Napels zien en niet meer sterven

door Marion Derksen

NAPELS
De toerist die nu Napels bezoekt, krijgt te maken met opgewekte en beleefde taxichauffeurs, die de reiziger meteen naar de plaats van bestemming brengen en daarvoor het juiste tarief vragen. De straten van het historisch centrum zijn schoon en men treft er niet meer de vuile en louche sfeer aan, die maakte dat men door een gevoel van troosteloosheid wordt overvallen.

De gevels van de barokke kerken en kloosters zijn schoongemaakt, musea en theaters gerestaureerd en na tientallen jaren weer geopend voor het publiek. Voorheen vermomde de toerist zich als Napolitaan, nam foto's terwijl hij deed alsof hij zijn schoenveters vastmaakte en verstopte de plattegrond van Napels tussen de pagina's van de lokale krant 'Il Mattino'. Tegenwoordig lopen groepjes reizigers en dagjesmensen, waaronder dames met mooie leren schoudertassen, overmoedig door de stad.

Imago

"Het nieuwe imago van Napels hebben we te danken aan onze burgemeester Antonio Bassolino," zeggen de Napolitanen. De 47-jarige ex-communist die tijdens de verkiezingen gesteund werd door de Partij voor Democratisch Links (PDS) heeft in twee jaar tijd een nieuwe stad op poten gezet. Weliswaar werd hij daarbij een handje geholpen door de toenmalige premier Azeglio Chiampi, die Napels uitkoos om in juli 1994 de grote industriële landen ter gelegenheid van de G7-top te ontvangen. Bassolino kreeg de middelen en had de kracht om de meest fascinerende en chaotische stad van Europa te renoveren. Hij slaagde erin en iedereen spreekt van een wonder.

Sinds kort heeft Napels de allure van een business-centrum gekregen en is de toeristenindustrie weer op gang gekomen. De stad dient als ideale plek voor ontmoetingen op hoog niveau, debatten en congressen. In december bleken alle hotels volgeboekt te zijn, iets wat de afgelopen decennia niet meer is voorgekomen. Bassolino, die meteen vanaf zijn installatie heeft gegokt op het toerisme als fundamentele pijler voor het economisch herstel van de stad, kan dik tevreden zijn.

Sant' Antonio (Heilige Antonius) wordt hij schertsend genoemd. In de volkswijken is hij net zo beroemd als San Gennaro (Heilige Januarius) , de beschermheilige van de stad. In de straten behandelen de mensen hem als een levende legende en duwen elkaar opzij. De gelukkige die erin slaagt zijn mouw licht aan te raken, brengt direct zijn hand aan de lippen als teken van devotie.

Werkloos

In een stad waar 43 procent van de bevolking werkloos is, heeft de gemeente een reeks van projecten in gang gezet om de Napolitaanse economie nieuw leven in te blazen. Het belangrijkste project is het voormalige industrieterrein Bagnoli te veranderen in een locatie voor vermaak en ontspanning. Begin deze eeuw werd er besloten dat de oostelijke zone van Napels gebruikt zou worden voor de industrialisatie van het zuiden van Italië.

Door de crisis in de ijzerindustrie eind jaren tachtig, heeft de regering in 1992 besloten de ovens definitief te sluiten. Bij gebrek aan gegarandeerde vooruitzichten en onder druk van de groeiende werkloosheid, gokt de gemeente nu op haar natuurlijke bronnen, de zon, de zee, het strand en haar cultureel en historisch erfgoed. Het terrein van 300 hectare waarop jarenlang de Hoogovens van de staalfabriek Ilva stonden te branden, zal veranderd worden in een groot openbaar park, een strand met hotels, restaurants, congrescentra met in totaal 5000 zitplaatsen en een vestiging voor wetenschappelijk onderzoek.

Het plan komt van de urbanist en wethouder van stedebouw, Vezio de Lucia. "We willen van de zone Bagnoli weer een vakantie-oord maken, zoals het honderd jaar geleden was", zegt de Lucia.

"Het zal de nieuwe Rivièra van Napels worden", zegt Bassolino, die met het project Bagnoli onder zijn arm de wereld rondreist om investeerders te vinden, bovenal onder de Italo-Amerikanen in New York. Alleen al de kosten om het terrein schoon te maken, worden geschat op ƒ500 miljoen.

Failliet

De gemeente Napels, die twee jaar geleden failliet werd verklaard, is niet alleen op zoek naar investeerders om de toeristenindustrie op gang te brengen, maar ook om zijn hedendaagse kunst en cultuur te promoten. "Het Napolitaanse stadstheater is na dertig jaar weer geopend", zegt Renato Nicolini, wethouder van cultuur. "We hebben vele jonge talentvolle acteurs en regisseurs. Maar creativiteit alleen is niet genoeg. Er moet een culturele industrie ontstaan. Zo heeft Napels een rijke collectie moderne kunst. Van de hand van onder andere Mimmo Paladino, Lucio Amelio, Lombardi. In de herfst van 1997 zal het museum van moderne kunst worden geopend. We willen de expositieruimten vullen met hulp van privé-verzamelaars die bereid zijn af en toe aan de gemeente werken af te staan."

Terwijl de politiek van Napels als kunst- en cultuurstad zijn vruchten begint af te werpen, zijn de cijfers van de kleine criminaliteit nog altijd net zo hoog als in het verleden. Elke maanden worden 160 aangiften gedaan van tassenroof. Het aantal niet aangegeven misdrijven ligt veel hoger, omdat de Napolitaan het allang heeft opgegeven aangifte te doen. Ze beschouwen het als verloren tijd. Toeristenorganisaties dringen er bij de gemeente op aan, om de straatovervallen 'te beteugelen'. "Het wordt tijd dat de politie met 'ijzeren hand' gaat optreden, anders zal de toerist die na de G7 is teruggekeerd in het Napolitaanse straatbeeld, opnieuw de stad de rug toekeren", zegt de portier van een van de grootste en modernste hotels van de stad.

Publicatie datum = 18-05-1996

terug Italie intro