inkopen doen
Van
onze redactie Reiskrant
REMICH
De man achter de kassa van het benzinestation in het
Luxemburgse Remich is duidelijk verbouwereerd als ik
na het betalen van een volle tank zonder verdere aankopen
zijn pand wil verlaten. "Heeft u niets meer nodig? Weet
u het echt zeker?" Het gaat er niet bij hem in. Zijn
wereld wankelt, ik ondergraaf zijn geloof in de klant.
En
dat is begrijpelijk, want brandstof mag hier de hoofdzaak
zijn, iedere andere bezoeker propt en passant ook nog
een paar tassen vol met sigaretten en drank. Het is
hier een goedkoopte-eiland.
 |
Het
gemeentehuis straalt een antieke allure uit.
EIGEN
FOTO'S
|
Het
is voor iemand met de Europese eenheidsgedachte in het
achterhoofd moeilijk te doorgronden waarom een pakje
shag hier een gulden goedkoper is dan vijftig meter
verderop in Duitsland en die vraag wordt dan ook niet
gesteld. De Duitser weet alleen dat wanneer hij de slang
eruit trekt er weer een paar tientjes zijn verdiend.
En als hij dan ook zijn rokertje en zijn borreltje voor
weinig in zijn kofferbak kan stoppen, is er gewoon sprake
van een lucratief reisje dat hij er graag voor over
heeft.
Hij
is niet de enige trouwens, want de Fransen wonen ook
dichtbij en die weten een voordeeltje ook wel op prijs
te stellen. Remich zou je daardoor een soort 'drielandenpunt'
kunnen noemen en daar moet de middenstand op inspelen,
want als de belangrijkste zaken zijn ingekocht moet
er wat geflaneerd en gedronken worden.
In
café Um Moart bijvoorbeeld waar de eigenaar er
alles aan heeft gedaan om maar niet van partijdigheid
te worden beticht. De plaatselijke voetbalclub hangt
groot aan de muur, maar ook het Franse FC Metz is present
en ook een Duitse hereniging wordt geëerd. Al kan
ik niet precies zien welke, omdat mij het zicht wordt
ontnomen door allerlei koperen spullen die vroeger in
geen enkel oprecht dorsthuis werden aangetroffen, maar
die nu even onverteerbaar als onvermijdelijk zijn. Er
zijn zelfs speciale fabrieken die dit nep-antiek produceren
en er nog een beste boterham aan verdienen ook.
Maar
Remich is te mooi om ons in deze materie te verdiepen.
Op de promenade bijvoorbeeld waar het in het voorjaar
nog wat rustig is. Aan de rivieroever maken de ganzen
nog de dienst uit, denk ik, een mening die ik de volgende
morgen moet herzien als er een paar koppels zwanen arriveren
en meteen duidelijk de baas zijn. Ook in het dierenrijk
is er een sterke hiërarchie.
Casino
De
rondvaartboten zijn er natuurlijk ook en je kunt zo'n
beetje alle kanten op. Naar de wijnkelders bijvoorbeeld.
Remich is een centrum van de wijncultuur, zetel van
het Staats-Wijn-Station en van het instituut van de
Marque National du Vin, als het u iets zegt tenminste.
Je kunt ook per schip naar een casino en dat lijkt een
uitgelezen mogelijkheid als je je eens twee keer in
de boot wil laten nemen.
Op
de boulevard tref ik ook een reusachtige molensteen
die kennelijk in vroeger jaren door het rivierwater
in beweging werd gebracht en nu uit mag rusten. Wat
er precies mee aan de hand is, staat er niet bij en
dat tref ik wel meer op mijn tripjes. Zaken die kennelijk
in enige samenhang verkeren met het gebodene en als
vanzelfsprekend geen bijschrift behoeven.
Duidelijker
zijn de hier en daar aangebrachte bordjes en hoogtemeters
die aangeven tot hoever het rivierwater op een bepaald
moment is gekomen. Dat is ver. Vooral op oudejaarsdag
1947. Toen hield niemand in Remich meer droge voeten
en kon gemakkelijk van een ramp worden gesproken. Dat
kwam vooral omdat in de naoorlogse jaren de waterhuishouding
nog een grote puinhoop was en men geen materiaal en
mogelijkheden had om de vloed te keren of in goede banen
te leiden.
Je
zou verwachten dat men in 1983 wat beter was voorbereid,
maar op 12 april was het weer raak, al bleef de overstroming
toen een metertje onder het recordjaar 1947. Overigens
zal je niemand langs de rivier horen zeggen dat de zaak
nu volledig onder controle is. Mensen die met water
zijn opgegroeid, zijn zeker van de onzekerheid.
Waarschijnlijk
is daarom aan de voet van de hoogteaanduiding dan ook
een klein fonteintje geplaatst met in het midden een
op een stuk rots gelijkend beeldhouwwerk dat ik wederom
niet thuis zou kunnen brengen. Daar zal het trouwens
wel te zwaar voor zijn.
Omdat
alle (nauwe) straatjes van Remich naar de rivier aflopen
kom ik tenslotte toch weer op de wandelpromenade langs
het water terecht waar ook mijn hotel is. Er staan nog
wel meer monumentale panden en winkels, al kan ik me
niet aan de indruk onttrekken dat de klad er een beetje
in zit. De goedkope katoentjes en andere bedenkelijke
snuisterijen heb ik te vaak in verband moeten brengen
met neergang en misère.
Even
verderop zie ik dat de meest prominente horecaonderneming
van het stadje, hotel-café-restaurant de la Moselle
met prachtig uitzicht over de rivier, het niet heeft
kunnen bolwerken. Er komt een Chinees in. De lampions
hangen er al.
Tweehonderd
meter verder meen ik een leuk barretje te hebben gevonden.
Mijn bestelling voor een glaasje bier kan echter niet
worden gehonoreerd. "Geen alcohol meneer". Dat is te
billijken en dus draai ik me om om de zaak weer te verlaten.
Maar dat mag ook al niet. "Rechtsaf meneer, die uitgang".
Ik ben in de val gelopen, want nu sta ik ineens in een
enorme supermarkt met sterke drank. Hoe raadselachtig
zit het leven toch in elkaar. Aan de caissière
laat ik twee lege handen zien en vertel dat ik eigenlijk
alleen maar voor een pilsje binnen was komen lopen.
Ook zij kijkt me met een blik vol onbegrip aan.
Ik
heb ze duidelijk laten schrikken, daar in Remich.
|