Fit Vakanties

De veelzijdige schoonheid van Italië
met zijn fonteinen, grotten en geheime tuinen

Van onze redactie Reiskrant

FLORENCE - Niemand hoeft verteld te worden dat Florence veel aan kunst te bieden heeft. Maar dat de renaissancestad behalve musea, beelden, palazzi en kerken ook veel groen heeft te bieden, zal misschien minder bekend zijn.

Ponteo Veccio: de boeiende, maar vaak ook
grillige architectuur van Florence.

Menig toerist weet aan de andere kant van de Florentijnse rivier de Arno nog net de Boboli-tuin te vinden. Het mooie park met beelden en fonteinen, dat stiekem verscholen ligt op een heuvel achter het immense Palazzo Pitti. Toch is de Boboli-tuin niet het enige groene gebied dat stamt uit het renaissance-tijdperk.

Je hoeft maar met de auto of de plaatselijke buslijn 28 naar het noordwesten, richting het plaatsje Sesto Fiorentino te gaan, of je komt na ruim twintig minuten rijden bij twee vlak bij elkaar liggende villa's terecht, die ooit bezit waren van de Florentijnse familie De'Medici. En als een Medici een villa had, moest er natuurlijk wel een leuk tuintje omheen. Het resultaat is, pakweg vijf eeuwen later, nog steeds de moeite waard. De Villa Medicea di Castello bijvoorbeeld.

In de villa zelf is nu de Accademia cella Crusca, de nationale zetel van de Italiaanse taalpuristen. Ze vormen een groepje zuurpruimen die beweren de Italiaanse taal te behoeden voor buitenlandse invloeden. Ze zijn trots op hun Toscaanse afkomst, bakermat van de Italiaanse taal met schrijvers en dichters als Dante en Petrarca. Maar wie luistert nog naar zee?

De tuin erachter is voor een bescheiden entreeprijsje te zien. Het heeft een aardige geschiedenis. De villa zelf stamt uit de 14e eeuw. De'Medici kochten het in 1477 en hadden er natuurlijk grootse plannen mee. Zo vroeg een van de beroemde Medici, Cosimo I, aan Michelangelo's leerling Tribolo de villa te renoveren en er een grote tuin achter aan te leggen. Tribolo krabde even op zijn hoofd, want De'Medici stelt hoge eisen. Hij deed zijn best.

Het Palazzo Pitti gezien van uit de tuin.

Fonteinen, grotten en geheime tuinen moesten Cosimo De'Medici tevreden stellen. Tribolo's opvolger, de beroemde Buontalenti, deed er een schepje bovenop. Labyrintenen allerlei beelden vulden de grotten en fonteinen aan. Van alle inspanningen van Tribolo en Buentalenti is helaas maar een deeltje bewaard gebleven. De grote tuin, die eigenlijk twee verdiepingen heeft, heeft nog een paar sporen van de renaissancetijd. Zo heb je midden in het park beneden omringd door een enorme hoeveelheid gigantische citrusplanten de grote Tribolo-fontein. Recht daarachter vind je de grot met uit stenen gehouwen dieren.

Via de trappen aan de zijkant omhoog kom je op de mooiere verdieping. Hier zie je te midden van het donkere lichtspel van de Italiaanse zon, die zich door de hoge oude bomen worstelt, plotseling een vijver opduiken met het prachtige beeld daar achter van de renaissance-kunstenaar Ammannati, net als Tribolo een leerling van Michelangelo. Ook van Giambolagna zijn hier een paar mooie beelden bewaard gebleven. Je moet ze soms ontdekken, omdat ze op kleine stukjes staan, omringd door struikgewas. Wat opvalt is de rust hier. De meeste toeristen kennen deze villa helemaal niet. Dat geldt ook voor de andere villa van De'Medici, een straatje verderop. Hier is de veel grotere Villa Medicea della Petraia, gelegen op een van de Toscaanse heuvels.

Hier vandaan heb je dan ook een prachtig uitzicht over Florence! Het park om de villa heen is vrij groot van oppervlak. Behalve bosgebied en twee grote vijvers zijn er een paar fonteinen en beelden, gedeeltelijk overgebleven van de renaissance-tijd. In de 19e eeuw gebruikten de Savoia's de villa als hun koninklijke zomerresidentie. De villa zelf is trouwens van binnen niet minder mooi. Een rondleidster laat alle indrukwekkende zalen zien, zoals de 'Rode zaal' met rode tapijten, de 'Blauwe zaal' met Franse blauwe zijde of de speelkamer met twee oude biljarts en een soort roulettetafel.

Fresco's

Interieur van de villa Petraia Atrium

Deze kamers zijn allemaal van de 19e eeuw. De Fransen hadden in 1799 de oude villa bijna volledig leeg geplunderd! De fresco's op de binnenplaats van de villa, die de geschiedenis van De'Medici uitbeelden, zijn nog van de 17e eeuw. De Fransen konden ze moeilijk van de muren afkrabben. Wie de Villa della Petraia wil bezoeken, doet er goed aan zijn entreekaartje van de andere villa te bewaren. Dan kom je er gratis in, want de twee villa's zijn aan elkaar verbonden. Wat verder van Florence zijn nog een paar villa's van De'Medici.

De villa Paggio a Caiano

Interessant is die van Paggio a Caiano, voor de omliggende natuur is de villa in Pratolino het best. Pratolino ligt een paar kilometer ten noordoosten van Florence. Busverbindingen bestaan, maar zijn vrij slecht. De villa in Pratolino werd in 1568 door De'Medici gekocht.

Buontalenti en Giambologna moesten het terrein er omheen in een wondertuin creëren. Watervallen, labyrinten, kunstwerken en grotten maakten van de tuin een magnifiek terrein, waarvan we het helaas na vier eeuwen met de restanten moeten doen, zoals de fontein van Zeus en de grot van Cupido. Het indrukwekkendste beeld dat bewaard is gebleven is ongetwijfeld het gigantische beeld de Colosso dell' Appennino van Giambologna.

Met zijn linkerhand onderdrukt de kolos het hoofd van een monster, waarmee hij nieuw water in het waterbekken laat lopen dat voor hem ligt. Vele beroemdheden kwamen om het park van Pratolino te zien, zoals Montaigne (1580), Markies de Sade (1774) en Ludwig van Beieren (1818). Het park heeft een lange geschiedenis. Na de periode waarin Buontalenti en Giambologna van het park een kunstwerk hadden gemaakt, kwam de wereldlijke periode toen de villa in bezit raakte van prins Ferdinand. De muziekliefhebber liet bij de villa een theater vestigen en musici als Händel en Scarlatti werden als gasten uitgenodigd.

De beroemde Italiaanse Boboli-tuinen

In de 19e eeuw verviel de villa en werd het park in een soort Engelse tuin in de romantische stijl veranderd. Toen in 1872 het gebied aan de Russische prins Demidoff werd verkocht, kwam het renaissancewereldje weer terug. Demidoff was namelijk nostalgisch. De villa werd herbouwd en het wapen van De'Medici, te zien aan de zes balkjes, werd er zelfs op bevestigd. De werken van Buontalenti en Giambologna moesten weer hersteld worden en het park kreeg weer wat terug van zijn oude glorie. De laatste Demidoff was prinses Maria Abamalek, die stierf in 1955.

Oude Florentijnen herinneren zich dat ze een schoonheid was, die bovendien interesse had voor het mannelijke geslacht. Haar graf staat in het grote park. Na de Demidoffs kwam het park in 1963 in handen van een onroerendgoed-handel uit Rome. Als we de verhalen moeten geloven is verval van het park tijdens haar beheer het grootst uit de geschiedenis geweest. Vanaf 1981 is het park onder de naam Villa Demidoff in bezit van de provincie van Florence, die probeert het park wat op te fraaien. Ze heeft het verder tegen betaling van een entreekaartje van aparil tot oktober toegankelijk voor het publiek gemaakt. Zomers worden er vaak op het decor tussen de groene velden en beelden door toneelstukken opgevoerd. Even een nieuw stukje leven op een eeuwenoud terrein.

Publicatiedatum = 22 mei 1999

terug Italie intro